Een lastige groep maakt een statement
9 januari 2017
Op De Hoeksteen in Nijkerk heeft groep 5 een reputatie een lastige groep te zijn. Het is een beetje ‘ieder voor zich’. Kinderen praten elkaar angst aan. Tot deze zomer. Leraar Grethe Koster en Hans Bakker – verbonden aan het lectoraat van de Pabo in Ede - schrijven over hun succesvolle aanpak. Een artikel vanuit een weerbarstige praktijk, over leerlingen in hun kracht zetten en over de betekenis van het bewust worden van je eigen verhaal.Dit artikel is een illustratie van de totstandkoming van een mission statement op groepsniveau in de periode van september tot en met december 2015. De auteurs van dit artikel staan af en toe in elkaars schoenen, Grethe neemt Pabo-taken ter hand en Hans staat soms voor groep 5 om zo tot co-creatie te komen.
De Hoeksteen is een onderzoeksschool verbonden aan het lectoraat van de Pabo in Ede (CHE). Het lectoraatsthema - dat in samenspraak met de scholen is opgesteld luidt: ‘Talenten & Opbrengsten’. Deze school kiest binnen dat thema voor ‘het verhaal van de leerling en de leraar.’ Het verhaal is een middel om stem en invloed te laten gelden. Daarbij wordt het eigen initiatief en de regievoering van kinderen gestimuleerd, waarbij hun talenten voor het voetlicht worden gebracht. Bij het vertellen van het eigen verhaal, als missie, hebben we het over de identiteitsontwikkeling van de lerende persoon in kwestie: van leerling én leraar.
De Hoeksteen wil - in de ontwikkeling naar een lerende organisatie - een cultuur vormgeven waarin een stimulerende context wordt geboden voor een ieder om te groeien in identiteitsontwikkeling. Zo wordt het eigen initiatief ter hand genomen om het missieverhaal te vormen, te argumenteren en te presenteren, en om erover met elkaar in gesprek te gaan op groeps- en teamniveau. De uiteindelijke opbrengst is een persoonlijk mission statement van leerlingen, leraren en de school.
Groep 5
De eerste paar weken na de zomer was te merken dat de groepsdynamica een kant liet zien die ongewenst was.
Groepsdynamica is “een tak van de sociale wetenschappen die zich richt op het vermeerderen van onze kennis over de aard van het leven in groepen” (Johnson & Johnson, 2008, p. 2). Het begrip is rond 1920 bedacht door Kurt Lewin, die daarmee aangaf dat processen binnen groepen complex en dynamisch zijn en dat de groep een sterkte invloed heeft op haar leden (Hoijtink, 2001; Luitjes & De Zeeuw-Jans, 2014).
Groep 5 kenmerkte zich als een negatieve groep met de eigenschappen die daarbij horen (Van Engelen, 2010, p. 35): strijd om het doel, het ontbreken van harmonie, leden tonen geen respect voor de mening en het karakter van andere groepsleden en bepaalde rollen ontbreken. De rollen die in deze groep werden ingenomen, waren in metaforen die van dictator, intrigant, meeloper en zondebok. Er waren een paar dictators die clubjes oprichtten en andere kinderen opdrachten gaven. De meelopers voerden dit uit, omdat ze bang waren dat ze er anders niet bij zouden horen. De zondebokken waren herkenbaar.
Het ging soms zo ver dat er een aantal zondebokken na schooltijd naar het huis van één van de dictators ging om te zeggen hoe slecht hij het op school doet. In gesprek met die zondebokken bleek dat ze zichzelf heel zielig vonden en zoiets deden uit afgunst. Dat alles maakte dat er in de klas voortdurend op elkaar werd gelet wat negatieve energie kostte. Dit beschadigde ook veel leerlingen. Aan de psychologische basisbehoeften (Stevens, 2010) – autonomie, relatie en competentie – werd in deze groep nauwelijks actief gewerkt.
