Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Het morele kompas, door voorbeeld ingegeven en daarna geïnternaliseerd: 'Ik voelde, dit klopt niet, dit is niet goed!'

2 september 2015

'Meester Dries, mijn held, onze held. Meester Dries, de meester die er altijd helemaal voor je was als je hem nodig had. De meester die op een vroege zaterdagochtend opeens langs de lijn van het voetbalveld stond om ons aan te moedigen, met een flesje drinken en een zakje chips na afloop in de kleedkamer.' Het was de favoriete meester van de school, en Roland Schut, docent Pedagogisch Tact wist precies waarom. Toen hij eindelijk bij hem in de klas zat en het volledige vertrouwen van de meester had, kon zijn wereld niet meer stuk. Totdat... 'Hoe had ik dit kunnen doen? Hoe had ik in godsnaam het vertrouwen van meester Dries zo kunnen beschamen?' 

Ik was een jaar of 8 en zat eindelijk bij Meester Dries in de klas. Meester Dries was de lievelingsmeester van de school. Ik kon niet wachten tot dat schooljaar begon…

Na een aantal maanden was een bevriend klasgenootje jarig. Vlak voor de ochtendpauze werd hij toegezongen en mocht hij trakteren. Hij deelde van die heerlijke kleine Marsjes uit. Superlekker vond ik die….! Toen we buiten op de speelplaats waren bleek dat de kinderen uit de zesde klas er die dag niet waren. Zij hadden bij ons op school altijd een vaste plek op het speelplein waar alleen zij mochten voetballen. Meester Dries stelde voor dat wij dan maar vandaag moesten gaan voetballen.

Hij vroeg of ik onze bal uit het klaslokaal wilde gaan halen en ik holde naar binnen de trappen op (ons lokaal was op de 2e verdieping). Ik pakte de bal, er mocht geen tijd verloren gaan. Ik wilde het lokaal weer uitlopen, maar zag toen opeens de schaal met nog drie Marsjes op het bureau van meester Dries liggen…

Ik wilde doorlopen, maar de verleiding werd te groot. Ik pakte heel voorzichtig één Marsje van de schaal, haalde het papiertje eraf en stak het in m’n mond en proefde de chocola. Heerlijk! Ik wilde weer doorlopen maar toen dacht ik ‘of ik er nu één of drie pak, maakt ook niets meer uit.’ Ik pakte  de overgebleven Marsjes, stak ze in m’n mond en liep met volle mond en de bal in m’n handen vlug naar beneden.

Maar na vijf, zes treden wist ik en voelde ik: dit klopt niet, dit is niet goed! Ik kreeg het ineens enorm benauwd en raakte in paniek. Hoe had ik dit kunnen doen? Hoe had ik in godsnaam het vertrouwen van meester Dries zo kunnen beschamen? Meester Dries, mijn held, onze held. Meester Dries, de meester die er altijd helemaal voor je was als je hem nodig had. Meester Dries die écht geïnteresseerd in je was en niet alleen in wat je allemaal kon en wist, maar vooral in wie jij was,wat jij voelde en dacht. De meester die op een vroege zaterdagochtend opeens langs de lijn van het voetbalveld stond om ons aan te moedigen, met een flesje drinken en een zakje chips na afloop in de kleedkamer. Meester Dries die je bijna altijd zag lachen, de meester die zijn werk met veel plezier deed.

Terwijl ik de trap afliep, voelde ik me steeds beroerder worden. Ik gaf de bal aan de meester. Normaal was ik misschien wel de meest fanatieke en enthousiaste voetballer van de klas, maar nu had ik geen zin. Na de pauze liepen we samen naar ons lokaal. Ik voelde me enorm rot en het liefste was ik naar huis naar m’n moeder gerend. In de klas viel het meester Dries natuurlijk direct op dat de Marsjes waren verdwenen. Ik durfde hem niet aan te kijken. Meester Dries reageerde echter uiterst rustig, keek de klas rond en zei op een kalme toon: ‘Ik zie dat de Marsjes in de pauze zijn verdwenen, maar dat kan natuurlijk nooit iemand van ons geweest zijn, want dat doen wij niet, zo gaan wij niet met elkaar om.’ Ik voelde me nog schuldiger, nog beroerder…

Ik weet niet hoe ik dat uur tot aan de middagpauze ben doorgekomen. Ik heb niets gehoord, niets gedaan, niets gezegd, alles ging geheel aan mij voorbij. Soms had ik het idee dat Meester Dries mij even aankeek, maar snel keek ik dan een andere kant op.

Uiteindelijk werd het dan toch 12 uur. Terwijl iedereen zich zo snel mogelijk naar buiten haastte, bleef ik drentelen. Meester Dries kwam naar me toegelopen en ging naast me zitten, zei niets maar legde zijn arm over mijn schouder. Ik barstte in huilen uit. Meester Dries zei nog steeds niets maar hield me nog wat steviger vast. Door m’n tranen riep ik: ‘En nu gaat u het natuurlijk ook nog allemaal tegen m’n moeder vertellen..?!’

Meester Dries keek me aan, glimlachte en zei: ‘Dat lijkt me niet meer nodig,  ga maar lekker naar huis!’

Roland Schut (5 augustus 1964 – 18 december 2020) was docent Pedagogische Tact en Pedagogisch Leiderschap bij NIVOZ tot 2017, daarna was hij verbonden aan het Centrum voor Pedagogisch Contact (CPC).

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief