Hoogbegaafd en de waarde van de relatie: 'Zorg dat ík begrijp dat het goed is. Dat is het belangrijkste'
5 januari 2015
Feniks begeleidt in het Brabantse Sterksel getalenteerde drop-outs. 'We helpen leerlingen met een hoog ontwikkelingspotentieel van 12 tot 22 jaar, die vastgelopen zijn in het reguliere onderwijs, een leven te creëren waarin ze goed tot hun recht komen en goed in hun vel komen te zitten,' zo staat er op de website. Xandra van Hooff - locatiedirecteur en betrokken als coach-trainer van deze jongeren - schrijft over een gesprek dat ze met hen voert. 'Respect, veiligheid en vertrouwen zijn het uitgangspunt.'Het is dinsdagochtend en ik zit met enkele jongeren aan tafel bij Feniks Talentbegeleiding. Ik heb aangegeven dat ik graag met hen in gesprek wil gaan over wat zij denken, willen en nodig hebben. Bij mij aan tafel zitten Mercedes, Peter en Janneke. Af en toe schuift er nog een extra leerling aan om een opmerking mee te geven of toe te lichten. Mijn vraag aan hen hierbij is hoe ik ervoor zorgen dat ze goed in hun vel zitten en goed tot hun recht komen?
'We willen graag aanbod dat aansluit bij onze interesses.' Janneke kijkt me met open blik aan. Ik knik en schrijf haar opmerking op. Ze vervolgt 'en we willen graag zelf keuzes kunnen maken. Zelf bepalen of je ergens aan gaat deelnemen.' Ik knik en schrijf haar opmerkingen op. Mercedes vult Janneke aan 'als we iets kunnen doen wat we interessant vinden dan gaan we het ook doen.'
De jongeren zitten me aan te kijken terwijl ik een driehoek teken op het A3-vel voor me met aan de hoeken de woorden ‘competentie, verbondenheid en autonomie’. Ik leg terwijl ik teken uit wat ik aan het doen ben en waarom ik deze basisbehoeften aanhaal. Ik verwijs met de driehoek naar de motivatietheorie van Deci & Ryan. Kort gesteld staat de behoefte aan competentie voor de wens om succes in het handelen te ervaren. Verbondenheid is het ervaren van positieve en warme relaties met mensen. Autonomie staat voor het ervaren van ruimte voor de eigen keuzes, gedachten en ideeën.
Vervulling van deze drie basisbehoeften leidt tot welbevinden, zelfvertrouwen, betere aanpassing aan de omgeving, het effectief omgaan met en functioneren in moeilijke omstandigheden (‘coping’) en psychologische groei. Als je dit weet kun je niet anders dan voorstellen dat de jongeren hier inderdaad behoefte aan hebben. En dat in de doelstelling van Feniks ook verweven is dat we hieraan wensen te voldoen.
Wat me raakt is dat Janneke zo haarfijn weet te duiden wat er nu in die vrijheid is wat maakt dat je een gebeurtenis als ''ondersteunend' of 'onderdrukkend' is van de behoefte aan autonomie. Zo keek ze me aan en zei ‘als mijn mentor uit kan leggen waarom iets goed voor me is of wat ik ervan leer, dan doe ik dat. En ik kan er ook voor kiezen om bijvoorbeeld tijdelijk mijn vrijheid weg te geven, door te kiezen uit twee taken die ik allebei niet wil doen, als ik daarvan leer om in de toekomst beter om te gaan met dingen ‘die moeten’.
De meeste jongeren die via PGB-begeleiding bij Feniks terechtkomen, hebben te maken gehad met situaties op school waarin hun basisbehoeften onderdrukt werden. Zo was bijvoorbeeld het leerstofaanbod niet passend bij hun hoge cognitieve intelligentie of ervoeren ze weinig autonomie bij een docent die aangaf ‘eerst de basisstof af te moeten rondden voordat aanbod op hoger (passend) niveau gemaakt mocht worden. Dit leidde bij velen tot een gevoel van onveiligheid, minder optimaal functioneren, negatieve zelfbeelden, belemmerende of zelfs destructieve gedachten. In de begeleiding van deze jongeren zien we ook vaak - zoals Skinner & Edge aangeven - gedragstendensen als vechten, vluchten en bevriezen (fight, fligh & freeze) wanneer deze basisbehoeften in het gedrang komen.
