Een onderwijssymposium, twee jonge dansers en een overleden vader: ‘Het leven is uniek, onherhaalbaar en kwetsbaar’
13 november 2016
Het was een mini-symposium, n.a.v. zijn nieuwste boek Wij, de leraar. Maar Marcel van Herpen - de auteur – relativeerde de betekenis van dit specifieke werk eigenhandig door te zeggen: ‘Een boek is ook maar een boek. En het had vandaag net zo goed ook het vorige boek kunnen zijn: Ik, de leraar. Of een ander boek. Inspireren en verbinden kan op zoveel manieren. Het gaat uiteindelijk om iets anders.’
Ik heb de teksten van Marcels boek in de zomermaanden - als begeleidend redacteur en als laatste corrector een keer of tien onder ogen gehad. Bovendien is hij al een jaar of vijf mijn collega bij NIVOZ. Dan denk je al snel: ik weet wat er komen gaat, mij verras je niet meer. Maar twee uur later rollen de tranen over mijn gezicht. De verhalen van de middag zijn levensecht en komen bij mij binnen. Een laagje dieper. In het slotwoord komt ‘alles’ voor mij even samen. Het overlijden van mijn eigen vader, een gestrand huwelijk, een periode met burn-out: de schoonheid, onvoorspelbaarheid en kwetsbaarheid van het rijke leven. De dankbaarheid van het moment. Niets is wat het op het eerste gezicht lijkt. ‘Mijn hoop is dat jullie geraakt zijn,’ zo vat Simone Mark, meer dan alleen zijn echtgenoot, samen. Even eerder was Marcel zelf even vol geschoten. Iedereen was er, niemand buitengesloten. Zijn missie, het besef, de opluchting, het eigen geluk, de vreugde en het verdriet bijeen…
Het is nu twee dagen na de enerverende middag in het Ontmoetingsplein MuzeRijk, het multi-functionele complex in het Brabantse Uden waarin onder meer school, kinderopvang, sport en cultuur, dementen-zorg en welzijn in één wijkgebouw verenigd zijn en waar ook onderwijs-directeur Lambert van der Ven zich als een inspirerend gastheer deed gelden. Ik kijk naar een IKON-programma Het Vermoeden, 25 minuten in gesprek met Rikko Voorberg, een jonge theoloog. Hij ziet veel boosheid in de samenleving, uitmondend in een toename van allerlei meningen en opinies op Facebook en sociale media. En pleit voor een volgende stap. Voor een ‘geen-woorden, maar daden-mentaliteit'. Of nog directer: ‘We zijn mensen onder mensen. Als je niet bereid bent de pijn van die ander over te nemen, of werkelijk in actie te komen, misschien kun je dan beter je mond houden.’
Voorberg spreekt over mensen van vlees en bloed en ook ik leef vanuit verbondenheid en verantwoordelijkheid, dus stel ik mezelf de vraag: in hoeverre zit ik vast aan het verhaal van die ander. En of laat de ander mij daarin toe? Hoe doen we dat met elkaar?
Ik zie Teun van Dongen weer op het podium staan, in Uden. (foto rechtsonder) Een volwassen jongeman, opgegroeid in een vee-artsengezin in de omgeving van Boekel. Hij vertelt er zijn verhaal. Een belangrijke toets in het onderwijs maakte hij niet goed, als zeven- achtjarige. Juister gezegd: de uitslag was dramatisch. En heel anders dan meester Marcel het destijds van hem kende. Teun dreigde niettemin naar het Speciaal Onderwijs te moeten. Aan de regels werd niet getornd door inspectie en andere schoolverantwoordelijken. ‘Maar ik heb de toets nog een keer mogen doen, gewoon tussendoor in het kamertje bij Marcel zelf. Daar waar ik me op mijn gemak voelde. En daar ben ik hem nog dankbaar voor.’
‘Het was een van de twee momenten in mijn leven waarop ik als leraar mijn lot direct heb verbonden aan een leerling. Met Teun was het goed. Hij was betrokken en hij had het prima naar de zin op school. Alleen was hij gewoon wat langzamer in zijn ontwikkeling. Maar dat criterium hanteerden we als school niet, zo hadden we het toch met elkaar afgesproken. Dus als hij werd weggestuurd, ging ik ook,’ zo herhaalde Marcel zijn anekdote, uitvoeriger beschreven in Wij, de leraar. Ik kende die tekst natuurlijk. Maar zag en voelde op dat moment wat zoiets in de praktijk betekent. Teun is inmiddels via het vwo en de Universiteit werkzaam in een uitdagende job in Eindhoven.
