Fabelvertelling: 'Wat ik wel weet,’ zei de kauw, ‘is dat ik er altijd voor je zal zijn'
12 april 2017
Linda Wispels is leerkracht in het basisonderwijs en volgde onlangs het ontwikkeltraject Pedagogische Tact. Door fabels te schrijven zoekt ze naar een diepere betekenis in de dingen die ze dagelijks in schoolsituaties meemaakt. 'Het leert me stil te staan en na te denken over wat ik als leerkracht en als mens belangrijk vind. Het verbindt me steeds opnieuw en hechter aan mijn waarden en daarbij ook aan de kinderen in mijn klas.'Sommige kinderen worden ‘s ochtends gewekt door één van hun ouders. Anderen staan zelf op en smeren hun brood. Een groot aantal kinderen wordt naar school gebracht, sommigen gaan zelf en kijken nog even achterom hoe ze worden uitgezwaaid door een vader of een moeder. Een handjevol kinderen pakt zelf de fiets en gaat alleen op weg naar school.
Al deze kinderen, hoe verschillend ook, lopen zo rond half negen een klaslokaal binnen. Ze ontmoeten daar hun klasgenoten. Veel kinderen kijken uit om hun vriendjes weer te zien. Ze delen naast de verhalen een blik en een lach. Voor sommige kinderen is de drempel hoger. Zij zien op tegen dit weerzien, voelen zich minder fijn.
Zo verschilt voor ieder kind het huis van waaruit ze vertrekken, de weg naar school die ze afleggen en de relaties die ze aangaan met hun klasgenoten.
Maar wat voor ieder kind, iedere dag en op ieder moment gelijk zou moeten zijn, is een juf of een meester die hen ziet. Die dwars door alles heenkijkt en hen daadwerkelijk ontmoet. Die zonder oordeel open staat voor alles dat komen gaat en uitziet naar hen. Het maakt niet uit waar je vandaan komt of waar je naartoe gaat; een juf of meester is blij dat je er bent.
- een baken -
De zon verlichtte met haar laatste stralen nog net het mooiste stuk van het bos. Vastbesloten volgde ik het pad, op zoek naar iemand die antwoord kon geven op de vraag die me al dagen bezig hield. Het verwarde me enigszins en het hield me uit mijn slaap.
Niet ver van waar ik was begonnen, ontdekte ik de giraf. De afdrukken van haar ferme tenen verraadden dat ze al een tijdje op deze plek dwaalde.
Ik kneep met mijn ogen en tuurde naar boven.
‘Giraf,’ begon ik, ‘mag ik jou iets vragen?’
De giraf wierp een blik naar beneden en knikte.
‘Jij bent alles wat ik ooit hoop te zijn. Je mist niets en je ziet alles. Je hebt het overzicht en niets verrast je meer. Maar weet jij ook hoe ík zo groot wordt?’
De giraf strekte haar benen en boog haar nek zover als ze kon voorover. Haar reebruine ogen raakten die van mij. ‘Groot worden gaat vanzelf. Je groeit net zover als dat voor jou is bedacht. En dan stopt het. Zo ineens.’
Ik schuifelde mijn voeten nog verder in het zand.
‘Maar met het groeien alleen ben je er nog niet,’ vervolgde de giraf. ‘Je wilt niet alleen groter worden, je wilt ook verder komen. Kijk nu naar mij. Groot ben ik allang, ik durf alleen nog niet vooruit.’
Het was even stil en ik dacht na over de woorden van de giraf. Toen ik zeker wist dat ze gelijk had, knikte ik en vervolgde ik mijn weg.
Niet lang daarna kruiste de kangoeroe mijn pad. Hij stond even stil en keek me vragend aan. Ik zette een flinke pas in zijn richting en wees naar zijn afdrukken in het mulle zand.
‘Jij maakt grote sprongen, kangoeroe.’
Ik kon bijna zien waar hij vandaan kwam. De kangoeroe knikte.
‘Ik zet me af en zo kom ik steeds een beetje verder.’
‘Dat is iets wat ik ook zo graag zou willen kunnen.’ Ik dacht terug aan de woorden van de giraf. ‘Dat ik ooit groter wordt en verder kom. En dat ik op een dag terug kan kijken op alles wat ik heb gezien.’
Even twijfelde de kangoeroe.
