Eén diploma maakt nog geen volwassene
9 juli 2018
Het mbo is een beroepsopleiding, maar de studenten zijn pubers. Hoe geven we ze de ruimte om tot echte volwassenheid te komen? Inge Spaander stapt in de wereld van mbo-studenten om te ontdekken dat zij precies hetzelfde nodig hebben als alle andere lerenden. ‘Om op tijd te willen zijn, je huiswerk te willen doen, moet je weten wie je bent, wat je wilt en hoe je jezelf positioneert in de wereld.’ Dit artikel is afkomstig uit ons vierde magazine, GRENZEN in onderwijs & opvoeding.
Het was alweer een tijdje geleden dat ik op het mbo had gewerkt, toen ik gevraagd werd om een serie gastlessen over imagineering bij een mbo opleiding Toerisme te verzorgen.
Ik herinnerde me die maanden in het mbo van een aantal jaar daarvoor nog goed. In een oud rammelend gebouw op de Blaak in Rotterdam gaf ik in lokalen die van niemand waren het vak communicatievaardigheden aan studenten die van niemand waren. Het werd vechten. Vechten met jongeren die er eigenlijk niet wilden zijn en vechten voor jongeren die wel wilden, maar ten onder gingen in een wereld van regels en procedures. En waar ik niks voor kon doen omdat mijn volgende les altijd alweer was begonnen nog voor ik het lokaal gevonden had.
Het zou vast lukken
Ging ik echt weer lesgeven op het mbo? Ik haalde diep adem en zei ‘ja’. Tien jaar ouder, tien jaar wijzer, het zou vast lukken. En zo fietste ik op een zonnige woensdagmiddag richting een kleine groep leerlingen op een school midden in het groen. Een school die me mijn eerdere ervaring direct deed vergeten. Een school met veel opleidingen en veel docenten, maar wel een school waar iedere klas een mentor had en waar zelfs de teamleider de leerlingen bij naam kende.
Mijn lokaal was serious business: een grote ruimte gevuld met oude, maar werkende computers en collegestoelen met klapleuninkjes om je aantekeningenschrift op te leggen. Voor de grote ramen lamellen die vanzelf dicht gingen als de zon te hard scheen. Een werkend smartboard. Veelbelovend.
De eerste les
Vier uitgebluste jongens hangend over een tafel; drie leerlingen te laat. Twee kondigen aan eerder weg te moeten voor werk; eentje om voor haar zusje te zorgen en twee dames vechten eerst een ruzie over roddelen uit voordat ik de les kan beginnen. Maar uiteindelijk zitten ze allemaal in de stoeltjes. De armleuningen blijven ingeklapt: ‘We hoeven toch niet te lezen, he?’
Hoe krijg je mbo’ers aan het leren? Of beter: hoe krijg je een mens aan het leren? Dat heb ik in de afgelopen tien jaar wel geleerd. Laat ze iets doen, geef ze een opdracht met een beetje van jou en een beetje van zichzelf. Mijn plan: iedere les een half uurtje theorie en daarna werken aan een overkoepelende opdracht. Een opdracht waar de lesstof in terugkwam, maar waar ze ook hun eigen ideeën in kwijt konden. Het werkte. We haalden in een plezierige sfeer de eindstreep: er was gezweet, geleerd, en ja, zelfs gelezen. Zij kregen voldoendes, ik kreeg omhelzingen: mission accomplished.
Verbinding maken
Nou. Een soort van. Want mijn zorgvuldig uitgewerkte opdracht moest ik week na week bijstellen, en vooral: inkorten. Omdat er lessen uitvielen of mijn uitleg langer duurde. Maar vooral omdat ik voor één onderdeel in mijn lessen maar weinig ruimte had ingepland: verbinding maken. En precies dat onderdeel was het onderdeel waar de studenten naar smachtten en dat kostte dus zeeën van tijd. Tijd waarin ik werd uitgehoord over mijn politieke voorkeur, schoolloopbaan, ervaringen met drugs, mijn liefdesleven, maar ook tijd waarin leerlingen advies vroegen over bijbaantjes, omgaan met hun ouders, hun verkering. Tijd waarin een student met de groep deelde hoe het is om er voor uit te komen dat je lesbisch bent in een islamitische cultuur, waarin ambities schoorvoetend bekend werden gemaakt. Tijd waarin ze mij gingen accepteren als een bron van betrouwbare kennis en elkaar als verwanten waar je van en mee kunt leren. Tijd waarin zij zichzelf positioneerden in de groep, het leven, de opleiding.
Het waren leerzame weken. Zij leerden over imagineering en over mijn wereld, ik leerde over de mbo’ers en hun wereld: hoe weinig hun wereld verschilt van die van een middelbare scholier, terwijl ze, met het vmbo-diploma op zak, toch geacht worden na een lange, luie zomer de schoolwereld te betreden als een ander mens. Een mens met een toekomstig beroep voor ogen en de bijpassende attitude om dat te bereiken: op tijd in de les, huiswerk af, altijd enthousiast en begripvol, kortom: volwassen. Maar één diploma maakt nog geen volwassene.
Zoekend naar volwassenheid
Als ik om me heen kijk hebben de meeste mbo’s dat inmiddels wel begrepen. Met mentorlessen, studieloopbaanbegeleiding en spijbelcoördinatoren wordt het hele zooitje in
het gareel gebracht. Zo zijn ze in ieder geval zo’n beetje op tijd en in de les. Omdat het moet. Maar volwassenheid is meer dan je aan de regels houden omdat het moet van een andere volwassene.
Om op tijd te willen zijn, je huiswerk te willen doen, moet je weten wie je bent, wat je wilt en hoe je jezelf positioneert in de wereld. Alleen dan ben je een volwassene en alleen met die houding ga je het redden in de wereld buiten school. En zover zijn de mbo-studenten die ik heb ontmoet nog niet. Ze zoeken nog naar volwassenheid en doen dat in oprechte onhandigheid omdat ze lang niet allemaal weten wie ze zijn en wat ze willen. En terecht, het was precies wat ik aan het doen was toen ik spijbelend, drinkend en dansend op diezelfde leeftijd ten onder ging in 4 vwo. Maar daar mocht ik nog puber zijn: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.
Het mbo is een beroepsopleiding, maar de studenten zijn pubers. Hoe geven we ze
de ruimte om tot echte volwassenheid te komen? Ik vroeg mijn studenten om feedback op de lessen. Naast wat opmerkingen over de inhoud van de lessen kreeg ik ook dit in mijn inbox: ‘Het was vooral tof dat je ook over jezelf vertelde en we alles mochten zeggen. Ik ga daar echt nog wat aan hebben voor dit leven.’ Een mbo’er die begrepen heeft waar onderwijs om draait.
Inge Spaander is onderwijsdenker, verhalenverteller en docent Media & Entertainment op het Thorbecke Voortgezet Onderwijs.
Reacties