Een bijna-ongeluk
27 juli 2017
COLUMN - Integratief kindertherapeute Nanda Baljeu kent het ritueel: snel de kinderen aankleden, boterhammen smeren en dan op de fiets springen om naar school te rijden. Het is om half negen een drukke boel in het verkeer als ze een jongetje ziet dat bíjna door een busje wordt aangereden. De moeder van het kind schrikt zich rot en geeft hem een preek. Nanda ziet het geheel en vraagt zich af: Hoe zou het jongetje zich nu voelen? En de moeder?
Zoals veel moeders en vaders maak ik ’s ochtends de gang naar school. De klok in de gaten houden, kinderen aankleden, zorgen dat ze gegeten hebben en op tijd op school zijn. Dat is al een hele onderneming, maar dan ben je er nog niet..
Delft krijgt een nieuw station en dat heeft nogal wat voeten in de aarde. Iedere ochtend is het weer een verrassing welke kant je op kan of niet. Moet je zelf oversteken of staat er een verkeersmannetje om je te helpen? Tel het aantal mensen erbij op dat onderweg is (moeders en vaders op weg naar school, mensen op weg naar hun werk, studenten, middelbare scholieren die echt overal vandaan komen) en het is zo om half negen een drukke boel. Vlakbij de school van mijn zoon is er een punt waar je het treinspoor onderdoor moet om over te steken en waar de auto’s vanuit beide kanten komen.
Een bijna-ongeluk
Zo kwam ik vanochtend terug fietsen van school en zag ik een jongen van een jaar of acht oversteken. Hij had voorrang, stak over op de fiets en werd bijna aangereden door een busje. De meneer in het busje stopte gelukkig op tijd en stak z’n hand op. Eenmaal bij het volgende kruispunt aangekomen kwam de moeder van de jongen naast hem staan. Waarschijnlijk was ze zich doodgeschrokken (zij fietste achter haar zoon toen dit gebeurde), voelde ze de angst dat haar kind onder een auto had kunnen liggen nog in iedere vezel van haar lijf, klopte haar hart in haar keel etc. Haar zoon had misschien wel dezelfde gevoelens…
Moeder pakte haar zoon bij zijn arm, kneep er eens in en maakte duidelijk dat hij dit niet nog een keer moest doen. Hij kreeg een behoorlijke preek! Toen hij hier niet naar wilde luisteren, pakte moeder hem bij zijn oor, trok er aan en maakte nog een keer duidelijk dat hij moest luisteren. Het gevolg: het kind sloeg zijn moeder van zich af en zei terecht: ‘Laat me los!’ Toen het stoplicht eenmaal op groen sprong, fietste het kind bij zijn moeder weg. Moeder er achteraan en tijdens het fietsen werd hij weer aan zijn arm getrokken.
Hoe voelt het jongetje zich? En de moeder?
De basis van mijn vak als kindertherapeut is me verplaatsen in de ander. Hoe was het voor dit kind om zo te dag te beginnen? Wat had dit voor gevolgen voor de rest van de dag met al deze opgekropte gevoelens in zijn lijf? Was hij niet heel erg geschrokken van het voorval met de auto? En toen kreeg hij ook nog eens zijn moeder over zich heen… Wat dacht hij op dat moment ('Rotwijf, blijf van me af, ik luister toch niet…!')?
Maar deze moeder heeft ook een reden om te doen wat ze doet. Misschien werd ze vroeger ook stevig beetgepakt als ze niet luisterde, heeft ze een vervelende ervaring in het verkeer of vindt ze het fietsen met kinderen heel spannend.
Wat als deze moeder even had stil gestaan bij haar gevoel, dit had gedeeld met haar zoon (‘Woh, dat ging maar net goed! Ik ben me echt een hoedje geschrokken, mijn hart klopt in mijn keel’) en haar zoon had omarmd. Hoe had dit kind dan gereageerd?
Tuurlijk kun je als ouder vertellen dat hij de volgende keer op je moet wachten met oversteken. Alleen… kinderen leren door wat ze meemaken, net als volwassenen. De volgende keer kijkt hij waarschijnlijk wel drie keer uit voor hij oversteekt. Net als ik.
Nanda Baljeu is integratief kindertherapeut en blog over haar praktijk op haar eigen site.
Reacties