Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Een tienminutengesprek kan veel meer impact hebben'

9 januari 2017

Christiaan van Os - docent economie in Haarlem - besloot het tienminutengesprek anders aan te pakken. Daags tevoren gaf hij de kinderen die met hun ouders  zouden komen, een briefje mee met daarin het verzoek om het gesprek zelf voor te bereiden én te gaan leiden. Zijn verhaal: 'Wanneer je wilt dat een kind verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedrag en waar nodig gedrag gaat aanpassen, moet je de leerling als volwaardig gesprekspartner gaan behandelen.'

Afgelopen week was het bij ons op school weer zover. Op een donkere decemberavond wees onze school, als een baken van licht, leerlingen en ouders de weg naar onze aula. Massa’s tafeltjes stonden opgesteld met de bijbehorende nummertjes, zodat ouders de juiste docent snel konden vinden. U begrijpt, het was tijd voor de tienminutengesprekken.

Het is een avond van ontmoetingen, het gezamenlijk zoeken naar kansen en het vinden van mogelijke oplossingen voor problemen waar de leerling tegenaan loopt. Dit allemaal samen met de leerling. Althans zo zou het wat mij betreft moeten gaan. In sommige gevallen wordt het gesprek helaas een wedstrijdje ‘zoveel mogelijk verwijten maken in tien minuten’. Ofwel richting het kind, ofwel richting de docent. En docenten en ouders maken zich hier beide schuldig aan, dikwijls met het kind als lijdend voorwerp.  Helaas geldt: verwijt geeft verwijt. Een kind zal na het ontvangen van een rondje verwijten niet plots zeggen: “Goh papa, mama, meneer/mevrouw, bedankt dat jullie vanavond even op een rijtje hebben gezet wat ik allemaal niet kan en fout doe. De focus op mijn (tijdelijke) tekortkomingen geeft mij de kracht en het inzicht om het vanaf morgen meteen anders te gaan doen.”

Nu moet ik ook zeggen dat het verloop van dit soort gesprekken naar de buitenwereld weleens overdreven wordt, zoals in de volgende cartoon:

En, zelfs al verloopt het gesprek heel redelijk, met goed contact tussen docent en ouders, is het dan per se een waardevol gesprek voor het kind? Hoe vaak leiden dit soort gesprekken nu echt tot positieve verandering? Het antwoord laat zich raden.

Het probleem

Het is mijn stelligste overtuiging dat, wanneer je wilt dat een kind verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedrag en waar nodig gedrag gaat aanpassen, je de leerling als volwaardig gesprekspartner moet gaan behandelen.

Echter, ergens in mijn achterhoofd was er altijd een stemmetje dat mij vertelde dat volwassenen het beter weten dan het kind zelf. En natuurlijk voelt de leerling dat! Sterker nog, de leerling neemt hierdoor geen verantwoordelijkheid voor het eigen leren, aangezien wij als volwassenen toch denken de wijsheid in pacht te hebben en de leerling min of meer passeren. Ouders en docent gaan hard aan de slag en bespreken met elkaar (het gedrag) van de leerling waarna ze vervolgens allerlei adviezen naar het kind communiceren als “harder werken”, “minder kletsen” en vervolgens doet de leerling in de meeste gevallen niet zoveel met deze informatie.

En waarom zou de leerling ook? Is de leerling zelf oprecht gevraagd naar wat hij zelf vindt en wat hij nodig heeft?

Ik besloot om dit jaar wat te experimenteren en het tienminutengesprek anders aan te pakken, met als doel om toch vooral het kind veel meer tot volwaardig gesprekspartner te maken en de verantwoordelijkheid voor het gesprek en het eigen leerproces bij de leerling te leggen. Het tienminutengesprek moest meer impact hebben.

Daags voor het tienminutengesprek heb ik de kinderen die bij mij met hun ouders op gesprek zouden komen, een briefje gegeven met daarin het verzoek om het gesprek zelf voor te bereiden én te gaan leiden.