Mercedes kijkt me doordringend aan als ze vertelt dat we bijvoorbeeld wel kunnen verlangen dat ze ‘bij de groep komt zitten’, maar dat ze dit pas als prettig ervaart wanneer ze van binnen het vertrouwen voelt om dit te doen. Willen we ander gedrag zien dan heeft het dus geen zin om je te focussen op het gedrag, zo wordt duidelijk door haar gesteld. En ze vervolgt met glimlachende ogen ‘kijk daarentegen eens naar hetgeen we nodig hebben om dit te gaan doen’.
In het gesprek met de jongeren ga ik verder op het feit dat hun behoeften en verlangens een nauwe relatie hebben met denken, voelen en gedrag. Vrijheid bijvoorbeeld is als er een keuze ervaren wordt. Maar ook wanneer je ervoor kiest om die vrijheid ‘op te geven’ om daarmee bv te leren hoe je kunt functioneren in een maatschappij die geregeld oplegt wat jij kan en mag doen.
In de relatie benoemen ze hoe belangrijk de peergroup is. Een groep waarin je gelijken treft, die je interesses delen, waarin je geen vooroordelen ervaart, je merkt dat iedereen je accepteert zoals je bent en je tegelijkertijd ook weet dat je niet de enige bent die het soms zwaar heeft in z’n leven. Peter vat het samen: 'Respect, veiligheid en vertrouwen zijn hierbij het uitgangspunt.'
Janneke gaat verder. 'Ook voor onze mentor is dat belangrijk hoor. Dat er iemand is die echt naar ons luistert. En ons af en toe prikkelt iets te gaan doen. Dat je samen kunt kijken naar de toekomst, maar tegelijkertijd werkt aan korte termijn stapjes. Want echt waar, als je me vraagt wat ik wil worden, dan weet ik dat niet. Dat ik dingen te leren heb om later op mezelf te wonen, te werken of te gaan studeren, dat weet ik wel. En daar wil ik ook best aan werken. Het is fijn om met iemand te kunnen zitten en even de weekplanning door te nemen. En dan mogen ze best zeggen ‘ik denk dat het goed voor jou is als…'
Mercedes herhaalt de belangrijkste punten in haar eigen woorden. 'Zorg dat ik begrijp dat het goed is. Dat is het belangrijkste. Ik heb er een hekel aan als je je zin doordrijft. Ik wil vertrouwen hebben, want als ik dat niet voel, dan ga ik in verzet. Dat bedoel ik niet lullig, het is een vraag om samen te kijken naar de toekomst. Ik wil voelen dat je het beste met me voorhebt.'
Het is tijd om het gesprek af te ronden. Samen komen we tot een algemene samenvatting: kleine stapjes om een grote afstand af te leggen.
Terwijl ik de jongeren bedank voor hun openheid en tijd blijven hun laatste opmerkingen in mijn hoofd hangen. Dat ‘die relatie’ met een volwassene hetgeen is wat ze juist zo gemist hebben op school. Dat ze niet voelden dat iemand er voor hen was. En dat er samen met hen werd gekeken wat je moest doen en waarom?
Ondanks de pretoogjes van Mercedes die ‘deze aanpak’ al wil laten patenteren voor docenten, raakt het me dat de relatie met de docent wellicht nog meer bepalend is dan welke methode of aanpak dan ook voor een hoogbegaafde leerling.
De kracht van Xandra van Hooff ligt in het leggen van verbanden tussen mensen, relaties en systemen. Op haar website www.xandravanhooff.nl staat meer te lezen.
Feniks is een initiatief van Tijl Koenderink, tevens directeur van Novilo en opleider/trainer.
Dit is een filmpje van Guido Crolla:
Reacties