Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

De vraag na Ruben en Julian: hoe doorbreken wij deze scheef gegroeide situatie?

21 mei 2013

Als wij er in ons land niet in slagen de knellende spiraal van afbakening, schuldvraag, uitsluiting en bureaucratie te doorbreken is het wachten op de volgende 'Ruben en Julian'. Op het volgende onmetelijke verdriet en op directeuren van instanties die dan weer opzichtig hun handen in onschuld wassen. Gert-Jan Kleinpaste grijpt de verschrikkelijke gebeurtenissen rondom de twee, door vader vermoordde Zeister broers aan om het 'grote, institutionele probleem'  aan de orde te stellen. 'Er zijn in ons land echt voldoende goede professionals. Velen van hen voelen zich opgesloten in structuren, gevangen in richtlijnen en regels. Zij zullen de ruimte moeten herwinnen om hun professionaliteit in te zetten. Om direct in te grijpen bij serieuze signalen.' Zijn opiniërende bijdrage.   

De komende dagen worden er vele dagbladpagina’s gevuld met analyses, schuldvraag, oorzaak en verwijten die over en weer vliegen tussen de berokken instanties. Twee jongetjes worden toegevoegd aan de lijst van vreselijke gebeurtenissen, waarop ook Savannah een plekje heeft. Die zaak leidde destijds tot een behoorlijke controverse tussen de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg.

Politiek bestuurlijk overheerst in ons land de opvatting dat ketensamenwerking leidt tot een goed en betrouwbaar systeem om problemen tijdig te onderkennen, te analyseren en in goed overleg op te lossen. Niets is minder waar. De versnippering in sectoren als jeugdzorg, zorg, maatschappelijke dienstverlening en onderwijs leidt tot veel vormen van overleg en weinig concrete hulp. De insteek van veel betrokken instanties lijkt te zijn dat er een schuldige moet worden gezocht bij het probleem, waar het verstandig zou zijn een oplossing te realiseren en niet bezig te gaan met “blaming and shaming”. Ik heb als schooldirecteur in het primair onderwijs een aantal “vechtscheidingen” van ouders van leerlingen van nabij meegemaakt en hield altijd mijn hart vast: zou het wel goed gaan!

Ik heb als Hoofd Maatschappelijk Werk van een instelling veel vergaderingen bijgewoond om tot een goede samenwerking te komen in Centra voor Jeugd en Gezin. Daar ging het altijd over geld en hoe dat in hemelsnaam verdeeld moest worden. Het ging er over wie doet wat, hoe verdelen wij de verantwoordelijkheden en helaas ook vaak: hoe voorkomen wij dat onze organisatie wordt aangesproken op wat er mis gaat of mis kan gaan. Het gaat in deze belangrijke sectoren altijd over afbakening en uitsluiting; het gaat zelden over concrete vraagstukken over hulpverlening.

Als je als schooldirecteur, school maatschappelijk werker, consultatiebureau-arts of leerkracht signalen opvangt, kinderen ongelukkig ziet dan word je, als je dat wilt melden, een woud van bureaucratie ingezogen. Een donker bos waarin je al te snel verdwaalt. Na de melding bij bijvoorbeeld het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling is er eerst een eindeloos gesteggel over wie de regie moet gaan krijgen. Een vraagstuk dat meer om geld draait dan om het ontvangen signaal.

Ik heb bij het ontstaan van de Centra voor Jeugd en Gezin ooit al betoogd dat de snelste manier om ouders buiten te houden het op de deur hangen van het bordje “CJG”. Ik ben bang dat ik gelijk gekregen heb.

De cruciale vraag is natuurlijk: hoe doorbreken wij deze scheef gegroeide situatie? Er zijn in ons land echt voldoende goede professionals. Velen van hen voelen zich opgesloten in structuren, gevangen in richtlijnen en regels. Zij zullen de ruimte moeten herwinnen om hun professionaliteit in te zetten. Om echt in te grijpen bij serieuze signalen. Ik zei de maatschappelijk werkers waaraan ik ooit leiding gaf, dat ik als leidinggevende liever “op het matje werd geroepen” omdat wij te snel ingrepen, dan dat wij niets hadden gedaan.

Als wij in sectoren als zorg, maatschappelijk werk, jeugdzorg en onderwijs slagvaardiger willen worden en sneller willen kunnen inspelen op problemen, op ouders die de weg kwijtraken als de rapportage van de Raad voor de Kinderbescherming of Bureau Jeugdzorg op de deurmat ploffen, zal de handelingsruimte van professionals die echt in contact staan met hun doelgroep moeten groeien. Dan zullen zij zich ondernemend en pro-actief moeten kunnen opstellen. Dan moeten wij eerst durven optreden en ons achteraf druk maken of wij dat allemaal wel goed hebben gedaan en wie of wat er eventueel schuld droeg in de situatie die zich voordeed. Regie ligt dan altijd bij de “handen aan het bed”, “de man of vrouw voor de klas”, de arts die iets signaleert en de gehele santenkraam die dan in beweging komt, luistert naar de regievoerder en achteraf reflecteren en evalueren wij de situatie wel.

Helaas geldt voor veel gezinsdrama’s dat ook de bureaucratie dodelijk was. Om dat tij te keren moeten wij veel ondernemender worden in de sectoren die ik noemde. Ruimte bieden aan kleine innovatieve ideeën, aan Opvoedpoli’s die slagvaardiger blijken dan CJG’s. Dan moet er ruimte komen voor professionals, die niet gehinderd door regels ingrijpen en die daarvoor verantwoordelijkheid durven te nemen. Die hun handelen durven te verdedigen en die niet bang zijn voor consequenties als zij een keer te vroeg, te snel of verkeerd hebben geïntervenieerd.

Als wij er in ons land niet in slagen de knellende spiraal van afbakening, schuldvraag, uitsluiting en bureaucratie te doorbreken is het wachten op de volgende 'Ruben en Julian'. Op het volgende onmetelijke verdriet en op directeuren van instanties die dan weer opzichtig hun handen in onschuld wassen.

Gertjan Kleinpaste is kwartiermaker van de Steve JobsSchool Breda, lid van het landelijk bestuur van GroenLinks en vooral betrokken bij onderwijsvernieuwing.

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief