'Eindtoetsen basisonderwijs zijn "foplossing"'
18 april 2017
De voorbereidingen op het jaarlijks terugkerende ‘eindexamen’ in het primair onderwijs zijn al geruime tijd gaande. Vóór 1 februari moesten de basisscholen zich reeds hebben ingeschreven voor een van de eindtoetsen die in 2015, naast de bekende Cito-toets, goedgekeurd zijn: Route8 of de IEP-eindtoets. Vanaf dit jaar zijn er nog drie nieuwe eindtoetsen bijgekomen waaruit gekozen kon worden: de Dia-, AMN- en CESAN-eindtoets. Docent Pascal Cuijpers pleit voor afschaffing van de toetsen, zodat de spanning en stress bij kinderen vermindert, de prestaties daardoor zullen stijgen, en de kansengelijkheid al evenzeer.Uit actuele cijfers van de Algemene Onderwijsbond (AOB) blijkt dat de antieke Cito-toets steeds meer lijkt in te leveren aan populariteit. In april zullen nog zo’n 107.000 leerlingen uit groep acht deze toets gaan maken. De IEP-toets en de Route8-toets zijn aan een inhaalrace begonnen in de afgelopen twee jaar, waardoor ze dit jaar bij elkaar garant staan voor zo’n 63.000 leerlingen die hun eindtoets gaan maken. Het resterende en verreweg kleinste gedeelte zal voor het eerst gebruik gaan maken van een van de drie nieuwste eindtoetsen.
De hype rondom het belang van de eindtoets werd twee jaar geleden gedegradeerd tot een minder spannend lijkende test, waarbij het eerder vastgelegde schooladvies van de leerkrachten doorslaggevend zou worden. Hoe het dit jaar ook gaat lopen, het blijft een feit dat het verplicht maken van een eindtoets in februari of april, digitaal of op papier en verdeeld over een dag of over meerdere dagen, een gepasseerd station is en voor een kind geen vruchtbare basis zal zijn met het oog op de onderwijstoekomst. Er zal namelijk meer en meer worden ingezet op het voorkomen van kansenongelijkheid. Echter, de eindtoets zórgt juist voor een kloof in de kansen tussen leerlingen van diverse soorten afkomst. Bijvoorbeeld door de commercieel ingestelde bijlesinstituten en bureaus, die de kinderen van welgestelde- en hoogopgeleide ouders klaarstomen om zo hoog mogelijk te scoren. Iets wat tevens kan zorgen voor een piek in spanning, onrust en onzekerheid, wat weer een eventuele voorloper kan zijn van een depressie. En wat te denken van een kind waarvan bijvoorbeeld een opa of oma is overleden, vlak voor of ten tijde van het maken van de eindtoets? De urgentie van een momentopname als toets en de bijbehorende score zal hierdoor een flinke deuk op kunnen lopen.
Daarnaast brengt de aanwezigheid van categorale scholen vaak onnodig druk met zich mee. Scholen met een zo breed mogelijk aanbod aan diverse niveaus in de onderbouw, zorgen daarnaast juist voor minder spanning en meer uitwijkmogelijkheden. Iets wat indirect minder nadruk legt op de uitslag van een eindtoets. Tevens wordt potentieel leveren van maatwerk zoveel mogelijk in de kiem gesmoord door toetsuniformiteit. De eindtoetsen lijken verschillend te zijn qua aanbod en uitvoering, ze hebben in essentie echter te maken met dezelfde eisen die het ministerie heeft vastgesteld: het toetsen van de reken- en taalvaardigheden en een stukje wereldoriëntatie. De staatssecretaris heeft dit jaar zelfs een expertgroep (…) ingeschakeld om de verschillende toetsaanbieders te helpen om niveauverschillen te beperken en de uitkomsten zoveel mogelijk op één lijn te krijgen.
Kortom, de verplichting van het maken van een eindtoets in het primair onderwijs is een achterhaalde ‘foplossing’, die juist op bepaalde gebieden zorgt voor verdeeldheid en onnodige disbalans bij jonge kinderen. Ouders en leraren hebben hierin de taak om naar meer te kijken dan een uitkomst van een eindtoets, die een kind labelt aan een bepaald schoolniveau. Juist dat zal op den duur gaan zorgen voor kansengelijkheid, meer motivatie, minder spanning en betere resultaten.
Pascal Cuijpers is docent beeldende vorming en faalangstreductietrainer. Hij publiceert o.a. in dagbladen, tijdschriften en onderwijsmagazines. Hij schreef ook een boek, met de prikkelende titel ‘Leraren hebben meer vakantie dan mensen die werken‘.
Reacties