'Inzicht in de drama-driehoek leidt tot werkplezier van leerkracht én leerling'
4 juni 2014
Welke samenhang bestaat er tussen werkplezier van de docent of (leerkracht) en het werkplezier van de leerling? Waar ontstaat werkplezier uit en hoe kan het vergroot of verkleind worden? Vragen die Arletta Albers fascineren. Onlangs werkte ze met een schoolteam rondom 'gesprek voeren met kinderen'. Uit situaties die de leerkrachten beschreven, merkte ze dat de houding van de leerkracht soms een onbedoeld effect op de leerling had. Ze introduceerde hierop de dramadriehoek. 'Kinderen worden uitgedaagd dingen zelf te doen, zonder het per se alleen te hoeven doen.'De dramadriehoek is een model uit de transactionele analyse* en is ontwikkeld door Karpman*. In de driehoek zijn drie basisposities benoemd waar je in conflicten en in gewoon sociaal verkeer terecht kunt komen.
Er is iets aan de hand, misschien is er een probleem, en jij en de ander(en) gaan als vanzelf vanuit één van de drie rollen reageren.
Redders helpen. Omdat iemand ze dat vraagt of omdat ze denken dat die ander iets nodig heeft. Hierbij hebben ze niet altijd in het oog of ze hun eigen grenzen goed bewaken en ze hebben soms onvoldoende voor ogen wat die ander zelf kan doen. ”O, ik help je wel even”. “Ja hoor, dat regel ik wel.” Soms doen ze dingen, die ze eigenlijk niet willen, uit plichtsbesef of omdat ze bang zijn om te weigeren. Ingegeven door bezorgdheid en oprechte betrokkenheid gaan ze zelf oplossingen verzinnen voor het slachtoffer/de ander. Ze denken en handelen dus voor de ander en houden daarmee onbedoeld diegene afhankelijk.
Slachtoffers lijken niet in staat hun eigen problemen op te lossen. Ze zijn wel goed in staat om te voelen wat er aan de hand is, te voelen dat ze een probleem hebben. Maar hun eerste actie is hulp vragen, verbaal of non-verbaal. Ze voelen zich hulpeloos en zien hun eigen kwaliteiten en mogelijkheden niet. “Ja, maar ik kan daar niets aan veranderen.” “Ik ben nou eenmaal …(verlegen, niet zo goed met taal enzovoort)
Aanklagers hebben de neiging de schuld van de situatie bij anderen te leggen. Ze proberen aan hun eigen behoeften te voldoen door anderen ‘aan te klagen’. “En ze doen maar daarboven, wanneer houden ze nou eens rekening met ons.” “Als jij je niet aan afspraken houdt, kan ik mijn werk niet doen!”
Kenmerk van de dramadriehoek is dat je er als het ware in gevangen wordt. De rollen oefenen zuigkracht uit op elkaar. Ze vullen elkaar aan en kunnen niet zonder elkaar. De 'keuze' van de ene persoon voor de ene rol zal de 'keuze' van de ander(en) bepalen. Als er één redder is, zullen de anderen gaan 'aanklagen' of 'slachtoffer' worden.
De rollen kunnen ook botsen, zoals twee aanklagers die elkaar uitfoeteren of twee redders die elkaar bemoedigend toespreken. Het zal echter nooit lang duren tot één van beiden weer in een aanvullende rol is gestapt. Ook blijf je niet steeds in dezelfde rol. We lopen als het ware door de driehoek heen van de ene rol in de andere.
Het drama hierin is dat niemand krijgt waar hij of zij naar verlangt.
Daarvoor moet je naar de winnaarsdriehoek. Bewust worden dat je in een driehoek terecht bent gekomen, maakt dat je kunt kiezen om er uit te stappen. Dit kan door de kwaliteit van de rollen in te gaan zetten en zodoende 'uit het drama' te blijven.
De winnende kwaliteiten
Een redder heeft als kwaliteit zorgzaamheid, empathie, meedenken. Door dit in te zetten en ondertussen de grenzen in tact te laten zorgt de redder goed voor zichzelf en goed voor de ander. Een slachtoffer heeft als kwaliteit dat hij of zij de eigen behoeften kan uitspreken en zijn gevoelens kan tonen. Als hij daarbij wel verantwoordelijkheid neemt, blijft hij in zijn kracht. Eigenlijk zegt hij dan: 'Help het mij zelf te doen.' De aanklager heeft als kwaliteit dat hij assertief is, goed kan opkomen voor eigen behoeften en grenzen aan kan geven. Als hij daarbij uit de beschuldiging blijft, kan hij een goede aanjager voor verandering zijn. (vrij naar ‘over vastlopen en weer vlottrekken’.)
