Grote moeite, door een klein meisje: 'Voor de juf, ze is vandaag jarig…'
6 mei 2017
Nicole Padberg staat 's ochtends in de rij bij de supermarkt. Achter haar een klein meisje, hooguit acht jaar. Ze wil iets kopen voor haar juf, want die is vandaag jarig. Hoeveel kan ze kopen voor twintig euro, vraagt het meisje zich af. In haar hand een muntje van twintig cent.Een jong meisje, ze zal hooguit acht jaar zijn geweest, staat vanochtend achter me in de rij bij de kassa van de supermarkt. ‘Ik weet niet of ik dit met 20 euro kan betalen,’ zegt ze tegen me. Grote vraagtekens in haar ogen. Ik kijk, er ligt een reep chocola op de band en het meisje heeft 20 eurocent in haar hand. Mijn vraag voor wie ze het koopt, beantwoordt ze met: ‘Voor de juf, ze is vandaag jarig!’ De vraagtekens maken plaats voor een lichte twinkeling.
Ik merk mijn oordeel op: welke ouders sturen hun kind tegenwoordig nog met 20 cent op pad? Waarom hebben die ouders dat gisteren niet al met dit meiske geregeld, het is nota bene kwart voor negen, zo komt ze nog te laat op school etc etc.
Dit gaat allemaal in een split second door mijn hoofd. Ik wil niet handelen naar deze gedachten. Ik blijf rustig en vriendelijk.
Ik vraag haar of het haar eigen centjes zijn, dat kan natuurlijk ook nog. Nee, van ouders meegekregen….
De jongen achter de kassa zegt dat ze hiermee niets kan kopen.
Teleurgesteld druipt het kind af, schouders omlaag, schooltas op de rug.
Het doet pijn in mijn hart.
Zo’n jong kind, dat zoveel moeite doet op de vroege ochtend om een cadeautje te kopen voor haar juf. Terwijl ik dit schrijf voel ik echt verdriet. En compassie voor dit meisje.
Ik ga haar achterna en roep buiten: ‘Meisje! Kon je niks kopen? Wat ga je nu doen?’
‘Naar school, dan heb ik maar niks.’
Weer een steek in mijn hart.
Ik zie voor me hoe zij straks, misschien wel als enige van de hele klas, niets heeft voor haar juf….hoe gaan de andere kinderen hierop reageren? Hoe zal zij zich voelen? Natuurlijk weet ik niet zeker dat het zo zal gaan, maar ik acht de kans groot.
We staan bij de bloemenwinkel. Ik voel mee met dit kind en ik vraag - met een dikke vette knipoog naar de dame van de bloemen - of ze dan een bloemetje wil kopen voor haar juf? ‘Misschien hebben ze hier wel iets dat je kunt betalen.’ (knipoog, knipoog).
De bloemenverkoopster speelt het spel mee. ‘Ja hoor, we hebben wel een potje met narcisjes voor een euro.’
Ik vertel het meisje dat ik er tachtig cent bij kan doen zodat zij toch iets heeft om aan de juf te geven. Dat wil ze wel!
De bloemendame pakt het potje leuk in, doet er prachtige lintjes omheen. Twintig cent van het meisje, tachtig cent van mij en begrip van de bloemenverkoopster.
Samen maken we de wereld wat mooier.
Ik hoop dat het meisje nog op tijd op school komt, het is inmiddels al vijf voor negen!
Dat ze niet op haar kop zal krijgen wanneer ze toch te laat blijkt te zijn. Dat er dan iemand is aan wie ze rustig mag vertellen hoe het komt dat ze er nu pas is.
Dat de juf blij zal zijn met dit bloemetje. De juf die nooit zal weten welke grote moeite er is gedaan door een klein meisje.
Nicole Padberg-Jansen diende in april 2013 haar ontslagbrief in op de middelbare school waar ze zestien jaar als docent had gewerkt en werkt nu als zelfstandig coach.
Reacties