'Grootste talent is om je hersenen te gebruiken'
1 april 2015
Was prof. dr. Jan de Lange voorheen hoogleraar verbonden aan het Freudenthal Instituut en de Universiteit van Utrecht, tegenwoordig werkt hij vooral met kinderen tussen 3 en 6 jaar. ‘Op deze leeftijd gaan kinderen creatief en oplossingsgericht denken’, weet De Lange. Uit zijn lezing op de Hoge School Leiden (2012) een paar inspirerende voorbeelden .Jan de Lange begint met het filmpje over Wesley en de luchtspuit.
De 'luchtspuit' bestaat uit twee injectiespuiten (zonder naald) die met een slangetje aan elkaar verbonden zijn. Als de ene zuiger is uitgetrokken en de andere ingeduwd, kan door het induwen van de uitgetrokken zuiger de lucht naar de andere spuit verplaatst worden. De activiteit wordt met opzet niet met water gedaan, hoewel dat ook kan, maar met lucht. Bij gebruik van water zie je immers door de aanwezige luchtbelletjes het water bewegen, bij gebruik van lucht zie je niets. De onderzoeker zet, terwijl het kind toekijkt, de luchtspuit zoals boven beschreven in elkaar. Het kind houdt de ene spuit vast en de onderzoeker vraagt wat er zal gebeuren als de andere spuit wordt ingeduwd.
Beschrijving van het filmpje
Wesley (vijf jaar en drie maanden) en de onderzoeker praten over twee plastic spuiten die door een slangetje aan elkaar verbonden kunnen worden. 'Yeah, dat is pas leuk', reageert hij. 'Je kunt er iemand mee nat spuiten'.De zuiger van één van de spuiten wordt helemaal uitgetrokken en beide spuiten worden met het slangetje aan elkaar verbonden. Wesley houdt de spuit met de ingedrukte zuiger vast en de onderzoeker de spuit met de uitgetrokken zuiger. 'Wat zou er gebeuren als ik deze nu induw?' Wesley kijkt en volgt het slangetje naar zijn spuit. Hij denkt na, en zegt na een diepe zucht: 'Dan komt de lucht naar de mijne toe.' 'En wat gebeurt er met de jouwe dan?' 'Die spuit het terug.' 'En dan?' 'Gaat het naar de uwe toe.'De zuiger wordt nu ingeduwd. Plotseling heeft Wesley het in de gaten. Onderzoeker: 'Hoe kan dat nou?' 'Omdat u wat doet. U duwt hem daarheen.' Onderzoeker: ‘Hoe kan dat nou. Ik duwde hier hoor, ik heb niet daar geduwd.' Wesley: 'Ik weet het niet meer zo precies.' 'Kun jij het ook?' Langzaam duwt Wesley zijn eigen zuiger in en kijkt naar de andere. Triomfantelijk: 'Jaaah.'Beide zuigers worden nog een paar keer ingedrukt. Nog eens de vraag aan Wesley hoe dat nou kan. 'Omdat deze naar die ademt.' 'En waar zit de adem dan nu?' Hij wijst naar de spuit met de uitgeschoven zuiger. 'Hiero!'Bekijk hier het filmpje
‘Je grootste talent is om je hersenen te gebruiken’, hoor ik Jan de Lange zeggen tegen de zaal na het bekijken van dit filmpje. Het doet mij denken aan één van de tien uitgangspunten van The Coalition of Essential Schools: ‘ Learn to use your mind well’.
Jan de Lange merkt op dat ouders van b.v. Wesley hun kind vooral met plezier ziet spelen. Experts zien vooral de inhoud en de cognitie op zo’n filmpje en vraagt wat het publiek ziet wie goed naar Wesley kijkt? Een aantal inzichten wordt genoemd en de stappen daarin:
Natuurkundig inzicht:
- Eerst snapt hij er niets van
- Dan gaat het ‘heen en weer’: primitief taalgebruik
- Maar dan: als u dit doet dan… : er ontstaat meer hersenactiviteit
- Tenslotte weet Wesley het antwoord: hij ademt
Taalontwikkeling:
- Eerst zie je een akoestische nabootsing
- Dan komt de als-dan redenering
- Daarna zoekt Wesley nieuwe woorden
- Tenslotte vindt hij een metafoor uit
Enthousiasme:
- Wesley wil zelf aan de slag
- Let op de vraag van de onderzoeker: wat denk je dat het is? i.p.v. Wat is het?
- Zal ik het voor je doen? oppert Wesley: hij voelt zich uitgedaagd
- Daarna vertelt hij hardop over zijn eigen inzichten
Hier gaat het over fluenced intelligence, houdt De Lange de zaal voor.
Hersenonderzoek zegt helemaal niets over ‘teaching’, waardoor experts zeggen dat nascholing nodig is en ouders zeggen dat Ogen Geven belangrijk is. Talentenkracht slaat een andere weg in, nl. die van de viermaal I:Inspiratie, Interventie, Instrument en Inzicht.
Over inzicht gesproken: Jonge kinderen kunnen veel meer dan we denken. Eigenlijk hebben ze meer technisch inzicht dan volwassenen, zo laten ook andere filmpjes zien. Kijk hier eens waar Daan met de trapkogelbaan aan het werk is of hier voor het werk van Kim. Zonder dat ze de trapkogelbaan aanraakt hanteert ze de juiste principes en redeneringen en geeft er een ongelooflijke uitleg aan.
Kinderen komen via verwondering en nieuwsgierigheid naar redeneren, het oplossen van het probleem en logisch denken. Daarbij is het opdoen van ervaringen essentieel en is nieuwsgierigheid de basis voor science, besluit Jan de Lange zijn boeiende betoog.
Voor meer informatie kunt u op de website van Talentenkracht terecht.
Tekst: Rikie van Blijswijk. Foto's: Marina Boekenstijn
Reacties