Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Het leek mij onzinnig dat ik bedacht en voordeed hoe je een bloem moest knutselen, terwijl er in de klas nog 25 creatievelingen rondliepen'

3 februari 2016



'Ik dacht dat ik niet in staat was een knutselopdracht te bedenken dat tot een ‘mooi’ resultaat leidde of dat ik te lui was om voor ieder kind exact bij te houden wat hij al wel kon. Ik verliet het basisonderwijs om meerdere redenen, maar de teleurstelling om mijn ‘falen’ hierin (hoewel ik hierop nooit kritiek heb ontvangen) was er zeker één.' Anne van Hees blikt terug op haar carrière in het onderwijs, maar heeft nu een heel andere kijk op creativiteit en leren dan toen. 'Ik Sofie (4 jaar en geen school van binnen gezien) nog nooit aangemoedigd een ‘knutselwerkje’ te maken en toch kan ze prima een schaar hanteren.'

pexels-photo (3)Tijdens mijn carrière als leerkracht in het basisonderwijs, die bestaat uit verschillende korte en lange vervangingen in alle jaargroepen tussen 2002 en 2004 en nog een vervanging van twee maanden in een kleutergroep in 2010, verbaasde ik me over de systematische en programmatische aanpak van wat – wij volwassenen menen dat – kinderen dienen te leren. Werd het niet direct gestuurd door een methode, dan was er wel een collega, protocol, werkgroep, rooster, toets of observatielijst die mij ertoe bewoog ervoor te zorgen dat de kinderen in mijn klas zich op gezette tijden motorische, sociaal-emotionele, morele en cognitieve competenties eigen maakten. Liefst ontrafeld en opgedeeld in blokjes zodat ik nauwkeurig kon bijhouden wie wat al wel, bijna of nog niet kon.

Het leek mij onzinnig dat ik bedacht en voordeed hoe je een bloem moest knutselen, terwijl er in de klas nog 25 creatievelingen rondliepen. Het leek mij ook dat een kleuter die nog niet van een kast kon of durfde te springen (in de gymzaal wel te verstaan, niet in de klas), dat niet sneller of beter ging doen als ik hier een handelingsplan op zette, maar dat ‘vanzelf’ zou gaan doen als hij zag dat zijn 24 klasgenoten met plezier de sprong maakten. Met andere woorden: het leek mij dat wij gewoonweg moesten (samen)leven en dat de meeste kinderen zich dan op de meeste gebieden prima zouden ontwikkelen.  




Maar dit was niet wat ik destijds dacht. Ik dacht dat ik niet in staat was een knutselopdracht te bedenken dat tot een ‘mooi’ resultaat leidde of dat ik te lui was om voor ieder kind exact bij te houden wat hij al wel kon en wat ik te doen had om zijn niveau op te krikken. Ik verliet het basisonderwijs om meerdere redenen, maar de teleurstelling om mijn ‘falen’ hierin (hoewel ik hierop nooit kritiek heb ontvangen) was er zeker één.

Nu ik moeder ben van een kleuter en een peuter, werpt dit een nieuw licht op het onderwijs dat ik diende te verzorgen. Zo heb ik Sofie (4 jaar en geen school van binnen gezien) nog nooit aangemoedigd een ‘knutselwerkje’ te maken en toch kan ze prima een schaar hanteren. Dit kan ze omdat ik graag naai. Zij ontdekte op een dag, toen ik achter de naaimachine zat en zij wat rommelde in mijn naaidoosje, een heel klein schaartje. Toevallig precies passend bij de omvang van haar hand. Ze trok de handvatten ervan uiteen en bracht ze weer bij elkaar. Zodoende zag ze dat het schaartje de knipbeweging maakte. Ik vertelde haar dat je er iets mee kon doorknippen. Zij pakte een klosje garen en begon met het afknippen van stukjes draad. Eerst moeizaam en met behulp van twee handen en mijn handen die de draad strak spande. In de weken die volgden vroeg ze zelf telkens weer om het schaartje, zag ze hoe ik deze met één hand hanteerde, nam dat voorbeeld over en probeerde ook andere materialen door te knippen.

Ik neem de ontwikkeling van mijn kinderen heel serieus en denk tegelijkertijd dat ik daar enkel invloed op kan hebben, maar geen controle. Daarbij zie ik dat mijn invloed het grootst is in het creëren van stimulerende voorwaarden zoals een nieuwsgierige en ontvankelijke houding bij mij, het zorgen voor een prettige sfeer en een goede relatie met mijn kinderen, het bemoedigen van mijn kinderen (let wel, dit is iets heel anders dan ‘prijzen’), het hebben van hoge verwachtingen naar de ontwikkeling van mijn kinderen en het zorgen voor voldoende, afwisselende en goede materialen en activiteiten. Vaak zijn dit materialen en activiteiten die we gewoonweg in het dagelijks leven tegenkomen.    

Vandaag hadden Sofie haar zusje Liesje zin om cadeautjes te maken. Sofie knipte – zoals het een kleuter betaamt – met wijd open mond  het cadeaupapier voor zowel zichzelf als voor Liesje in kleinere – soms te kleine – stukken. 

Lees verder.

Anne van Hees is onderwijskundige ohaar eigen site blogt Anne regelmatig over onderwijs, opvoeding en ouderschap. 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief