De peuter en het puzzelstukje: over een pedagogisch inzicht bij het opruimen
9 juli 2015
Anne van Hees staat met vermoeide irritatie in de huiskamer. Haar peuterdochtertjes liggen op bed. En er ligt een berg puzzelstukjes bij het speelkeukentje. Wéér opruimen. ‘Dit voelt zo zinloos: er is niet eens mee gepuzzeld. In ons hele speelgoedarsenaal, is de puzzel toch wel een van de nuttelooste onderdelen’, denkt Anne. Totdat ze zich een voorval met haar jongste herinnert: ‘Ik zie weer hoe Liesje op me afkomt. Fonkelogen, struikelend over haar eigen voeten, zo volledig gericht is ze op haar ontdekking.’ Een blog van een jonge moeder die ook blijft ontdekken.De kinderen liggen op bed, als ik voor het speelgoedkeukentje van mijn dochters een berg met puzzelstukjes aantref. Binnen een ring van een meter bevinden zich er nog veel meer. Dat valt nog mee, denk ik bij mezelf. Meestal liggen de stukjes door de halve huiskamer zodra één van de meisjes de doos met puzzelstukjes uit het keukenkastje heeft gehaald, geopend en omgekeerd.
Terwijl ik vanuit staande positie, met hangend hoofd, naar het deel van de grond kijk dat is bezaaid met puzzelstukjes, voel me geïrriteerd over mijn eigen constatering. Ook ervaar ik weerstand bij de taak waar ik mezelf voor gesteld zie. Ik wil er niet aan beginnen. Ik ervaar een gevoel van zinloosheid: er is niet eens met de stukjes gepuzzeld en morgen liggen ze er weer. Ik overweeg de doos een andere plek te geven. In het hele arsenaal aan speelgoed, is de puzzel voorlopig toch wel een van de nuttelooste onderdelen: alleen Sofie – de oudste – is in staat om de puzzels te maken, maar vaak doet ze dat niet. Voor dat enkele moment kan ik de doos ook zelf wel te voorschijn halen.
Ik zucht en begin met het oprapen van stukjes en gooi ze, met meer vaart dan nodig, steeds met een aantal tegelijk terug in de doos. Dan verschijnen de stukjes met Ariël en Botje erop onder een paar stukjes die ik oppak. Liesje liep vandaag met die puzzelstukjes op me af. Ik zie weer voor me hoe ze mij met opgetrokken wenkbrauwen en haar grote, fonkelende ogen aankijkt, terwijl ze de wijsvinger van haar vrije hand tegen het puzzelstukje met Ariël drukt. Ondertussen struikelt ze bijna over haar eigen voeten, zo volledig gericht is ze op haar ontdekking. Ze vangt zichzelf op door haar andere voet te verzetten en bereikt mij zittend op de bank.
‘Jel! Jel!’ roept ze leunend tegen mijn benen, terwijl haar vinger nog harder tegen het puzzelstukje duwt dat ze intussen op mijn benen heeft gelegd. Ze kijkt me vragend aan. ‘Ik zie het,’ zeg ik, ‘dat is Ariël. En Botje staat op die andere.’ ‘Jah, jah’, brengt ze staccato met lichte ontlading uit, terwijl ze ondertussen heftig knikt. Lees verder...
Anne van Hees
Anne van Hees werkte als leerkracht en werd, na haar studie onderwijskunde, docent op de Fontys Pabo. Inmiddels is ze coach en begeleider bij Hulp bij ADHD, een bureau dat ADHD en aanverwante problematiek benadert vanuit de positieve psychologie. Daar en op haar eigen site blogt Anne regelmatig over onderwijs, opvoeding en ouderschap.
Geïnspireerd door de masterclass ‘fenomenologie en pedagogiek’ van Max van Manen, oefent Anne zich in een tactielere, sensitievere manier van waarnemen.
Reacties