#geentoetsdeschooluit: 'Toetsresultaten alleen gebruiken voor leren en onderwijzen'
17 maart 2015
De Inspectie van het Onderwijs heeft een specifieke rol om de naleving van wet- en regelgeving en het leveren van onderwijskwaliteit te beoordelen. De Wet op het Onderwijstoezicht geeft hiervoor richtlijnen. Maar nergens in deze wet staat vermeld dat scholen of schoolbesturen informatie of resultaten op moeten sturen naar de inspectie. Deze informatie moet 'beschikbaar worden gesteld',. En dat kan door de inspecteur op school of door het bestuur uit te nodigen en inzage te geven in de resultaten. 'De wet openbaarheid bestuur is echter niet van toepassing op schoolbesturen en scholen,' zo maakt bestuursvoorzitter Adrie Groot duidelijk. 'Dit betekent dat het uitgangspunt van#geentoetsdeschooluit prima ingevuld kan worden door toetsresultaten alleen te gebruiken voor het leren en onderwijzen.'Vanuit het streven om een optimaal leef- en leerklimaat te organiseren voor het kind waarbij er sprake kan zijn van een ononderbroken ontwikkeling is 'toetsen' belangrijk. Elke dag zal een ouder, en ook de pedagogisch medewerker, kijken naar het kind en 'oordelen' over wat gezien wordt. Observeren, gesprekjes, werkjes, spelen - en ook toetsen - geven belangrijke informatie voor het kind, de leerkracht en de ouder om dat optimale leef- en leerklimaat te optimaliseren. En daar waar nodig of gewenst aan te passen. Een leef-en leerklimaat dat kinderen uitdaagt, ruimte geeft voor ontwikkeling en waarbij het door gerichte feedback zelf eigenaar kan zijn over dit ontwikkelingsproces.
Tijdens de gehele basisschoolleeftijd is toetsen, in de meeste brede zin van het woord, dus belangrijk. Voor de leerling om succes van beheersing te ervaren, maar ook om te zien dat verdere verdieping gewenst is om tot die beheersing te komen. Met vallen en opstaan ontwikkelen. En voor de leerkracht geeft de toets informatie om het leef- en leerklimaat aan te passen. Soms intuïtief, maar ook vaak op grond van nadere analyse, wordt pedagogisch of didactisch geïntervenieerd.
Om dit ononderbroken ontwikkelingslijn voor kinderen mogelijk te maken is onderlinge afstemming tussen kind-leerkracht-ouder gewenst. Maar ook zeker met collega's van de kinderopvang, binnen de school en met het voortgezet onderwijs. Alle uitwisseling staat in het teken van het realiseren van die ononderbroken ontwikkelingslijn.
Vanuit de wens van de Inspectie van het Onderwijs naar uniformiteit, administratieve beheersing en mogelijk ook als antwoord op bezuiniging bij dezelfde inspectie worden veel toetsresultaten digitaal aangeleverd bij de inspectie. Deze ontwikkeling heeft een tweetal zeer kwalijke consequenties:
1 De inspectie spiegelt de resultaten aan de gemiddelde norm.
Daarmee wordt niet alleen de helft van alle kinderen bij voorbaat gediskwalificeerd, maar wordt ook elke intrinsieke motivatie bij kinderen geëlimineerd. Voldoe je aan de gemiddelde norm dan ben je toch klaar!
2 Een tweede, mogelijk nog kwalijkere, ontwikkeling is dat de informatie waarover de inspectie beschikt onder de Wet Openbaarheid Bestuur valt.
Daarmee hebben externe 'onderzoekers' maar ook de media toegang tot deze data en kan deze in een ongewenst perspectief gezet worden. Alleen de resultaten laten zien en dan lijstjes maken over de onderwijskwaliteit van scholen is nog erger dan appels en peren met elkaar te vergelijken.
Het zal duidelijk zijn dat de Inspectie van het Onderwijs een specifieke rol heeft vanuit de overheid om de naleving van wet- en regelgeving en het leveren van onderwijskwaliteit te beoordelen. De Wet op het Onderwijstoezicht geeft hiervoor richtlijnen. Nergens in deze wet staat vermeld dat scholen of schoolbesturen informatie of resultaten op moeten sturen naar de inspectie. Deze informatie moet beschikbaar worden gesteld en dat kan door de inspecteur op school of door het bestuur uit te nodigen en inzage te geven in de resultaten. De wet openbaarheid bestuur is echter niet van toepassing op schoolbesturen en scholen.
Dit betekent dat het uitgangspunt #geentoetsdeschooluit prima ingevuld kan worden door toetsresultaten alleen te gebruiken voor het leren en onderwijzen. Resultaten te bespreken in het gesprek van leerlingen-leerkracht- en ouders.
Leerkrachten, scholen zullen niet moeten wachten op controle, maar zelf invulling moeten geven aan professionele verantwoording. Een stevig inhoudelijk verhaal en waar nodig met ondersteuning van data/toetsen/resultaten. En dat geldt niet alleen naar de inspectie, maar ook naar de leerkracht die het kind verder begeleidt en naar de docent voortgezet onderwijs. Wat dat betreft is er niets op tegen om het schooladvies, in een gesprek met de ontvangende docent in het Voortgezet Onderwijs, te ondersteunen met relevante data-informatie. Dat kan rechtstreeks of via de ouders van deze kinderen.
Daarbij is wel het uitgangspunt dat ook het Voortgezet Onderwijs deze informatie alleen hiervoor gebruikt en niet alsnog via geautomatiseerde systemen de wereld in gooit.
Adrie Groot is voorzitter van het College van Bestuur bij stichting Flore in Heerhugowaard.
Reacties