Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Finnen zijn competatief volk, maar of documentaire realistisch beeld geeft?'

10 december 2011

Minna Sangi kreeg zelf onderwijs in Finland, nam op haar 21ste de boot naar Nederland en is nu moeder van twee kinderen. Ze bekeek de documentaire ‘The Finland Phenomenon’ vanuit verschillende perspectieven en achtergronden. En ze vergelijkt.

Wat mij allereerst opviel was de Amerikaanse stijl, waardoor ik me afvraag hoe realistisch deze documentaire is. Hoe objectief is het beeld, en wordt het wel door de leerlingen zelf en de ouders als zo ideaal beleeft? In de film is één moeder geïnterviewd die zelf ook leerkracht was.

Natuurlijk, ik herken een heleboel vanuit mijn eigen jeugd, maar of het nu zo perfect is als wordt voorgeschoteld? Daar kan mijn zusje die nog steeds in Finland woont en in het onderwijs actief is, later iets over vertellen.

Ik ben in 1971 geboren en heb mijn onderwijsperiode volledig in Finland genoten, dus tot en met het gymnasium. Vanaf 1992 woon ik in Nederland, in Zutphen, in een bolwerk van Vrije Scholen. Ik heb twee dochters, van 6 en 8 jaar die op De IJssel zitten. 

Als Finse hoefde ik pas op mijn zevende naar school, naar de eerste klas zoals het daar werd genoemd. Dan ben je leerplichtig. Daarvoor werd er zogeheten ‘kleuteropvangklassen’ aangeboden als de ouders fulltime werkten, wat in Finland vaak het geval is. Ik heb nauwelijks kleuteropvang gevolgd, omdat ik midden in het merengebied bij mijn grootouders woonde, ver weg van de bewoonde wereld. 

Mijn school was een heel kleine dorpschool, waar de 1e en 2e klas bij elkaar waren gevoegd; en klas 3 t/m 6. Heel weinig leerlingen dus. De sfeer was huiselijk, veel individuele aandacht en toch ook vrijheid en - inderdaad - weinig huiswerk. Er was een eigen keuken en een kokkin die dagelijks heerlijke warme maaltijden verzorgde.

We waren veel buiten, ook omdat sporten in het Finse onderwijs heel belangrijk is. Als je goed in sporten was (ik vond langlaufen erg leuk) werden er ook geregeld wedstrijden gehouden. Je was min of meer verplicht om mee te doen. Omdat ik vaak won, moest ik naar de grote wedstrijden tussen verschillende scholen. Dat vond ik persoonlijk niet prettig, omdat ik niet competatief ben ingesteld.

Finnen zijn een heel competitief volkje en dat wordt er vroeg ingegoten. Bij de meeste scholen zijn er sportvelden direct in de buurt en je komt al op heel jonge leeftijd in aanraking met allerlei soorten sport: schaatsen, ijshockey, langlaufen, atletiek enz. De natuur neemt een centrale plek in, de school was naast bossen en weilanden. Daar werd volop gebruik van gemaakt, we gingen veel naar buiten. We leerden over allerlei planten, bomen, bessen en zagen soms wilde dieren, zoals elanden en vossen. Ook kaart lezen en omgaan met een kompas was onderdeel van de sportles.

De middelbare school (klas 7 tot 9) was verder van huis. Daar waren grotere klassen en meer klassen van hetzelfde jaar, meen ik me te herinneren. We kregen huiswerk mee en moesten veel studeren. Er werd ook regelmatig getoetst. Ik kan me herinneren dat de leerkrachten heel gestresst over kwamen. Als het nodig was, kreeg je 'extra lessen' om er goed bij te blijven.

Na de 9e klas – toen ik 15 jaar was - kon je doorstromen naar het gymnasium. Of je kon voor beroeponderwijs kiezen. Gymnasium duurde 3 jaar waarna je ook toelatingsexamen kon doen voor de universiteit.

Iedereen kreeg inderdaad t/m de 9e klas hetzelfde onderwijs, maar er waren wel degelijk verschillen in niveaus tussen de leerlingen. Relatief veel jongeren kozen voor het gymnasium, omdat ze een academische opleiding wilden volgen.

Vertrouwen was er wel, dat kan ik volop beamen; ouders vertrouwen de leerkrachten enz. Alles functioneert op scholen op basis van wederzijdse vertrouwen. 

Als moeder van de Vrije School van mijn kinderen herken ik de huiselijke sfeer, de gemoedelijkheid die ik ook in Finland beleefde. Er lijkt in Nederland wel meer hiërarchie en minder gelijkwaardigheid te zijn; de leerkrachten worden als 'juf en meester' aangesproken i.p.v. bij de voornaam zoals in Finland. De klassen zijn groot (30 kinderen) en mijn dochters gaan niet zo snel naar de juf als ze ergens mee zitten.

Op de Vrije School wordt er pas vanaf de 1e klas actief met letters en cijfers gewerkt, net als in Finland. Tot die tijd staat spel, fantasie en het ontwikkelen van de motoriek centraal. Daarin vind ik dezelfde visie terug. Ook de verbondenheid met de natuur is overeenkomstig. Er wordt zo veel mogelijk buiten gewerkt en geleerd op de school van mijn kinderen.

Jammer genoeg lijkt het vertrouwen op het moment ver te zoeken op de Vrije Scholen in Zutphen. Er wordt rigoureus bezuinigd, in klassenassistenten en euritmisten. Er wordt zelfs een hele school - De Zwaan -  opgedoekt vanwege mismanagement. Er heerst veel spanning, verdriet en wantrouwen onder de ouders. Kinderen en leerkrachten worden verplaats naar andere Vrije Scholen in Zutphen. Jammer, want het duurt lang voordat het vertrouwen en de schade hersteld is. 

Minna Sangi.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief