Jacob Jan over écht kijken: ‘De meiden willen zélf opruimen. Zonder ons. Het stomme is: ik voel me gekwetst.’
3 juli 2015
‘Gezien worden en anderen zien. Dat is wel zo’n beetje mijn thema’, begint Jacob Jan Voerman. En toch: ‘Soms zie ik het gewoon niet, soms zie ik een ander niet. Dat gaat eigenlijk best snel.’ Jacob Jan vertelt hoe hij eindelijk weer eens fijn contact heeft met leerling Bas, die de laatste tijd vooral de grenzen aan het opzoeken is. Vandaag heeft Bas zin om Jacob Jan te helpen met opruimen. Maar dan komen er drie meiden binnen: ‘Hé, dit is deze week ónze klus.’ Een observatie over goede intenties, de ander willen betrekken en het tóch verkeerd zien.Gezien worden en anderen zien. Dat is wel zo’n beetje mijn thema. Maar soms zie ik het gewoon niet.
En zo komt het voor dat ik anderen niet zie. Dat gaat eigenlijk best snel, dat anderen NIET zien. Laat ik een voorbeeld geven.
Het is opruimtijd bij de Vallei. In het Kaplahok begin ik met het bij elkaar vegen van de plankjes. Bas komt binnen en vraagt of hij kan helpen. Daar ben ik heel blij mee. Bas is de laatste tijd vaak grenzen aan het opzoeken. Mijn meeste contact met hem heb ik dus als grenswachter. Fijn om hem op deze manier mee te kunnen maken.
Dan komen er drie meiden binnen met de mededeling dat dit hún klus is. O ja, sinds kort zijn de opruimklussen toegewezen. Hè, ik was net zo lekker bezig met Bas. Dus ik ga gewoon door. De meiden schuiven maar aan.
Maar dat doen ze niet. Ze blijven in de deuropening staan. ik kijk naar ze. Ze kijken een beetje verongelijkt terug, alsof hun mooiste speelgoed is afgepakt.
Ik probeer een luchtige toon: 'Mooi, dan hebben jullie er twee helpers bij.' Maar de meiden vinden dat kennelijk niks, want ze blijven staan. Ik ga verder met opruimen, in de verwachting dat ze vanzelf gaan meehelpen. Dat gebeurt niet. Ik vraag wat het probleem is. 'Dit is ónze klus', herhalen ze. Ze willen ons er niet bij. Dat is duidelijk. En het stomme is, ik voel me een beetje gekwetst. Ik heb toch goede bedoelingen? Ik help mee! En plaatsvervangend voel ik dat ook voor Bas. Dus veel te kort door de bocht zeg ik: 'Kom Bas, wij zijn klaar', en ik schrik, omdat in mijn toon veel te duidelijk een 'dan-hoeft-het-al-niet-meer!' klinkt.
Pas als ik weg loop denk ik: natuurlijk zijn ze verongelijkt! Een klus waar je je verantwoordelijk voor voelt ís ook net zo iets als je mooiste speelgoed. En ik kan het best snappen dat je daar geen anderen bij kunt gebruiken. Dus waarom heb ik ze dan de indruk gegeven dat ze iets onbehoorlijks vroegen?
Zo snel kan dat dus gaan. De ander niet zien. Als je aandacht even ergens anders bij is.
Jacob Jan Voerman
Jacob Jan Voerman vertelt verhalen en maakt theater, met als centrale thema: ‘Kun je jezelf zijn en wat is daar voor nodig?’ Daarnaast onderzocht hij het afgelopen jaar hoe hij, ondanks zijn slechte gehoor (Jacob Jan draagt een cochleair implantaat), kan bijdragen aan het onderwijs op de democratische basisschool De Vallei. Inmiddels is hij daar als leerkracht aangenomen. Meer verhalen van Jacob Jan vind je onder zijn profiel op hetkind en op zijn eigen blog. Jacob Jan is vader van vier kinderen.
Jacob Jan schreef dit verhaal, geïnspireerd op Max van Manens masterclass over oogcontact en een workshop fenomenologie van het hetkind-bloggerscollectief.
Reacties