Het was aanleiding om samen aan een missie te werken en de leerlingen verantwoordelijkheid te geven, ook voor elkaar. De strategie bestond uit het bewustmaken van het eigen gedrag van de groep, ze intrinsiek te motiveren om een ‘betere’ groep te worden en een mission statement te laten formuleren. Het voeren van gesprekken met deze kinderen kreeg vanaf dat moment een hogere prioriteit dan het werken aan vakken. Elk voorval werd besproken volgens reflectievragen: Wat gebeurde er? Wat deed je? Waarom deed je dat? Wat voelde je daarbij? En: Wat had jouw handeling voor effect op de andere kinderen en de groep?
De groep raakte doordrongen van hun uitstraling die negatief was. Het maakte hen klaar voor de volgende stap. Waarbij aangetekend dat het zo intensief bespreken van voorvallen geen sleur mag worden, maar wel nodig is voor het inzicht.
Groep 5 stelde een eigen mission statement samen.
Een mission statement is een doelstelling van een bedrijf of organisatie, in ons geval een doelstelling van een groep leerlingen. “Een doel bereiken betekent altijd dat je iets moet veranderen” (Wardekker, 2009, p. 17).
In kleine groepjes schreven de kinderen waarden op die ze belangrijk vonden. De elementen die de klas belangrijk vonden, waren aanleiding voor gesprek. Zo had een groepje bijvoorbeeld opgeschreven dat ze ‘behulpzaam’ wilden zijn. In het gesprek wat dit dan concreet betekende, zeiden ze: ‘voor elkaar opkomen’, en zo werd deze zin dan in het mission statement van groep 5 geplaatst:
“Wij willen een groep zijn die verbonden is met elkaar, die er voor elkaar is als we elkaar nodig hebben. We willen behulpzaam zijn en voor elkaar opkomen, waar we de talenten van elkaar zien, noemen en gebruiken. Ook willen we een eerlijke groep zijn, waar respect is voor elkaar. Dit statement helpt ons om de goede dingen te doen en om een hechte groep te zijn. Het helpt ons ook om te ontdekken wie we willen zijn in de wereld om ons heen. Nu en in de toekomst!”
Naar aanleiding van bovengenoemde formulering ontspon zich een gesprek over wie ze wilden zijn op het schoolplein. Regelmatig kreeg ik namelijk van de pleinwacht te horen dat het gedrag van groep 5 storend was op het plein. Het viel op dat het reflecterend vermogen van de leerlingen toenam en dat verhoogde de drijfveren om dat wat we besproken hadden in de praktijk uit te voeren. Zo zei David: ‘Juf, als we deze afspraken nou op de muur hangen en elke keer voordat we naar buiten gaan hier kort over spreken, dan moet het wel lukken.’
Zo hebben we afgesproken wat we voor een groep willen zijn, namelijk: een groep die aardig is voor andere groepen en een voorbeeld willen zijn voor andere kinderen. We hebben met elkaar afgesproken dat er altijd een keuze is wanneer je in een bepaalde situatie belandt. Ga je hierin mee? Past dit bij ons mission statement? Dit soort gesprekken geeft energie om te bouwen aan een goed klassenklimaat door middel van morele vorming.
Gebaseerd op Aristoteles’ Ethica Nicomachea is morele vorming:“Het aanleren van een houding om keuzes te maken in het eigen verhaal” (Bakker, 2015, p. 11).
De drijfveer is dat leerlingen zelf nadenken en overwogen keuzes maken en dat niet doen voor de leraar. Uiteraard hebben ze begeleiding nodig van een ‘vragende’ en betrouwbare partner die voor een veilig klimaat zorgt.
In de praktijk
We deden allerlei energizers om het vertrouwen met elkaar te winnen en respect voor elkaar te krijgen. Ook de ouders werden in het proces betrokken doordat ze wekelijks een mail ontvingen over de stappen in het uitvoeren van het mission statement.
Begin november deden we een activiteit gericht op het onderlinge vertrouwen in de groep. De leerlingen gingen in groepjes naar de speelplaats toe waar ze elkaar om beurten blinddoekten. Vervolgens was het de taak om deze leerling over een balk of het klimrek te begeleiden. In groepjes van vier was er één de coach die vertelde steeds wat er gaat gebeuren, één voerde uit die door twee leerlingen werd vastgehouden en begeleid. In een nagesprek kwam naar voren dat kinderen elkaar nu meer vertrouwden en dat ze elkaar als personen meer waardeerden.
Een ander voorbeeld waarbij de kwaliteiten van de groep werden benadrukt, is dat er leerlingen met het idee kwamen om Arne – een groepsgenoot - te bezoeken die voor een ingreep naar het ziekenhuis moest en weer thuis was gekomen. “In ons mission statement staat dat we er voor elkaar zullen zijn: dus we gaan op bezoek bij Arne.” Een conclusie waaruit bleek dat het statement het eigendom van de groep was.
Naast de initiatieven van de leerlingen is het ook belangrijk dat je als leerkracht onderdeel bent van de groep. Zo werden we gevraagd of groep 5 wilde zingen bij een seniorenbijeenkomst over advent. Dit aanbod namen we met beide handen aan: het paste namelijk binnen ons mission statement!
Zelfreflectie
Als leraar laat je in zo’n proces ook kansen liggen en ga je soms te gemakkelijk af op de buitenkant. Door gesprekken krijg je beter zicht op de werkelijkheid.
Zoals bij een leerling die tot kort na de zomer een negatieve rol in de groep speelde. Kinderen waren echt bang voor hem. Op een dag vond er een voorval plaats waarbij hij in zijn oude gedrag terugviel. Boos door het voorval begon ik als leraar het gesprek met hem op de gang en zei: “Nu hebben we zoveel doorgemaakt en je schiet zo weer in je oude gedrag!” Ik ratelde maar door en vertelde hoezeer ik teleurgesteld was in hem. Ik liet hem niet uitpraten en gaf mijn eigen interpretaties aan het gebeuren.
Langzaam druppelden er tranen over zijn wangen en hij zei kordaat: “Juf, je hebt geen idee, ik doe zo mijn best, ik probeer het echt. Maar soms mis ik de aandacht. Vorig jaar kreeg ik die aandacht, terwijl ik verkeerde dingen deed!”
Au! Toen stonden bij mij de tranen in de ogen. Ik bood mijn excuses aan, pakte zijn hand en we zijn teruggegaan naar de groep en hebben verteld wat er was gebeurd en gezegd. De klas reageerde begripvol. Ook sociaal leren doe je samen! Juist doordat zo’n gebeurtenis open wordt besproken, krijgen kinderen begrip voor elkaar en vertrouwen in elkaar. Een opbrengst om trots op te zijn!
Grethe Koster (MSc) is groepsleraar op De Hoeksteen in Nijkerk en studeerde Onderwijspedagogiek aan de VU; Hans Bakker (Ph.D) is onderwijspedagoog aan de pabo in Ede (CHE) en lector ‘Talenten & Opbrengsten’.
Bronnen
Bakker, J.J. (2015). Leer jij jouw leerlingen hun talenten kennen? Het verhaal van de leerling en de leraar. Ede: CHE. De lectorale rede van 28-10-2015 te downloaden via: http://www.che.nl/nl-nl/onderzoek/talenten-en-opbrengsten/publicaties/talenten-en-opbrengsten. Een filmpje over het samenstellen van een persoonlijk mission statement van kinderen uit groep 8 van deze school is te zien op: https://www.youtube.com/watch?v=tfbwMZ5uNeo.
Engelen, R., van (2010). Grip op de groep. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.
Hoijtink, T.A.E. (2001). De kracht van groepen. Normen en rollen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
Johnson, D.W., & Johnson, F.P. (2008). Groepsdynamica, theorie en vaardigheden. Amsterdam: Pearson Education Benelux.
Luitjes, M., & Zeeuw-Jans, I, de (2014). Ontwikkeling in de groep. Groepsdynamica bij kinderen en jongeren. Bussum: Coutinho.
Stevens, L. (2010). Zin in onderwijs. Heerlen: Ruud de Moor Centrum/ Open Universiteit.
Volman, M., & Wardekker, W.L. (2008). Identiteitsvorming op school. In D. de Haan & E. Kuiper (eds.), Leerkracht in beeld. Assen: Van Gorcum.
Wardekker, W.L. (2009). Cultuurhistorische theorie. In M. Hogenes, F. Teunissen, W.L. Wardekker (eds.), Opleiden in Ontwikkelingsgericht perspectief. Assen: Van Gorcum.
Reacties