Een etentje met oud-leerlingen: ‘Ze hebben die drang om het leven te omarmen, gewoon te doen en te durven.’
4 november 2015
‘Het ging over liefde, vluchtelingen, hbo-opleidingen, ouders, toekomst, politiek en natuurlijk kwamen er oude verhalen op tafel’. Havo 5: het einde is in zicht, en de leerlingen in de klas van Inge Spaander vieren dat uitgebreid, met cadeautjes, etentjes en gesprekken. En dan gaat iedereen zijns weegs. Toch blijft het contact bestaan, en en dan krijgt Inge een uitnodiging voor een etentje met vier oud-leerlingen. Natuurlijk gaat ze, en het wordt een etentje zoals met vrienden, waarin mooie dingen gezegd worden.Ineens was het zover. De leerlingen die ik vijf jaar lang bijna fulltime had begeleid gingen examen doen. Het laatste jaar was een bijzonder jaar. Op de school waar wij al vijf jaar aan elkaar verbonden waren gebeurde een hoop: kleine en grote akkefietjes, een nieuwe directeur, veranderingen in het onderwijsconcept, en wij als 5 havo hadden sowieso een beetje een status aparte. De oudste leerlingen, de mafste leerlingen. En in mijn ogen ook de leukste leerlingen. Het naderend einde van vijf jaar verbintenis veroorzaakte verschillende processen. In de groep werden verbindingen bestendigd, maar tegelijkertijd ontstonden er ook ruzietjes en werden verschillen uitvergroot. Soms jammer, maar, zo hield ik mijn leerlingen voor, ook iets wat gebeurt bij een naderend einde, en een nieuwe toekomst. En we vierden dat einde uitbundig: met etentjes, uitjes, gesprekken, cadeautjes.
En toen was het juli. Tijdens de diploma-uitreiking kreeg iedereen, ook degenen die nog niet geslaagd waren, uitgebreid de aandacht. Nog een laatste borrel, een hapje, een omhelzing en toen was het echt voorbij. Samen met mijn leerlingen nam ik afscheid van een periode en een school. Na de zomer zouden we allemaal starten op een nieuwe plek, een nieuwe klas, een nieuwe school. Het was geen moeilijk afscheid, omdat het zo’n natuurlijk proces was. We wisten allemaal dat het daar zou stoppen. Maar ik vroeg mij wel van alles af: Hoe zou het ze vergaan? Zouden ze nog behoefte hebben aan contact met mij? En hoe zou ik dat dan vinden?
Ik herinnerde me het gevoel van plotselinge volwassenheid en vrijheid toen ik meedeed aan de introductiedagen op de universiteit, en besloot om het contact voorlopig alleen van hun kant te laten komen. En de verschillen werden al snel duidelijk: sommige leerlingen voegden mij de dag na de diploma-uitreiking direct toe op Facebook (‘Nu mag het eindelijk’), stuurden berichtjes van hun vakantieadres of vroegen om hulp bij een schoolopdracht. Over anderen hoorde ik zo nu en dan wat via anderen, of ik zag ze in Rotterdam in de verte voorbij rennen: op weg naar de hogeschool. En het was allemaal goed.
Vorige week kreeg ik een Whatsappberichtje van een van de leerlingen, ex-leerlingen dus: ‘Hoi Inge, het is inmiddels al weer een paar maanden geleden dat we elkaar gesproken hebben en we zouden het leuk vinden om weer eens bij te praten. En dan gezellig in Rotterdam.’ Vier leerlingen wilden graag weer eens afspreken. Of ik dat leuk vond? Ja, natuurlijk!
En zo zaten we op een zaterdagavond tegenover elkaar in een restaurant. Er werd nog een keer per ongeluk ‘u ‘en ‘mevrouw’ gezegd, maar al snel ontstond er een redelijke gelijkwaardigheid aan tafel. Niet helemaal, want bij sommige onderwerpen moest even overlegd worden of dat wel met mij besproken kon worden. Het was niet eens een heel groot verschil met de laatste keren dat we elkaar zagen: we waren het afgelopen jaar al langzamerhand naar dit punt toegegroeid. Zeker het laatste jaar waren zij soms wijzer en verstandiger dan ik. Waar ik woedend was, haalden zij rustig adem: ‘Het diploma, het diploma, daar gaat het om, Spaander.’ Het was een etentje zoals met vrienden: iedereen praat door elkaar, het wordt later en later en tussen de grappen en grollen door komen ook serieuze dingen op tafel. En ja, dan werd er wel naar mij gekeken voor een verstandig antwoord. Ach… Het ging over liefde, vluchtelingen, hbo-opleidingen, ouders, toekomst, politiek en natuurlijk kwamen er oude verhalen op tafel: ‘ Nogmaals mijn excuses voor die keer dat u zo boos werd… u had echt gelijk.’ (Ik kon me er niets meer van herinneren). ‘Weet jij nog, toen je net bij ons kwam, je had echt een grote bek.’ ‘ Ja, ik was echt erg.’ (Ik vond hem toen al te gek).
Ik fietste tevreden naar huis. Omdat het een leuke avond was, maar ook omdat ik trots was. Twee zaken vielen me op: een enorm reflectievermogen en een creatieve dadendrang. Ze weten zo goed wat hun sterke en zwakke punten zijn en baseren hun keuzes daar ook op. En dan die drang om het leven te omarmen, gewoon te doen en te durven. Drie van de vier zijn naast hun studie een eigen bedrijfje aan het opstarten, de vierde droomt van stages in het buitenland. De een organiseert een enorm feest in 2016, de ander zit bijna dag en nacht op school om zowel haar mbo- als havodiploma te halen. Ze zijn niet bang om fouten te maken, ze gaan.
Wat mij betreft zijn ze meer dan geslaagd op de middelbare school: klaar om de wereld op hun eigen manier te veroveren. En hoewel ik zeker weet dat de bijzondere vorm van onderwijs die zij gevolgd hebben daartoe heeft bijgedragen, weet ik ook zeker dat deze kwaliteiten in ieder kind huizen. School is juist voor pubers de ideale plek om die kwaliteiten naar boven te laten komen, begeleid door volwassenen die niet je ouders zijn, je klasgenoten om je aan te binden, de wereld mee te ontdekken en te worstelen. Een veilige plek en een echte wereld, maar een vangnet dat het tot oefenplaats maakt.
Inge Spaander is onderwijsdenker, verhalenverteller en docent media & entertainment op het Thorbecke Voortgezet Onderwijs.
Reacties