Als leerkracht blijven steken in de dramadriehoek kan je heel moe (redder), boos (aanklager) of passief (slachtoffer) maken. Ik zie leerkrachten die zich zo identificeren met hun helpende rol dat ze op het werk opbranden en op andere plekken in slachtoffer of aanklagersrol komen.
'Ze zien niet hoe hard ik werk'
'Als ik het niet doe, wie helpt dat kind of die collega dan?'
Plezier in werken gaat er zo langzaam uit, terwijl het toch allemaal met de beste bedoelingen is begonnen.
Voorbeelden:
Riet is 53 jaar. Al die tijd staat ze met veel plezier voor de klas. Overal is ze de spin in het web. Als er iets geregeld moet worden, kijkt men eigenlijk als vanzelf naar Riet. “O, vraag maar even aan Riet, die weet dat wel”. Riet heeft veel ervaring, loopt altijd over van de ideeën en helpt anderen graag uit de brand. Ze is de steun en toeverlaat van collega’s, kinderen en zelfs van menig ouder. Heel fijn, maar Riet is het soms wel eens zat. Waarom nemen de anderen eigenlijk niet wat meer initiatief? Waarom komen ze altijd bij haar uit en verwachten ze altijd maar dat ze daar tijd voor heeft? Zij wil ook wel eens op een ander kunnen leunen!”
“Lieke is een jonge ambitieuze leerkracht. Door haar gedrevenheid en enthousiasme is ze binnen de school een aanjager als het om vernieuwingen gaat. Ze wil vooruit. De laatste tijd ontstaan er vaak kleine conflicten en misverstanden met de collega’s. Lieke verwijt hen zich niet aan afspraken te houden en de boel op te houden. Ze wil dat de directeur voor haar opkomt maar die zegt juist dat ze misschien wel soms iets te veel en te snel wil. Lieke’s verontwaardiging kent geen grenzen. Is dit nou wat ze terugkrijgt na al dat harde werken?”
Wat betekent inzicht in de dramadriehoek nu voor werkplezier van leerkracht en leerling?
Eigen werkplezier
Zin in werken heeft te maken met goed voor jezelf zorgen:
- helpen, zonder over te nemen;
- opkomen voor je belangen, zonder anderen te gaan beschuldigen;
- contact hebben met hoe het met je gaat, hoe je je voelt, zonder de oplossing bij een ander te willen halen.
Hoe vaker en beter dat lukt hoe minder emotioneel en opgebrand je je gaat voelen. Goed voor jezelf zorgen leidt tot proactief gedrag. Je behoudt mede de regie over wat er gebeurt.
Werkplezier van de leerling
Als je dit doortrekt naar hoe je je naar je leerling opstelt, blijf je steeds helder in grenzen. Wat is van wie? Het heeft als effect dat de verantwoordelijkheid bij diegene blijft waar deze ook hoort. Kinderen worden uitgedaagd dingen zelf te doen, zonder het per se alleen te hoeven doen. Dit leidt weer tot meer zelfvertrouwen en ondernemendheid.
Plezier binnen het arbeidsproces
Richting leidinggevenden of bijvoorbeeld inspectie heeft het als voornaamste effect dat je regie blijft behouden. Je wordt proactief. Als er iets is wat veel werkzin oplevert, is het dat wel. Dit in tegenstelling tot het idee hebben dat er dingen gebeuren die je niet wilt maar 'zij doen toch waar ze zin in hebben' of 'ze luisteren toch niet naar mij/ons'. Dat kan de flow gemakkelijk doen verdwijnen. Als je je mede-eigenaar blijft voelen van wat er gebeurt, kun je er ook een positieve invloed op uitoefenen.
Ik heb het idee dat uit de dramadriehoek kunnen stappen ertoe leidt dat je zelfstandiger wordt. Zelf… een woord wat nogal wat impact heeft op leren en werk. We willen allemaal het gevoel hebben dat we zelf kunnen kiezen, zelf kunnen bepalen. Dat we onze eigen fouten mogen maken en onze eigen oplossingen mogen zoeken. Dat doet ons vooruit gaan..
Arletta Albers is bezig om het werkplezier van leraren te vergroten. Ze doet dat via haar eigen bedrijf.
Bronnen:
- Transactionele analyse als begeleidingsinstrument in de school. Drs. Joost Levy
- Over vastlopen en weer vlottrekken. Conny ten klooster en Menco Dane.
Wil je meer weten over de dramadriehoek? En over de relatie met werkplezier? Wees welkom bij de workshop ‘Werk. Drama of drijfveer.’ Deze vind plaats op 25 juni a.s. in de avond te Ulft. Voor meer info: www.arletta.nl of mail [email protected]
Reacties