‘Springen is voor iedereen,’ begon hij zacht. ‘De kunst is te weten waar je graag naartoe zou willen. En dat je met dat doel voor ogen alles aankunt. Kijk nu naar mij. Mijn sprongen hebben me uitgeput, maar ik weet nog steeds niet waar ik graag zou willen zijn.’
Even bleef het stil en was ik ontdaan door de woorden van de kangoeroe. Toen zijn gelijk zich aandiende, knikte ik en vervolgde ik mijn weg.
Gedachten golfden door mijn hoofd. Als ik groter wilde worden, moest ik ook verder zien te komen. Wanneer ik sprongen wilde maken, moest ik ook nog de koers te zien bepalen. Ik zuchtte en even wist ik niet waar ik het zoeken moest. Het donker had zich inmiddels meester gemaakt van het bos en even wilde ik terug naar waar alles ooit begon.
Maar ineens viel er een bundel licht vlak voor mij op het pad. Heel even was het daar en toen verdween het weer. Ik keek op en wachtte op haar terugkeer. Opnieuw verscheen het licht en het leek alsof ze me wenkte. Ik besloot op zoek te gaan naar de bron van dat alles en vervolgde mijn tocht.
Het was alsof de vuurtoren de wacht hield over iedereen die de rust in het bos had gevonden. Het licht reikte verder dan ik ooit zou kunnen springen. Ik kwam dichterbij en daar vond ik de kauw.
Ik groette hem, zoals ik dat vaker deed.
‘Kauw,’ begon ik zacht, ‘weet jij misschien hoe ik ooit groot kan worden? En hoe ik, net als de giraf, overzicht heb op alles dat komen gaat?
Hoe ik verder kan gaan en net zulke sprongen kan maken als de kangoeroe? En hoe weet ik dan waar ik graag naartoe zou willen?’
De kauw glimlachte en schudde zijn veren. ‘Er is maar één iemand die antwoord kan geven op al je vragen. En dat ben jij.’
Even wist ik niet goed wat de kauw me probeerde te vertellen.
‘Je wordt vanzelf een beetje groter, maar of je ook meer dan dat wordt, bepaal je zelf. Je kunt al springen, maar de grootte en de wijdte van je stappen liggen in jouw handen.’
Ik keek de kauw vragend aan.
‘Maar wat ik wel weet,’ vervolgde de kauw, ‘is dat ik er altijd voor je zal zijn. Als je het even kwijt bent, kan je altijd terugkeren naar hier.
Ik zal naar je luisteren en je de vragen stellen waar je zelf het antwoord nog niet op weet. Je vindt hier de moed en het lef om te durven; ik zal een spiegel voor je zijn. Zie het als een haven, een veilig plek waar je naar uit kan kijken. Maar weet ook dat ik uitkijk naar jou. Dat ik jou zie in alles wat je bent. En dat ik boven alles om je geef.’
Even tuurde de kauw over het water.
‘En als je het dan weet en je me met vertrouwen in jezelf en vastberadenheid in je ogen vertelt dat je verder wilt, dan wens ik je een behouden vaart.
Dan weet ik zeker dat jij het zult redden en dat je sterker wordt van alles wat er op je pad gaat komen.’
Ik kan je niet vertellen hoe te groeien of waar te gaan,’ besloot de kauw, ‘ik kan alleen maar in je geloven en pal achter je staan.’
Linda Wispels is basisschoolleerkracht en volgde onlangs het traject Pedagogische Tact.
—
Stichting NIVOZ sterkt leraren en schoolleiders in de uitvoering van hun pedagogische opdracht. Het biedt al vanaf 2008 ontwikkeltrajecten aan, onder de naam Pedagogische tact en leiderschap. Deelnemers ontdekken dat ‘tactvol handelen’ daarin meer is dan het verbeteren van de relatie of het hebben van een pedagogisch kompas.
Maand mei, doe mee aan een proeverij
In de maand mei kun je kennismaken met stichting NIVOZ, in het bijzonder met onze docenten en onze werkwijze. Op onze eigen locatie in Driebergen – op landgoed De Horst, gebouw Vossesteyn – zetten we de deur open voor een aantal proeverijen, zowel op avonden als op een zaterdagochtend. Leraren, schoolleiders en bestuurders (in zowel PO, VO als mbo/hbo), dan wel andere onderwijsbetrokkenen of leerlingbegeleiders zijn van harte welkom op vier data.
Voor data en info, zie deze link. Deelname is gratis, maar alleen na inschrijving.
Reacties