Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Het idee om geluk centraler in de klas te zetten is zo gek nog niet’

22 september 2015

De week van 21 tot 25 september staat in het teken van het pesten. Dit jaar promoot de Stichting School en Veiligheid saamhorigheid in plaats van zich specifiek tegen de pesters te keren. In dat kader schreef Jacqueline Boerefijn dit artikel over het belang van het werkplezier van de leraar en het welbevinden van leerlingen. ‘Er zijn geen wondermiddelen die iedere dwarse puber omtoveren in een modelleering. Eerder stenen die je in de rivier gooit waardoor het water vaker de gewenste kant uit gaan stromen.’


photo-1439003511744-2a0490ea0a88Als leerlingen niet lekker in hun vel zitten, lijden de leerprestaties daaronder. Andersom werkt het ook: als de leerprestaties teleurstellen, lijdt het welbevinden. Deze negatieve spiraal kan volgens mij omgebogen worden door aandacht te besteden aan het werkplezier van docenten en het welbevinden van leerlingen. 


De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de geestelijke gezondheid van tieners uitgeroepen tot een prioriteit omdat naar schatting 10 tot 20 procent van de tieners één of meer psychische of gedragsproblemen heeft en zelfmoord de tweede belangrijkste doodsoorzaak is in de leeftijdsgroep van 15 tot 35 jaar in de Europese regio. Depressie is gewoon geworden onder jongeren: ongeveer 10 procent ervaart een ware depressie vóór de leeftijd van 14 jaar. Tussen 10 en 20 procent van de jongeren heeft een vorm van een angst- of stemmingsstoornis, een bepaalde vorm van gedragsproblematiek of doet aan middelengebruik voor de leeftijd van 18 jaar.


De kans op al deze vormen van leed zijn kleiner bij jongeren die regelmatig positieve gevoelens ervaren. Gelukkig zijn is een belangrijke beschermende factor tegen depressie, risicogedrag (roken, drinken, drugs, gokken, seksuele misstappen, criminaliteit) en schooluitval. Gelukkig zijn is dus niet alleen prettig, maar ook gezond.


Welbevinden in de samenleving


Het idee om geluk in de klas centraler te stellen is zo vreemd nog niet, ook in de kerndoelen van het onderwijs is hier ruimte voor, al wijkt de gebruikte terminologie natuurlijk wat af. 


Kerndoel 34 beschrijft bijvoorbeeld: De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen. 


Kerndoel 35 zegt: De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden.


Als we de definitie van de WHO van mentale gezondheid even aanhalen is de parallel met geluk duidelijk: 'Een vorm van welbevinden waarin elk individu zijn of haar eigen potentieel kent, kan omgaan met de normale stress van het leven, productief kan werken en in staat is een bijdrage te leveren aan zijn of haar omgeving.'


Nederland doet het wat dit betreft overigens goed. Volgens UNICEF en de WHO heeft ons land de gelukkigste jeugd van Europa en de OESO landen. Jammer genoeg daalt het geluksniveau significant in de puberteit, vooral bij meisjes. 


Bestrijd pesten niet, maar streef naar een positieve sfeer


De positieve psychologie onderzoekt wat bijdraagt aan een gelukkig leven en heeft een aantal interventies ontwikkeld die helpen mentale veerkracht te vergroten. Soms gaat het om eenvoudige oefeningen die al een behoorlijk effect kunnen sorteren en die voor iedere docent bruikbaar zijn in de klas. Hier moeten we echter direct twee kanttekeningen bij maken: we weten niet zo goed welke oefening het best werkt voor welke leerling. Ook is het nooit zo dat één oefening bij iedereen gelijk werkt, het zijn eerder stenen die je in de rivier gooit waardoor het water vaker de gewenste kant uit gaan stromen. Het zijn echter geen wondermiddelen die iedere dwarse puber omtoveren in een modelleering.