En zo waren er deze week meer mensen, met échte verhalen. Waar je soms iets voor moet doen om ze op tafel te krijgen. Zo sprak Sihame El Kaouakibi woensdagavond drie kwartier op de derde Onderwijsavond in Driebergen. Over het onvoorwaardelijke geloof dat ze heeft in jongeren, hun talenten en stille dromen en ambities. Ze vertelde over Let’s Go Urban – het Antwerpse stadsproject waarin duizend jongeren per jaar vooral hun eigenwaarde terugvinden. En over haar social entrepeneurship, de uitgangspunten daarbij en alle activiteiten en successen. Een inspirerende voordracht (waarover later meer op de site van hetkind.org), maar ook hier een ontmoeting die zijn diepte vooral kreeg in het vraaggesprek nadien. Sihame werd naar haar eigen biografie gevraagd, naar het kantelpunt waarop ze wist wat ze in haar leven te doen had. Ze sprak over ‘de meisjes om haar heen die zichzelf in de polsen sneden, die vastliepen in gewelddadige gezinsstructuren, in knellende onderwijs- en zorgsystemen - waarin ze niet als mens gezien werden.’ En ze hield even stil, zodat het publiek in Maitland (en de kijkers via de live-stream) konden slikken.
Haar broer Yousef (22) en diens vriend Rafik (24) deden eerder de avond een spectaculaire dans, vol trucs en tricks. Prachtig om te zien. Maar toen hen even later werd gevraagd om iets te vertellen over hun levenspad, kwam het verhaal van Let’s Go Urban pas echt binnen. De identiteitscrisis was nog maar drie jaar terug, de vooroordelen waarmee zij als allochtoon (het woord bestaat in België nog wel) – op basis van huidskleur en andere labels te maken hebben, de enorme betekenis die zij binnen de Vlaamse jongerengemeenschap nu voelen. ‘Ik ben een voorbeeld voor anderen. Ze komen met hun verhaal, vragen en dilemma’s naar mij toe. En dan probeer je er voor hen te zijn.’
De lessen die zij hebben gehad in de voorbije jaren, zijn aan het eigen lichaam en leven onttrokken. Rafik zegt nog onderweg te zijn naar zijn bestemming, die van stuntman in films. En dan is het belangrijk dat je stappen blijft zetten. ‘Wat je veel ziet gebeuren, is dat mensen en veel jongeren na hun eerste tegenslag de kop laten hangen. Daarom is het belangrijk dat je mensen om je heen hebt die in je geloven, die je aan de hand kunnen nemen, die je herinneren aan je droom en achter je blijven staan.’ Yousef vertelt dat de weg die je loopt belangrijker is dan het doel – niet nieuw natuurlijk – maar uit zijn mond klinkt het oprecht en kan ik er niet langer meer omheen.
Willen ze nog wat zeggen tegen alle leraren, schoolleiders en andere betrokken in de zaal en thuis? Een eerste aarzeling toont een gepaste bescheidenheid, maar eenmaal aan het woord, brengt vooral Yousef mij naar het puntje van mijn stoel. ‘Ik heb zestien jaar op school gezeten, zag daardoor mijn leraren vaker dan mijn ouders of anderen thuis. Dan begrijpt iedereen toch dat je in het onderwijs vooral een opvoedende taak hebt. Dat je leerlingen ziet, in zijn totaliteit, dat je met elkaar onderweg bent, op weg naar een eigen identiteit. Ik wist op mijn achttiende echt niet meer wie ik was. Sihame heeft me opgepakt. En het gaat nu goed met me. Maar ik zie hoe het met veel anderen is. Daar probeer ik mijn bijdrage te leveren.’
Het is nu zondagmiddag. Mijn oudste broer uit Nieuw-Zeeland heb ik anderhalf uur via Facetime gesproken. We hebben elkaar vragen gesteld en daardoor kunnen zeggen wat er leeft, wat we over en weer beleven. Minder verhalen ‘over’ en wegblijven van snelle, verregaande oordelen of conclusies, maar gewoon… zeggen wat er is. Elkaar over en weer zien en erkennen.
Het leven is uniek – lees ik op de achterkant van een tijdschrift van omroep Human – onherhaalbaar en kwetsbaar. Laat ik dat onder ogen zien en tegelijk vieren. Misschien met jou. Daar waar het kan.
Rob van der Poel is onder meer werkzaam als redacteur en samensteller van platform hetkind en verbonden aan NIVOZ. Hij opereert vanuit Raakvlak.
Reacties