Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Het Pygmalion-effect en de schaduwzijde van hoge verwachtingen

4 augustus 2015

Het Pygmalion-effect is het verschijnsel waarbij mensen gaan presteren naar wat er van ze verwacht wordt. Hoge verwachtingen koesteren is dus tot op zekere hoogte zinvol. 'Waar de grens precies ligt,' schrijft biologie-lerares Jacqueline Boerefijn in de finaleweken van het schooljaar, 'dat is moeilijk te voorspellen.' In haar blog beziet ze de keerzijde en waarschuwt ze voor het pad dat wordt ingeslagen als kinderen met te hoge verwachtingen worden opgezadeld en met een diagnose zijn opgezadeld. 'Want stel dat het kind met een diagnose, behandeling, medicijnen en extra tijd bij toetsen nog steeds niet aan de hoge verwachtingen kan voldoen? Wat kan een kind zelf dan nog van school verwachten?' Haar blog.

De laatste loodjes van het schooljaar. Leerlingen achter de broek aan zitten om zich in te schrijven voor een herkansing. Leerlingen die spontaan om een extra kans komen vragen, omdat ze zó graag over willen, en ze nog maar ééntiende punt nodig hebben. Een mail van de moeder van Anne, die er wel slecht voor staat, maar nu onderzocht is op ADHD, en pillen slikt, dus of we daar rekening mee kunnen houden, want ze kan het echt wel. En een telefoontje van de vader van Perry, die ook eindelijk een diagnose heeft gekregen en waarbij de behandeling juist is gestart, en of we wel snappen dat vanaf nu al het huiswerk echt gegarandeerd altijd gedaan zal worden.

Hoge verwachtingen koesteren is tot op zekere hoogte zinvol. Het Pygmalion-effect is het verschijnsel waarbij mensen gaan presteren naar wat er van ze verwacht wordt. Rosenthal en Jacobsen (1968) testten dit op een groep schoolkinderen die zij zogenaamd een IQ-test afnamen. In werkelijkheid werd niets gemeten. Docenten kregen een lijst met willekeurige namen van leerlingen die ‘goed’ gescoord hadden. Een jaar later werden de kinderen opnieuw getest, maar nu echt. De resultaten waren verrassend. De kinderen die ‘at random’ op de lijst geplaatst waren als zijnde kinderen met een hoge score, behaalde nu daadwerkelijk statistisch significant betere resultaten dan hun klasgenootjes. De op niets gebaseerde verwachting van de docenten omtrent de intelligentie van deze kinderen was werkelijkheid geworden.

Er zit uiteraard wel een grens aan dit fenomeen. Tot op welke hoogte het zinvol is om hoge verwachtingen te koesteren? Waar die grens precies ligt, dat is moeilijk te voorspellen. Als aan (te?) hoge verwachtingen niet voldaan kan worden door een kind, dan wordt er hulp gezocht. Om die hulp bekostigd te krijgen moet er vaak eerst een diagnose worden gesteld. Het aantal mogelijke kwalen schijnt met de komst van de DSM-5, het nieuwe handboek psychiaters fors te zijn uitgebreid.

De druk op kinderen om te presteren wordt van verschillende kanten opgevoerd. De minister wil graag dat we met z’n allen excelleren en in de top 5 van de PISA terugkeren. De ouders verkeren in de illusie dat hun kind het gelukkigst kan worden als het maar een zo hoog mogelijk schooladvies krijgt. Als je de verwachtingen te hoog opvoert, en een kind er echt niet aan kan voldoen, dan kan het juist resulteren in faalangst en depressie.

Psychologen, psychiaters en andere hulpverleners hebben over het algemeen geen of slechts korte wachtlijsten. Dat is best jammer, want in de tijd dat er nog lange wachtlijsten waren, bleken veel kwalen (ook lichamelijke) al lang vanzelf genezen te zijn voordat een behandeling kon starten.

Wees er alert op dat een diagnose ook averechts kan werken. Vraag je altijd af of het werkelijk 100% nodig is om dit kind te bestempelen met een diagnose, en vraag je ook af of een kind misschien meer last kan krijgen van deze diagnose,dan dat hij daar mogelijk voordeel van heeft.

Stel dat het kind met een diagnose, behandeling, medicijnen en extra tijd bij toetsen nog steeds niet aan de hoge verwachtingen kan voldoen? Dan pas kunnen we concluderen dat de verwachtingen echt TE hoog waren. Maar dan? Wat dan? Hoe staat het dan met de schade, de frustratie, de teleurstelling? Wat kan een kind zelf dan nog van school verwachten?

In Vlaanderen hebben ze er een mooi, maar o zo treurig woord voor: schoolmoe.

Rosenthal, R.; Jacobson, L. (1968). Pygmalion in the classroom. New York: Holt, Rinehart & Winston.

Jacqueline Boerefijn is docent biologie op het Groen van Prinstererlyceum in Vlaardingen en Master of Applied Positive Psychology. 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief