Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Een school die meent wat die zegt en dat elke dag opnieuw waar maakt: dáár vond ik mijn plek

14 juni 2016

In de aanloop naar de komende Onderwijsavond in Driebergen – woensdag a.s. met Joop Berding/Wouter Pols, over het gezag van leraren (uitverkocht)- deelt een aantal onderwijsbloggers al verhalen en ervaringen rondom het thema gezag. Jacob Jan Voerman heeft er een gemengd gevoel over, het concept gezag. Tien jaar na zijn lerarenopleiding vond daar een kentering in plaats. Op een school die aansloot bij zijn waarden. Dit is zijn blog. 'Soms werkt het niet, mijn gezag. Ook al is die interne noodzaak nog zo hard aanwezig. Soms is en blijft een club kinderen rumoerig, terwijl er op dat moment echt aandacht nodig is. Dat is geen mislukking. Dat is een proces.'

poppy-1447203_640Ze doen het wel hoor, op de Pabo, aandacht besteden aan je identiteit als leraar. Maar meer dan wat filosofisch gepraat is het niet. Goede bedoelingen, die niet aan de praktijk getoetst worden. Want zodra die praktijk om de hoek komt kijken gaat het opeens over andere dingen. Lesvoorbereiding, klassenmanagement. Als het er op aan komt is die Pabo één groot hoe, en blijft de vraag waarom een beetje zielig als een afgedankt speeltje in de hoek liggen.

Ook dat was een hoe dingetje op de Pabo en de beginnerscursussen. Tips, trucs, do’s en dont’s . Ik kreeg ze niet voor elkaar en liep er volkomen stuk op. Ik liet het onderwijs achter me. Pas tien jaar later begreep ik dat al die hoe's een lege huls waren zonder een waarom om ze te vullen.

Ik had het totaal niet en ik heb het nu wel. Want nu komt mijn gezag van dezelfde plek als mijn waarom. Omdat ik een school vond die aansloot bij mijn waarom. Fijn dat mijn huidige school ook een luid en duidelijk waarom heeft dat in alles te merken is. Op die andere scholen was het amper aanwezig, en als het er al was, kreeg het altijd een tweede plek als het om handelen ging. Wel waren er lijstjes vol met wat's. Dat snap ik wel, een wat is makkelijk vast te pakken, en af te checken. Ze worden ook door lesmethodes keurig voorgekauwd.

Op die eerdere scholen was ik voortdurend bezig met Hoe hoort het hier? Ik was bang dat mijn klas te rumoerig was, want wat zouden de collega’s daar van zeggen? Ik was invaller, en als ik het een keer op mijn eigen manier durfde te doen, sloeg de klas, die keurig gedrild was, helemaal op tilt. Meneer dat mag helemaal niet! En de collega’s? Die waren vaak een vlees geworden Hoe hoort het hier1]. En nooit kreeg ik alle vinkjes gecheckt in de lesmethodes. Somber reed ik naar huis.

En toen werd ik aangenomen op een vernieuwingsschool. Die had een mooi waarom. Maar er was interne strijd tussen de twee groepen acht over de invulling daarvan. Ik voelde dat er van alles was dat niet gezegd werd. Ik raakte bovendien in de war van de met de mond beleden autonomie van de kinderen, en de grote invloed van het team op alles dat gebeurde. Goedbedoeld maar ook enigszins manipulerend. Ik had geen idee waar ik mijn gezag vandaan moest halen. In mijn wanhoop werd ik strenger dan ik wilde zijn, en het werkte niet. Ik reed huilend naar huis.

En nu. Een school die meent wat die zegt en dat elke dag opnieuw waar maakt. Waar je met collega’s niet af en toe vergadert over visie, maar elke dag met elkaar overlegt, ook tussendoor. Waar je mag mislukken, omdat dat hoort in een leerproces. Zingend ga ik tegenwoordig naar huis.

Dat is wat nodig is voor gezag. Uit kunnen gaan van je eigen interne noodzaak en je daarin gesteund voelen door je team. En fouten mogen maken, ontdekkingen mogen doen. Steeds opnieuw.

Het hoe komt waar het hoort op het tweede plan. Soms vindt het zichzelf.

Zo heb ik een keer een paar oudere kinderen uitgefoeterd. Ze maakten rommel en ruimden dat niet op, en ze reageerden schouderophalend toen ik ze daarop aansprak.  Ze liepen naar buiten en ik ging achter ze aan. In een split-second besliste ik dat ik mijn boosheid kon laten gaan. Ik heb ze een stevige preek gegeven: dat we ze nodig hebben als voorbeeld op school. Dat ze precies weten waar ik het over heb, en dat ik niet van ze pik dat ze dit soort gedrag vertonen. Didactisch correct? Weet ik niet, maar wel volkomen authentiek. Later kreeg ik van ze terug: poeh, je was echt boos. Ik ben in ieder geval tot ze doorgedrongen.

En soms werkt het niet, mijn gezag. Ook al is die interne noodzaak nog zo hard aanwezig. Soms is en blijft een club kinderen rumoerig, terwijl er op dat moment echt aandacht nodig is. Dat is geen mislukking. Dat is een proces. En dán wil ik graag een keer kijken naar die hoe.

En dan nog iets dat ik leerde over gezag.

Het is altijd dienend. Het is iets dat je geeft. Zelfs grenzen aangeven is dienend. Gezag is nooit bedoeld om jezelf te beschermen of overeind te houden. Been there done that, werkt niet. Ik weet nu dat je zelf moet kunnen staan. Daarom is je waarom ook zo belangrijk. Dat is waarop je mag leunen. En op je collega’s. Maar nooit op de kinderen.

[1]  Ik kwam natuurlijk ook collega’s tegen die ondanks alle hoe-hoort-het-hier toch hun eigen gang gingen. Nog steeds heb ik groot respect voor hen.

Jacob Jan Voerman is leerkracht op de democratische basisschool De Vallei. Meer verhalen van Jacob Jan vind je op zijn eigen blog

 

 

 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief