Indrukken van een Happy Coach: 'Onderzoek waarom een kind doet wat hij doet en neem het altijd serieus!'
6 november 2016
Natasja de Kroon had er wat moeite mee, met de titel Happy Coach. Hoe vertel je je omgeving dat je naar een opleiding met zo’n titel gaat, zonder uitgelachen te worden? Maar na de eerste dag begint het haar te dagen. ‘Wij, volwassenen, hebben de taak om onze kinderen te leren om gelukkig te zijn. En als dat niet lukt, hebben ze recht op een coach, een happy coach. Want gelukkige kinderen leren meer. En daarom willen wij graag een gelukkige klas met gelukkige kinderen. Want geluk is een goede basis om veel te verdragen.’ Haar eerste indrukken in een blog.Ieder kind, ieder mens, heeft te maken met veranderlijke en onveranderlijke omstandigheden. Als coach kun je de wijze waarop iemand hiermee omgaat beïnvloeden door hem of haar in de actieve rol te zetten en op zoek te gaan naar de positieve kant.
Onderzoek waarom een kind doet wat hij doet en neem het altijd serieus!
Realiseer je dat een kind hoe dan ook afhankelijk is van jou, emotioneel en economisch. Volwassenen kunnen hem maken of breken. Zet je macht positief in t.b.v. het kind. Gebruik de afhankelijkheid van het kind om hem in zijn autonomie te zetten. Probeer zijn interne lotsbepaling te stimuleren. Afhankelijkheid wordt dan omgezet in verantwoordelijkheid.
Taal is krachtig en vaak allesbepalend. Begin je zinnen vaak met gelukkig. ‘Gelukkig ben je bij mij gekomen.’Het woord dat je vooraan zet in de zin komt het sterkste binnen, dus begin niet met ‘maar, jammer genoeg….
Het helpt als je tegen een kind zegt ‘Ik kan het niet van je overnemen, maar ik zou het graag willen. Ik gun jou dat je een heel fantastisch leven hebt en dat heb je nog (hoopvol!) niet.
Je helpt een kind door hem informatie te geven (psycho-educatie): ik heb gelezen, gezien, gehoord dat…. Bijvoorbeeld: je denkt dat je met je ogen kijkt, maar eigenlijk kijk je met je hersenen. Jij bent. Jij hebt hersenen. Dus niet: jij ziet het niet goed, maar.. jij krijgt soms de verkeerde informatie door. Sommige paadjes in je hersenpan kloppen niet maar gelukkig kun je die recht zetten.
Als een kind zichzelf dik vindt terwijl dit niet zo is, ga je samen met hem op pad om anderen te vragen wat zij zien. Bevestig het kind: het is goed dat jij uitgaat van wat jij denkt en voelt, maar je bent 8 dus dan weet je nog niet hoe dat zit met die hersens..B
lijf naast het kind staan. Zeg niet: dat is niet zo, maar ga de aannames van het kind samen met het kind onderzoeken. Zo kwam een kind erachter dat de andere kinderen hem niet uitlachten, maar hem erg grappig vonden.
We zijn geneigd om te reageren op het gedrag en het gevoel erachter te negeren. Richt je niet op de angst of boosheid, maar op het gevoel wat erachter zit. Als een gevoel te heftig is, probeer je dit te bedekken. Als jij agressief bent, zal niemand je vragen of je eenzaam bent. Je helpt kinderen door dit te benoemen:
“Het is niet meer nodig om zo te doen. Laat het maar gaan. Hoe ik ook kijk en wat ik ook doe, ik vind jou een bijzonder mens”.
Het antwoord op machteloosheid is weerbaarheid: weten wat je kunt doen om in beweging te blijven en doen wat je wel kunt. Je weer je tegen de machteloosheid door te doen wat je wilt. Je grijpt de macht, ook als je de omstandigheden niet kunt veranderen.
Het geweten wordt ontwikkeld tussen 0 en 5 jaar. Maak zichtbaar wat er gebeurt: je wilt graag de baas zijn. Dan heb je nu de keus. Wil je een goede of een slechte baas zijn?”
In onze kleuterklas loopt de toekomstige baas van de Shell rond. Wij zeggen dat hij een autoriteitsprobleem heeft, maar eigenlijk heeft hij geen baas nodig. Wij hebben de opdracht om gedrag te herkaderen. Zeuren is niet zeuren, maar doorzetten.
Probeer je in te leven in het kind: 'Dan ben je 6 en dan….
Erken wat het kind zegt, denkt, en voelt en probeer het waar nodig samen met het kind te herkaderen. Het is niet handig om in je hoofd te gaan zitten, want de informatie zit in de kinderen. Het gaat niet om het weten, maar om jouw houding.
Je vindt de antwoorden niet in de boekjes, maar in het kind.
Doe niet wat bij jou past, maar wat bij dit kind of deze klas past.
Ons Ego doet er niet toe, het zijn de kinderen die er toe doen.
De kop is eraf. Ik merk dat ik gedurende de dag diep geraakt ben. Midden in de nacht zoek ik mijn computer op mijn indrukken uit te drukken.
Natasja de Kroon studeerde in 1995 af als orthopedagoog. In 2005 richtte ze haar eigen kindercentrum op, de Buitenkans in Heerenveen. In haar huidige werk als Happy Coach en Geluksvogel combineert Natasja haar liefde voor kinderen met haar passie voor onderwijs.
Reacties