Een blog over echte lessen: 'Baf! Die zit! En dit keer bij mij'
11 februari 2017
Na een paar donderdagen die steeds iets moeizamer verliepen en dito overdrachten, staat leraar Martin Dogger voor zijn groep. De kinderen zijn terug van gym. Ze zitten in de kring en kijken hem aan. Martin draait de pen rond in zijn hand. Ze hebben al door dat er iets ‘aan de hand’ is, want een gesprek in de kring betekent dat het belangrijk is voor de hele groep. Hij besluit zijn woorden zorgvuldig te kiezen, en begint. Een blog over echte lessen: 'Ze vragen niet om meer of minder vrijheid, ze vragen om overbrugbare vrijheid.'Wekelijks heb ik op donderdag mijn ambulante dag. Over werkzaamheden heb ik dan weinig te klagen. Maar wat me wel tegenstaat de afgelopen weken, zijn de overdrachten met mijn collega. Dat ligt echter niet aan die collega.
Het zijn de kinderen die het onplezierig maken. 'Ik moet er zo aan trekken om alles een beetje te laten lopen Martin. Het is gewoon echt niet leuk mee. Ze zijn wel heel enthousiast en betrokken, maar het duurt zo lang voor ze stil zijn. Ik kan instructies niet helemaal afmaken, laat staan een terugblik op de les. Ik kom gewoon niet toe aan mijn programma voor de dag.'
Dat steekt me. Ik voel een vorm van teleurstelling. Want ik heb juist de afgelopen tijd er hard aan gewerkt om met de kinderen te praten over de omgang met elkaar. Hoe manage ik de verwachtingen die ik koester ten opzichte van hen? Wat mogen ze van mij verwachten in de week? Welke afspraken maken we met elkaar? Waar botsen de individuele wensen met het belang van de groep?
Het steekt me, dat de kinderen er niet in slagen om dit helder te krijgen. Hier hebben we veel gesprekken over gehad, en ik zag dat ze het zich eigen gingen maken. Maar het lukt dan blijkbaar toch niet.
Nu, na een paar donderdagen, die steeds iets moeizamer verliepen en dito overdrachten, sta ik voor de groep. We zijn terug van gym. De kinderen zitten in de kring. Ze kijken me aan. Ik draai de pen rond in mijn hand. Ze hebben al door dat er iets ‘aan de hand’ is, want een gesprek in de kring betekent dat het belangrijk is voor de hele groep. Ik besluit mijn woorden zorgvuldig te kiezen, en begin.
'Gisteren hebben juf en ik gepraat over hoe de dag ging. We hebben naar het rooster gekeken, het werk wat gedaan is en over hoe alles verliep. En om eerlijk te zijn, was dat niet zo’n fijn gesprek. Want we vinden beiden eigenlijk wel dat het anders moet in de klas.'
Ik zwijg even en kijk de kring rond. Alle kinderen luisteren. Maaike wiebelt wat op haar kruk, en Rob wriemelt zenuwachtig met het touwtje van zijn capuchon. 'Gisteren was het niet zo’n leuke dag hier.' Instemmend gemompel, en Rob laat zijn touwtjes los. 'Dat klopt meester, dat heeft juf ook al gezegd.' Ik knik hem bemoedigend toe, en reageer. 'Inderdaad, fijn dat jij dat nog weet. Maar wat niet zo fijn is, is dat juf het eigenlijk niet zo leuk vindt om jullie les te geven als het zo gaat.'
Baf! Die zit!
Maaike stopt prompt met wiebelen, het touwtje van Rob wordt weer ter hand genomen. Ik zie dat meerdere kinderen deze boodschap even moeten verteren. Dan zegt Els: 'Ja maar meester. Jij vindt het gelukkig nog wel leuk om ons les te geven.'
'Nou, heel eerlijk gezegd vind ik het niet zo leuk meer, als ik elke week dit soort gesprekken moet hebben met juf.'
Baf! Die zit ook! En zelfs nog wel een stukje steviger.
'Daarom wil ik dat jullie goed nadenken. Ik wil dat je nadenkt over wat er gisteren gebeurd is in de klas. Je let op je eigen rol, en je gaat bedenken hoe het zijn om voor je eigen klas te staan.' Het duurt even, maar dan worden de papiertjes verdeeld en zoekt iedereen zijn plekje. Vlot, snel, rustig, gestructureerd. Hier hebben we veel gesprekken over gehad. En ik voel een vorm van teleurstelling. Waarom lukt het nu dan wel? Het is juist de bedoeling dat ze de transfer maken. De vaardigheden en attitude die wij samen verkennen, moet ook doorgetrokken worden naar andere dagen, naar andere mensen en andere situaties. Tegelijkertijd voel ik ook trots, als ik zie hoe geconcentreerd en serieus de opdracht genomen wordt. Geen strafwerk, geen preek maar een reflectie om te kijken naar wat er anders zou kunnen en moeten in onze klas.
Als ik vervolgens met de groep in de kring ga, neem ik de verhalen in. Ik scan ze snel, en zie dat het wel goed zit. Een deel van de antwoorden lijkt sociaal wenselijk, maar ze hebben echt naar hun eigen rol gekeken. Daarmee is de kous af. De kinderen hebben lesje wel geleerd.
Het echte lesje komt dan echter nog. Voor mij vooral. Want Sonja durft het aan, om mijn gedrag ook tegen het licht te houden. Ze schrijft het volgende: 'Als ik voor mijn eigen klas zou staan, dan zou ik dat niet zo leuk vinden. Want bij meester krijgen we veel vrijheid om zelf dingen te doen. En een andere juf of meester trekt dan de touwtjes aan, en dat is wel een heel groot verschil. Dat is moeilijk om goed te doen dan.'
Baf! Die zit! En dit keer bij mij.
Er komt een mengeling van gevoel bij mij. Het steekt ietwat, maar de trots en het vertrouwen overheerst. Trots dat Sonja het aandurft om dit te schrijven en in te leveren bij mij. Vertrouwen dat kinderen in mij stellen. Vertrouwen dat ze uiteindelijk die transfer wel weten te maken. Maar dat ze mij daar wel voor nodig hebben. Alleen is mijn rol dan anders dan ik in gedachten had. Waar ik eerst de ruimte gaf, en bleef praten om de kinderen te laten zien hoe ze zouden moeten handelen, vragen ze me nu om de ruimte juist iets in te perken.
Ze vragen niet om meer vrijheid, ze vragen niet om minder vrijheid, ze vragen om overbrugbare vrijheid.
Martin Dogger is leraar op OBS de Schatkamer in Zwolle. Hij blogt op zijn eigen website Over Onderwijs.
Reacties