'Het is geen handdruk uit beleefdheid. De hand en de woorden zijn echt'
19 juni 2015
Frans Droog volgde afgelopen woensdag een workshop over fenomenologie, gegeven door Geert Bors. Het zette hem aan het denken over een pedagogisch moment dat hem had geraakt. Hij schrijft over de ontmoetingen in zijn klas. 'We schudden elkaars hand en kijken elkaar in de ogen. Het meisje begint te spreken. Ik luister. Ik hoor haar woorden maar voel ze vooral.'Bij ons op school gaan geen bellen of toeters aan het einde van een les. De klok toont de tijd en de leerlingen zien deze. Ze staan op, pakken hun tas in en verlaten het lokaal. Soms zeg ik iets om de leerlingen mee te delen dat deze les voorbij is. Best wel vaak zeg ik iets. De handen van de klok tonen onze voeten waar te gaan.
Een nieuwe groep leerlingen komt binnen. Ze zijn veertien of vijftien jaar en ze zijn met zijn eenendertigen. Ze praten, sommige met elkaar, sommige met hun mobieltje. Hun monden en de vingers van hun handen delen vliegensvlug wat hen bezighoudt op dat moment. Ze kijken naar elkaar of naar hun scherm. Ze luisteren naar elkaar of lezen de gedachten van een ander. Er is geanimeerd geluid. Er wordt gelachen.
De leerlingen verdelen zich over het lokaal, zoals zij altijd doen. Naar hun plaats, of de plaats die voor hen nog over was. Een jongen loopt direct op mij af. Ik zit achter mijn bureau. De computer van school rechts naast mij, mijn laptop recht voor mij. De boeken voor deze klas liggen, gesloten, links naast de computer, midden in een een stapel andere, gesloten, boeken.
De jongen steekt zijn hand uit. Ik de mijne. We schudden elkaar’s hand en kijken elkaar even in de ogen. We zeggen niets. Even zijn alleen wij in het lokaal. Elke les opnieuw. Hij is begonnen met de uitgestoken hand, ik heb hem nooit geweigerd. Soms zegt hij goedemorgen, soms goedemiddag, soms niets. De andere leerlingen praten, gaan zitten, praten, pakken hun boeken, praten. Zij zeggen niets over onze schuddende handen. Een enkele heeft er ooit naar gevraagd.
Het is het einde van de laatste les van het jaar. Er is geen bel gegaan maar de klok tikt zijn signaal. Ik sta op van achter de tafel waar ik zat, achter in het lokaal, en loop naar mijn bureau, aan de voorkant. Halverwege het lokaal is de deur en de meeste leerlingen van deze groep van negentwintig dertien- en veertienjarigen zijn inmiddels daar al door naar buiten.
Het meisje steekt haar hand uit. Ik de mijne. We schudden elkaars hand en kijken elkaar in de ogen. Het meisje begint te spreken. Ik luister. Ik hoor haar woorden maar voel ze vooral. Het is geen handdruk uit beleefdheid. De hand en de woorden zijn echt. Ze ballen al onze gesprekken van een heel jaar in een paar seconden samen. Onze serieuze discussies, onze onzinnige onnavolgbare grapjes, ons onderwijzen en leren. Ons samen zijn. Ze bedankt mij hiervoor. Ze bedankt mij hiervoor.
Ik maak me klaar om te zeggen dat ik het graag heb gedaan. En dat heb ik ook. Maar terwijl ik haar aankijk, en in mijn ooghoek naast haar zie hoe haar beste vriendin zich bij ons aansluit, zeg ik wat ik echt wil zeggen. Ik bedank haar. Ik bedank haar.
LEES VERDER.
Achtergrond
Dit jaar ben ik voor het eerst actief als blogger voor HetKind. Voorafgaand aan de onderwijsavonden die regelmatig door NIVOZ / HetKind worden georganiseerd komen een aantal van de bloggers van HetKind bijeen om te praten over en actief te zijn met bloggen en onderwijs.
Afgelopen woensdag was dit in de vorm van een workshop over fenomenologie, naar aanleiding van een eerder hierover verzorgde masterclass door Max van Manen. Een onderdeel van de workshop was het met elkaar in groepjes bespreken van eerder geschreven, of speciaal geschreven, blogposts en deze dan met een fenomenologische bril bekijken. Ik was van plan geweest hiervoor speciaal een blogpost te maken en hij zat ook deels in mijn hoofd maar had geen tijd kunnen vrijmaken hem daadwerkelijk te schrijven.
Samen met Femke Cools en Rob Bekker heb ik de verhalen die zij hadden meegenomen besproken, om de essentie ervan te achterhalen en te zien wat nu het moment was dat zij probeerden te delen en hoe dit er fenomenologisch geschreven uit zou kunnen gaan zien. Hoe beschrijf je een moment achteraf op een wijze die recht doet aan het moment zonder vervuiling achteraf? Het verhaal dat ik in mijn hoofd had werd hierbij stapsgewijs duidelijker en in onze uitwisselingen werd de essentie van het moment dat ik probeerde te vangen steeds dichter bereikt. Zeker toen de vraag gesteld werd of ik iets aan de uitwisseling had gehad en dit moest verwoorden zag ik het moment zoals ik het moment had beleefd.
Toen ik thuiskwam heb ik meteen geschreven. En op publish gedrukt.
Het verhaal dat ik heb geschreven kwam naar boven omdat ik regelmatig na afloop van dit soort momenten bedenk dat ik niet in staat ben wat ik voel op dat moment zelf voldoende over te brengen. En dat bedenken is natuurlijk voelen.
De belangrijkste reden dat dit verhaal naar boven kwam is echter omdat het voor mij de zingeving van lesgeven illustreert. De parels die je voelt in onderwijs die niet zijn te meten. En nooit te vergeten. Daarmee waard om te delen.
Een ervaring als deze fenomenologisch beschrijven, en publiek maken, zie ik als een goede oefening voor mijzelf en als een verrijking door zijn verbreding.
Frans Droog is leraar biologie, natuurkunde, scheikunde en wiskunde op het Wolfert Lyceum in Bergschenhoek. Hij is tevens bestuurslid van The Crowd en blogt op zijn website.
Reacties