Een verhaal als strohalm: ‘Het moest een dier zijn dat niet kon ontsnappen, maar dat kon verdragen, zonder dat het indrukken achterliet’
7 oktober 2015
In de middenbouw waar Jorien van Engen aan het werk is, zit een tweeling die midden in een echtscheiding van hun ouders zit. Joriens dierenverhalen, die de kinderen feilloos op zichzelf kunnen betrekken, helpen een van de twee om beter om te kunnen gaan met de situatie, maar zijn broer lukt het niet. Tot Jorien met het verhaal van Oessie de Oester komt. ‘Er schoot een ontroering en iets onverklaarbaars over zijn gezicht.’Dat verhalen indruk maken, weet ik al lang. Het is de basis van de cursus die ik geef. Dat verhalen leuk zijn,weet ik sinds mijn opa en oma in het grote bed mij en mijn zusje spannende verhalen vertelden. Mijn opa, stil luisterend tot het moment suprême, om dan grommend als een wolf ons te pakken of met lange pakkende heksenvingers naar ons te grijpen of de wakker wordende reus na te doen. Gierend en gillend kropen we dan bij oma.
Dat verhalen vermaken, is mij ook niet onbekend na vele kampvuurverhalen. Verhalen ontspannen, kosten inspanning, vertellen over angst en de moed om toch door te gaan, verhalen over fouten en hoe ze recht te zetten, kortom, ze zitten vol levenslessen, humor en liefde. Maar dat ze helend zouden kunnen zijn... Daar kwam ik onlangs achter.
Met een middenbouwgroep hadden we de “Roos van Leary” besproken. Alle dieren in hun deel van de stad hebben hun eigen karakter en gedrag. Kinderen wisten feilloos te vertellen wat hun natuurlijke manier van doen was en welk dier daarbij paste. Ze kwamen tot ontdekking dat je ook de eigenschappen van de andere dieren in situaties kon toepassen. Verhalen over de dieren hadden de klas geholpen om alle karakters goed te begrijpen. In de groep zit een tweeling die te maken heeft met een vechtscheiding van hun ouders. Eén van de twee begreep mijn opzet toen hij mij vertelde dat bij een tirade van één van zijn ouders, hij net deed of hij een schildpad was. En dat hielp. De ander kon dat niet. Die bleef zitten en kreeg alles over zich heen. Tranen, verzet, het had geen zin. Het kind zat er echt mee. Hij had niks aan de dieren van de stad.
Als een zeurend stemmetje bleven de problemen van dit kind in mijn gedachten. Hoe meer de ene broer opknapte, hoe meer het stemmetje zeurde. Naar zeurende stemmetjes moet je luisteren, dus op een middag ben ik gaan zitten. Welk beeld kan ik dit kind geven zodat hij de onoplosbare situatie beter kan (ver)dragen. Hij kon zich niet onttrekken aan de verbale rommel die op hem af kwam, het kwetste en beschadigde hem en hij bleef er mee zitten. Het moest een dier zijn dat niet kon ontsnappen maar een dier dat kon verdragen zonder dat het indrukken achterliet. Zo werd het verhaal van Oessie de oester geboren. Oesters laten water, vuil of schoon, door zich heen stromen. Alleen voedsel zeven ze eruit. En komt er eens een zandkorrel mee die ze niet meer kwijt kunnen, dan wordt dat ingekapseld, veilig ver en diep in de schelp om te transformeren tot parel. Dit was een beeld dat ik kon gebruiken.
Het gezicht van dit kind bij de vertelling zal ik nooit meer vergeten. Er schoot een ontroering en iets onverklaarbaars over zijn gezicht.
Ja, verhalen kunnen kinderen met hun onoplosbare problemen handvatten bieden om er mee om te gaan.
Jorien van Engen is jarenlang werkzaam geweest in het (speciaal) basisonderwijs en als intern begeleider. Ze werkt nu als invaljuf en is bezig met het opzetten van Wijs met Verhalen.
Reacties