De avond zelf

Ik was op voorhand ontzettend nieuwsgierig hoe mijn leerlingen mijn uitnodiging om het gesprek zelf voor te bereiden op zouden pakken. Het huiswerk wordt immers ook weleens ‘vergeten’. Al mijn twijfels waren echter ongegrond. Tot mijn genoegen had elke leerling iets voorbereid. Er was zelfs een leerling die er niet bij kon zijn, maar niettemin een briefje schreef voor haar ouders om mee te nemen. Overigens bleek in het gesprek met deze ouders direct de beperking van een geschreven briefje; samen kwamen we tot allerlei vragen die we eigenlijk hadden willen stellen aan de leerling. Gelukkig wilden de ouders dit graag oppakken.

Het gesprek dat er verder voor mij uit sprong was het gesprek met Lisette en haar ouders. Laat ik een kort fragment schetsen:

Lisette (5havo) en haar ouders komen aanlopen bij mijn tafeltje en nemen voor mijn neus plaats aan de andere kant van het tafeltje. Na een korte kennismaking open ik het gesprek: “Zo, Lisette, wat kunnen je ouders en ik vanavond voor je betekenen?”. Lisette kijkt me vrolijk aan en oogt wat onwennig zo aan het begin van het gesprek. Voordat ze begint te praten kijkt ze nog even naar haar ouders, alsof ze het stiekem een beetje spannend vindt om de leiding te nemen. Daar is twee seconden later echter niets meer van te merken.


“Ja meneer, weet u, ik weet wel wat mijn probleem is. Ik kan mezelf maar moeilijk motiveren om iets te doen, vooral bij economie maar ook bij een paar andere vakken. Ik heb er gewoon niet zoveel mee en ik maak vaak m’n huiswerk niet. Ondanks dat haal ik wel voldoendes, met een beetje leren op het laatste mnoment, en juist dat is het probleem. Omdat ik toch wel voldoendes haal, voel ik niet de behoefte om dat huiswerk te gaan maken. Daarom ben ik bang dat ik straks op het eindexamen onderuit ga, omdat het dan veel meer stof is en ik te weinig heb geoefend”.


Terwijl Lisette me dit vertelt, zie ik in mijn ooghoeken de blik van haar ouders die ik interpreteer als een blik van vertedering en trots. Ik kan zelf een glimlach ook niet onderdrukken. “Wat mooi dat je al zo goed hebt kunnen reflecteren op je eigen leerproces, Lisette”, reageer ik opgewekt. “Wat heb je van je ouders en je docenten nodig om jezelf beter te kunnen motiveren voor dat lange termijn doel, het eindexamen?”. Deze laatste vraag vind Lisette zichtbaar lastig. Na enige bedenktijd zegt ze: “u zou in ieder geval strenger mijn huiswerk kunnen controleren en als ik het niet af heb me aan het einde van de dag terug laten komen, dan heb ik een stok achter de deur. En ik moet er vaker aan herinnerd worden waar ik het voor doe”. Tevreden hoor ik Lisette verder aan. Dit gesprek gaat over oplossingen. De details werken we de komende week samen wel verder uit. 


Waardevolle inzichten

Deze tienminutenavond heeft me laten zien wat er gebeurt als ik durf los te laten en verantwoordelijkheid durf te geven aan mijn leerlingen. De vragen die ik mijn leerlingen vooraf had gesteld brachten een proces van reflectie op gang. Dat wil niet zeggen dat elke leerling al precies wist wat hij of zij nodig had om tot goede of betere prestaties te komen, maar er werd in ieder geval over nagedacht door de leerling zelf. De input van de leerling werd zo de basis voor het gesprek en dat gaf een compleet andere energie dan wanneer de docent of de ouders een gesprek starten vanuit hun eigen, gekleurde, perspectief. Er ontstond lucht en ruimte voor de leerling om open en zonder oordeel met de eigen ouders en de docent in gesprek te gaan.

Ouders gaven aan dat ze mijn werkwijze met het briefje aan de leerling als heel prettig (en vernieuwend) hebben ervaren. Sommigen voelden zelfs opluchting.

Lees verder.

Christiaan van Os is docent en onderwijsvernieuwer. Hij helpt VO docenten een krachtige en flexibele stijl van lesgeven te ontwikkelen zodat ze met meer ontspanning, leukere en effectievere lessen creëren.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief