'Het is maar een spelletje...' Mijn verbazing werd groter toen ik de rest van het team naar hem zag knikken en lachen.
12 september 2015
Ellen Emonds wilde als kind een spelletje winnen. Als dat niet lukte, zorgde dat aan tafel voor veel hilariteit én drama. Als lerares neemt ze haar geschiedenis mee de klas in. Maar soms is er een kind nodig om anders tegen 'winnen of verliezen' aan te kijken.
Als jongste van een gezin met vier kinderen heb ik veel spelletjes verloren. Mijn broer en zussen, vele jaren ouder en wijzer, waren me altijd te slim af en ik, ik verloor. De troostende woorden van mijn moeder: ‘Het is maar een spelletje…’ werkten steeds vaker averechts en zorgden er alleen maar meer voor dat ik mijn frustraties niet meer de baas kon en huilend het Mens-erger-je-niet-bord over de tafel smeet. Dit tot grote hilariteit van broer en zussen en het drama was compleet.
Nog steeds ben ik dol op spelletjes, maar dan vooral op winnen, want winnen is immers belangrijker dan meedoen! Tegenwoordig verlies ik minder vaak en kan ik me beter beheersen, maar het is nooit ‘maar een spelletje’.
Drie jaar geleden had ik een groep 8 met 18 leerlingen waarvan maar liefst 15 van het mannelijke geslacht. Iedere pauze moest er gevoetbald worden. En het ging niet zelden om het winnen. De jongens speelden fanatiek en meestal sportief. Toch was er regelmatig iets te doen na de pauze. Iemand had niet overgespeeld, een overtreding gemaakt, lopen klooien of er was zelfs knallende ruzie ontstaan. Nooit deed ik de ontevredenheid en boosheid af met de dooddoener ‘het is maar een spelletje’. Steeds keken we naar wat er mis ging, wat ieders rol was en vooral naar hoe we elkaar konden helpen om iedereen op z’n best te laten voetballen met als gevolg dat kinderen elkaar beter leerden verdragen en begrijpen.
Tegen het eind van het schooljaar stond het wereldberoemde lokale voetbaltoernooi op de agenda. Een jaar lang iedere pauze voetballen had z’n vruchten afgeworpen: wij beschikten over een superteam. Alle poulewedstrijden werden glansrijk gewonnen, zo ook de halve finale. De grote finale verloren we echter nét. Verslagen en verdrietig kropen we bij elkaar, maar niemand was boos op een ander, ze maakten elkaar juist complimenten om het goede spel.
Uiteindelijk zei één van de sterspelers: ‘Ach weet je, het is ook maar een spelletje.’ Ik keek op en mijn verbazing werd groter toen ik de rest van het team naar hem zag knikken en lachen.
En ik, ik begreep eindelijk dat het maar een spelletje is.
Ellen Emonds is lerares op OBS de Bonckert, docente Pedagogische Tact bij het NIVOZ, spreekt zij regelmatig voor klein en groot publiek en vormt zij samen met haar zus de projectleiding van het Nederlandse Expertisecentrum ErvaringsGericht Onderwijs.
Reacties