Geen rampenplan, maar een leerkracht met een uitzonderlijk talent
6 maart 2017
Voor zijn voormalige meester was hij een verschrikking. En nu stond hij op de stoep om leraar te worden. Marlies Bolsius ging als schoolleider samen met haar collega's de uitdaging aan en gaf de jongen een LIO-plek. En zij vonden de juiste snaren. Het werd geen rampenplan, zoals werd gedacht, want hij bleek een leerkracht met een uitzonderlijk talent. Haar verhaal.Aan het begin van het schooljaar 2011-2012 vroeg een jonge man bij ons een LIO-plaats (leraar in opleiding) aan. De gegevens van deze student waren mij zeer bekend. Ik wist dat hij zelf een heel moeizame schoolloopbaan achter de rug had.
Zijn eigen basisschooljaren hadden zich gekenmerkt door een werkelijk traumatische hoeveelheid strafmaatregelen die varieerden van de klas uitgezet worden en op de gang werken ,tot geïsoleerde plekjes tussen twee kasten in de klas. De speelpauzes bracht hij dikwijls door zittend op een gymbank in het speellokaal, terwijl de andere kinderen buiten waren.
“Een rampenplan,” volgens de meester die hij ongelukkigerwijs drie schooljaren achter elkaar trof! In die drie jaar is hij meerdere keren thuisgekomen met de vingerafdrukken van de meester op zijn arm. “Zo’n joch krijg je niet met je handen op de rug de klas uit,” was het commentaar van deze leerkracht.
Zwaar onderpresteren, met hangen en wurgen (soms bijna letterlijk) had hij ten slotte de mavo gehaald. Hij ging SPW doen, omdat vooral kleine kinderen hem leuk vonden. Hij was een ‘natuurtalent’, zo bleek. Op een cluster4-school functioneerde begon hij als klassenassistent. Hij voelde als het ware van binnenuit aan hoe moeilijk het voor deze kinderen was in groepsverband te moeten functioneren.
Deze jongen had via zijn traumatische ervaringsstroom een enorme allergie opgebouwd tegen:
- Precies te doen wat anderen van je willen. (Dat lukte hem niet en liep immers altijd op een straf uit!)
- Hokjescultuur. (Hij baalde er van want hij paste er nooit in!)
- Afrekencultuur. ( Dat kom je altijd duur te staan!)
Hij had en heeft nog steeds de grootste moeite met beoordelingen en met punctueel registreren en ook met voorgeschreven planningen en dichtgetimmerde lesprogramma’s. Je zou als traditionele leerkracht kunnen concluderen ‘totaal ongeschikt voor ons team’. En toch hebben wij hem binnengehaald. Hij kwam te werken in groep 5.
Een niet onaardige leerkracht werd zijn directe begeleidster en ik als stage- coördinator hield deze jongen vanuit mijn positie in de gaten. Zijn ontwikkeling verliep niet zonder slag of stoot. De begeleidende juf heeft haar hele trucendoos geopend om hem tot een volwaardige leerkracht te kneden. En creëerde daarmee voor zichzelf en ook (bijna !) voor deze jonge man het zoveelste gevoel van mislukking.
De uiterste maatregel van deze Juf was dat hij zijn Lio-periode moest verlengen en daarin enkele “opdrachten op maat’ (zoals zij dat noemde) moest uitvoeren. Met als climax:
In een schriftje een zeer uitgebreide inventarisatie van de inhoud van de kasten opschrijven!!
(Potloden in de rode bak rechtsonder, schriften op de juiste nummering 2de plank links. enz.)
Dit alles was voor deze jonge man, in de laatste fase van zijn pabostudie, bijna aanleiding om te kappen met het idee ooit echt als leerkracht te gaan werken. Maar hij had één grote passie: muziek maken en met name percussie. (Waarschijnlijk was deze voorkeur voor slaginstrumenten in zijn aller jongste jaren ontstaan uit pure frustratie)
In een gesprek met hem, zijn begeleidster en mij kwam zijn talent uitvoerig ter sprake. Het idee werd geboren om zijn eindscriptie te maken over het belang van muziek in een mensenleven. Ritme ter ondersteuning bij concentratieproblemen.
We gaven hem op school de gelegenheid om muziekworkshops te geven aan verschillende groepen. Dat bracht hem in zijn kracht. Een eerste lessencyclus liep uit op een concertje van een groep kinderen voor de ouders, een tweede lessencyclus op een straatconcert in hartje Rotterdam.
Laatst organiseerden we een Open Podium waarin hem eindelijk de erkenning te beurt viel (door de kinderen!) die hij zo ‘duurzaam’ verdiend heeft. Een jongen uit zijn groep, een geestverwant (ADHD-er, hoogbegaafd, onderpresteerder en onhandelbaar in de groep) loodste hij tijdens zijn LIO-stage door menig moeilijk moment. Hij liet dit jongetje de djembé ontdekken en samen speelden ze de sterren van de hemel.
Nu speelt hij af en toe in Sesamstraat, heeft veel succes met zijn Straatband ‘Convoi exeptionel’, geeft lessen beeldende vorming en muziek op een vmbo-opleiding voor moeilijk handelbare jongeren en is door deze leerlingen zelf gevraagd mentor van hun groep te worden. Een taak die hij naar ieders grote tevredenheid weet uit te voeren.
Marlies Bolsius, alumna Pedagogische Tact en lid van het Bloggerscollectief van hetkind
Reacties
Janet Veen
Prachtig, wat word ik hier blij van