Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Dilemma: 'Laat ik mijn zoon in zijn onschuld of...?

14 juni 2015

'Daar zit ik dan. Op de bank. Te denken over mijn zoon. Zal ik zijn perceptie van de wereld heel laten of dat beeld opschudden?' Kim van Haeftens zoon koopt een ijsje van zijn eigen geld. Maar laat per ongeluk zijn portemonnee achter bij andere kinderen. Als hij thuiskomt, is hij trots op hoe hij heeft gehandeld. Kim ook, maar merkt dat er iets wringt. Haar dilemma: 'Wat heeft mijn zoon nodig, op achtjarige leeftijd?'

imageMijn zoon, mijn lieve zoon, die al op jonge leeftijd rekening houdt met gevoelens van anderen komt heel groot en stoer geld halen voor een ijsje. Het is woensdagmiddag en mijn principes even over boord gooiend zeg ik: 'Oké, maar wel maar één bolletje.' Hij neemt zijn eigen spaargeld mee en gaat met zijn vriend op pad. Portemonnee in de hand. Ik kijk hem na, groot en stoer als hij is. Hij maakt zijn eigen keuzes!

Iets later gaat de bel: 'Mama, ik ben op het schoolplein!', roept mijn zoontje. Weer ben ik trots, want hij meldt zich en dat is altijd de afspraak. We hebben de grondregel in ons gezin dat we de kinderen vertrouwen in met wie ze omgaan en wat ze doen, als ze altijd maar laten weten waar ze zijn.

Ik zie alleen dat zijn jaszak leeg is en vraag hem naar zijn portemonnee. 'Oh nee, vergeten in de hut. Ik ga 'm meteen halen en dan breng ik 'm terug mam.'

Heerlijk, wat een fijn jong is het, denk ik. 

Even later gaat de bel weer en ik zie dat mijn kind een paar centimeter gegroeid is. Met zijn schouders rechtop zet hij een paar fiere passen om vervolgens zijn verhaal een beetje nonchalant te vertellen: 'Mam, er zaten kinderen in de hut en die hadden mijn portemonnee in hun handen, ik zei dat die van mij was en toen gaven ze hem terug. Ik vroeg of ze geld van mij hadden en eerst zeiden ze 'nee' en toen toch van wel. De ene jongen gaf me nog een stuk geld terug. Toen zei ik: 'Dank je wel, want dat is wel eerlijk hè?' en toen gaf ik hem vijf cent. Weet je wel, om te bedanken.'

Hij heeft een prachtige schuine glimlach om zijn mond, zo één die betekent: 'Wauw wat heb ik het goed gedaan hè, je zult wel megatrots op me zijn.' Hij geeft me de portemonnee in de hand en zegt dat hij weer gaat spelen. 'Goed hè, van mij mam?', roept hij nog over zijn schouder. Ik glunder. 'Geweldig!' roep ik hem na.

Binnen kijk ik verder naar de uitzending Dag tegen pesten, via Uitzending Gemist. De portemonnee ligt naast me en ik kijk erin. Er ontbreekt ongeveer drie euro. En nu?

Ga ik dit mijn zoon zo vertellen? Met welk doel? Vroeger was ik zelf best goedgelovig en naïef. Ik geloofde toen - en nu nog - in het goede doen en het goede terug krijgen. Maar uit ervaring weet ik ook dat het gruwelijk fout kan gaan.

Verleiden in onschuld

Ik zie het op dit moment ook nog eens gebeuren op tv. Kinderen die mooi zijn maar verpest en gepest worden. Kinderen die zich laten verleiden in hun onschuld. Kinderen die hun kwetsbaarheid lieten zien en daarvoor gestraft worden en nu zoveel pijn hebben. Dat wil je je kind toch nooit laten gebeuren? Daar wil je kinderen voor behoeden en je wilt ze meteen leren wat er allemaal gaande is en wat kan en wat niet kan.

Twee vriendinnen appen me tijdens de aflevering over een oud-leerling waar we nog iets mee moeten. Ik app op mijn beurt weer een vriendin met een oudere zoon met de vraag of zij wel op de hoogte is van die rare apps die er zijn. Zo ontstaat er een soort paniekvoetbal.

Zelf ervaren

De andere kant is dat je door schade en schande wijs wordt. Als ouder geef je je kind een stevige basis en het volste vertrouwen in de hoop dat ze de juiste keuzes maken en als het misgaat dan kan dat, dat is ook het leven. Daar kom je ook uit. Misschien met een litteken maar ook met meer wijsheid en kracht.

Dat zeg ik, als niet-gepest kind. Als kind dat opkwam voor gepeste kinderen, er soms tussen sprong als dat nodig was en als ouder van kinderen die tot nu toe niet gepest zijn, als juf die steeds in gesprek gaat en blijft over ruzie, plagen en pesten. (Vergeef me als ik met mijn woorden iemand onbedoeld kwets.)

Hinken op twee benen

Wat zou mijn zoon nodig hebben, hij is acht jaar oud? Geef ik hem nu al iets mee uit mijn verleden voor zijn toekomst, vanuit mijn biografie of geef ik hem iets mee waarmee ik hem denk het beste voor te bereiden in onze wereld die af en toe zo gemeen kan zijn of laat ik het voor wat het is en laat ik hem alles zelf ervaren en ben ik er indien nodig.

Hoe bereid ik hem voor op de nare dingen die nog zouden kunnen gebeuren. Neem ik dit voorval als voorbeeld, is dit te vroeg, te veel? In de klas weet ik het allemaal wel en kan ik me verplaatsen maar nu is het vanbinnen leeg. Misschien moet ik het hem zo zelf maar vragen.

Kims zoon kan (voorlopig) blijven geloven in het goede van de medemens: de missende euro's zaten in zijn broekzak...

Kim van Haeften is lerares op basisschool De Torenuil in IJsselstein

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief