Een bijzonder tweeluik over verlies: 'Ze kent de situatie, maar kan moeilijk advies geven'
26 oktober 2015
'Ze kan de jongeren bijstaan met raad en daad. Tot het moment dat er plotseling een moeder van een jongen overlijdt. Wat moet ze nu doen? Ze kent de situatie. Welk advies kan ze geven?'Arno van Uden en Martine Huurman besloten samen een tweeluik te schrijven, omdat hun eigen ervaringen met verlies elkaar raakten. Beiden schreven een blog met autobiografische elementen, waarin het perspectief van zowel een leerling als een docent beschreven wordt. In dit eerste deel het verhaal over Liselotte, een veertienjarig meisje dat plotseling haar vader verliest en later, in haar werk met jongeren, op een vergelijkbare situatie stuit. Woensdag verschijnt deel twee.'Papa is dood!', schreeuwt haar moeder in paniek door de telefoon. Liselotte ligt in haar slaapzak, op een camping, in een tent, het is twee uur ’s nachts. Ze is vanochtend samen met haar vriendinnen naar deze camping gebracht. Het is een hecht groepje vriendinnen. Ze zijn voor de eerste keer samen, zonder ouders, op vakantie.
Een eerste weekend weg
Gistermiddag had Liselotte samen met haar moeder haar tas ingepakt. Nadat haar vader thuis was gekomen had hij de barbecue aangestoken en waren ze met het gezin in de tuin gaan eten. Tijden het eten hadden ze het over het weekendje van Liselotte en haar vriendinnen. Het was een gesprek vol vertrouwen, iedereen is er klaar voor.
De volgende ochtend werd Liselotte opgehaald door een vader van een vriendin. Hij bracht ze naar de camping, de vader van Liselotte zou hen op zondag komen ophalen. Nadat ze haar tas had gepakt, haar vader en moeder gedag heeft gezegd stapte ze in de auto. Het voelde goed dat ze voor het eerst alleen met haar vriendinnen weg mocht, dat vertrouwen zou ze niet gaan beschamen, nam ze zich voor.
Het was heerlijk weer toen ze aankwamen op de camping. Gezamenlijk zetten ze de tent op en richtten deze sfeervol in. Alle ingrediënten waren aanwezig voor een weekend om nooit te vergeten! De vriendinnen aten gezamenlijk in het restaurant op de camping en namen nog een drankje in de bar. Liselotte dronk geen alcohol, dat had ze immers afgesproken met haar ouders. De meisjes besloten rond twaalf uur terug te gaan naar hun tent. Nadat de plannen voor morgen waren besproken en de tanden gepoetst, kropen ze in hun slaapzak. Liselotte viel snel in een vredige slaap, totdat ze wakker wordt van het trillen van haar telefoon…
Papa is dood
Een uur later is Liselotte al op weg naar huis. Een buurman heeft haar opgehaald en brengt haar nu naar huis. Bij thuiskomst is haar moeder in gesprek met de huisarts, haar vader ligt al op een brancard en de buurvrouw verzorgt de koffie. Het ambulancepersoneel besluit te vertrekken. Er rest niets meer dan een snelle kus op een koude neus. Dat is Liselotte’s afscheid van haar geliefde vader. Ze is een papa’s kindje.
Nadat de ambulance is vertrokken, is het tijd om andere mensen te informeren over de dood van haar vader. Liselotte loopt naar de telefoon en belt eerst een oom, de broer van haar vader. Vervolgens belt ze opa, vaders vader. In beide gevallen zijn het korte gesprekken: 'Papa heeft een hersenbloeding gehad, nu is hij er niet meer.' Om te zeggen: 'Hij is dood', is een stap te ver, zo voelt het nu.Gedurende de ochtend vormt zich een groep mensen. Er is verdriet, ongeloof, hulpeloosheid maar ook hulp. Hulp in het organiseren van het afscheid en de crematie.
Liselotte wil graag ’s avonds even naar de camping, naar haar vriendinnen. Een tante gaat met haar mee. De avond op de camping voelt goed, even is ze uit de (on)werkelijkheid. Maar de volgende ochtend wordt ze weer thuis wakker, in de nieuwe realiteit. De voorbereidingen voor het afscheid verder gaan verder: de kist wordt uitgezocht, bloemen besteld, kaarten verstuurd en een herdenkingskaartje geschreven en ontworpen. Enkele dagen later is de crematie. Het afscheid in het crematorium voelt vreemd, onwerkelijk, onwennig, niet beseffend, alsof Liselotte een bezoeker is, in plaats van dat ze het echt meemaakt...
Terug naar school
Enkele dagen later gaat Liselotte gewoon naar school. Het eerste vak is muziekles. Ze wordt bij de deur gecondoleerd door de muziekdocent. Verder niets, geen vragen, geen opmerkingen, niets, ook niet van klasgenoten. Liselotte denkt: 'Weten mijn klasgenoten het wel?' Het is op school ‘gewoon’; dat voelt ook wel weer goed voor haar. Tijdens de grote pauze, als ze met vriendinnen een boterham eet, wordt ze gecondoleerd door een docent. 'Gecondoleerd, en als er wat is dan laat het maar weten.' Liselotte neemt de condoleance in ontvangst en denkt: 'je weet toch wat er is.'
Meer aandacht wordt op school niet meer aan Liselotte geschonken, en dat vindt ze wel prettig. Aan het einde van de dag loopt ze kletsend met haar vriendinnen naar huis. Onderwijl bedenkt ze wat ze zal koken en of er nog boodschappen gedaan moeten worden. Boodschappen zijn niet nodig. Bij thuiskomst kookt ze aardappelen, sperziebonen en verse worst. Dekt ze de tafel met één bord teveel, ruimt ze de tafel af en doet ze de afwas. Haar moeder heeft bezoek.
De komende tijd zal dit zo gaan en ontstaat er een patroon. Liselotte vindt het wel prettig. Ze is bezig, kan helpen, haar moeder ondersteunen, wordt niet gezien, het leven is "gewoon".
De havo af en dan...?
Enkele jaren later haalt Liselotte haar HAVO-diploma. Ze heeft geen enkel idee welke vervolgopleiding ze zal gaan doen. Na lang wikken en wegen besluit ze om naar de Middelbare Detailhandelsschool te gaan. Het blijkt niet de juiste keuze: het commerciële bevalt haar allerminst. Dan maakt ze de overstap maken naar een koksopleiding; koken kan ze immers. Deze opleiding rondt ze succesvol af en ze vindt een baan bij een restaurant, als zelfstandig werkend kok. Ze werkt tien jaar met plezier als kok.
Maar toch gaat het niet goed met haar. Ze voelt zich niet gezien, of beeldt ze zich dat in? Het onzichtbare voelt toch prettig? Het goed doen voor een ander, dat is toch waar het om draait in het leven? Het voortdurend ‘ja’ zeggen op alle verzoeken die haar kant op komen en niet tot een eigen mening komen breekt haar op. Ze raakt meer in conflicten verzeild als ze wel probeert duidelijke keuzes te maken.Dit geeft haar geen prettig gevoel. Zo ook op haar werk; dat zijn ze niet gewend van Liselotte. Ze is een zelfstandig werkende kok, die altijd voor iedereen klaar stond. Na vele conflicten besluit ze een andere baan te gaan zoeken.
Ze vindt gelukkig een baan bij jeugdzorg en begint als startend pedagogisch medewerker bij een groep tieners. Ze voelt zich prettig in deze werkomgeving. Liselotte kan hier haar ervaring delen en gaat in gesprek met en over ‘haar’ jongeren. Wat is het beste voor hen? Ze geeft grenzen aan, heeft discussies en geeft onderbouwd haar mening. Ondertussen volgt ze een opleiding tot pedagogisch medewerker die haar veel voldoening geeft. Ze kan iets betekenen voor een ander!
Tegelijkertijd leert ze haar ideeën, (levens)ervaringen en advies toe te passen in haar omgang met haar jongeren en weer te geven tijdens overleg in haar team. Er wordt naar haar geluisterd, ze wordt gezien en dat geeft voldoening. Ze heeft een duidelijke klik met haar collega’s en haar jongeren: een gedeelde visie.
En dan... Ondanks haar ervaring weet ze niet wat te doen...
Een aantal jaren werkt ze met deze groep. Ze kan de jongeren bijstaan met raad en daad. Tot het moment dat er plotseling een moeder van een jongen overlijdt. Wat moet ze nu doen? Ze kent de situatie. Welk advies kan ze geven? Moet ze de situatie ‘gewoon’ houden? Hem niet zien? Ondanks haar ervaring weet ze niet wat te doen. Ze vindt het moeilijk om goed advies te geven. Liselotte kan niet tegen hem zeggen: 'Het komt goed, het geeft ook kracht, het leven krijgt meer waarde, over een tijd dan...'
Wat dan wel? Het verdriet zal er moeten zijn, het onwerkelijke, het ongeloof. Maar ook: het zoeken, het vallen en opstaan, het gewone en jezelf verliezen en weer vinden. Liselotte weet dat dit er moet zijn en er geen sprake kan zijn van een kortetermijnplanning. Ook hij zal zijn levenskracht vinden en zijn levenservaring delen, ooit…
Arno van Uden is leraar op een vmbo-school.
Reacties