De positieve psychologie helpt een belangrijke valkuil te vermijden. In de omgang met pubers is het soms verleidelijk te blijven hangen in wat ze allemaal verkeerd doen en ze regelmatig te waarschuwen dat ze de verkeerde kant op gaan. Soms is dat beslist nodig, maar het werkt vaak veel beter om pubers volwassen te behandelen en hen aan te spreken op wat ze wel kunnen en goed doen. Tijdens de mentoruren Lessen in Geluk vroegen we de leerlingen de sterke kanten van elkaar te beschrijven. Perry kreeg daarbij te horen dat hij vaak vriendelijk was. Behalve verbazing en trots, veranderde ook zijn houding in de klas. Hij gedroeg zich minder opstandig tegen de docent. Zijn docent verzuchtte: 'Hoe komt het nu dat het ineens wel lukt?' Perry antwoordde : 'Mevrouw, het is voor het eerst in mijn leven dat ik eens wat aardigs over mezelf heb horen zeggen, toen u zei dat ik goed ben in vriendelijkheid.'


Hoe maken we het hier WEL gezellig?


Het loont de moeite het anti-pestthema om te draaien. De gedragspsychologie kan steeds beter uitleggen dat NIET niet handig is. Niet pesten is net zoiets als NIET denken aan een roze olifant. Hoe maken wij het hier WEL gezellig? Is waarschijnlijk een veel effectievere vraag. Pubers hebben vaak moeite om een reëel beeld van zichzelf te krijgen en vaak schatten ze zichzelf negatiever of lager in dan nodig. Juist bij de moeilijkste leerlingen kan het bijzondere effecten hebben om te benoemen dat je ook iets goeds in hem ziet. 


Deze positieve insteek vindt ook plaats door voor te leven in de klas. Sterke kanten herkennen bij jezelf kan je helpen om ze vaker te gebruiken als docent of in je privéleven. Wie sterke kanten uitbouwt, wordt een kei, terwijl mensen die zich focussen op hun zwakke kanten meestal in de middelmaat blijven steken. Als docenten zichzelf ook trainen in het zien en benoemen van sterke kanten bij hun leerlingen, helpen zij de leerlingen enorm. Deze docenten zullen meer hoop genereren, en daarmee ook geliefder worden. 


Als je aan leraren vraagt wat zij het leukste van hun werk vinden, komt het helpen van leerlingen vaak op de eerste plaats. Leraren helpen leerlingen richting volwassenheid. Leerlingen kunnen het goed gebruiken dat leraren hen helpen om door te zetten, samen te werken, zelfvertrouwen te ontwikkelen, teleurstellingen te overwinnen, ruzies uit te praten en nog veel meer. In de dagelijkse drukt vergeten docenten soms hoe belangrijk zij kunnen zijn voor leerlingen. Ook vergeten zij wel eens waarom zij destijds het onderwijs in gegaan zijn. Veel leraren beginnen idealistisch aan de opleiding, echt van plan via hun werk de wereld een beetje de goede kant op te helpen. 


Een deel van dit stuk verscheen eerder in het tijdschrift Bij de les. 


Jacqueline Boerefijn is docent biologie en mentor. Voor haar project “Lessen in geluk” kreeg ze de H.J. Jacobsprijs voor onderwijsvernieuwing. In 2010 studeerde ze af als Master of Applied Positive Psychology aan de University of East London. 


Dr. Ad Bergsma is psycholoog en associate lector zelfmanagement bij Saxion, spreker en auteur van zeventien psychologische boeken. Hij promoveerde in 2011 aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam met zijn proefschrift “onvolmaakt geluk”.


Meer lezen over geluk in de klas? Jacqueline Boerefijn en Ad Bergsma schreven samen het boek 'Gelukkig voor de klas' waarin leraren handreikingen krijgen om zich weer te verbinden met de mooie aspecten van hun beroep. Ook hebben zij lessen ontwikkeld die hieraan kunnen bijdragen: www.lesseningeluk.nl

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief