Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

De levenslange invloed van vroege relaties

22 juli 2017

ONDERZOEK - 'Basiservaringen' in iemands biografie hebben een belangrijke invloed op het verloop van het verdere leven. Dat geldt voor zowel de leraar als de leerling. De relatie tussen hen wordt mede gevormd door de relaties die zij in het verleden hebben gehad. Daarom deze week een excerpt uit het boek 'Pedagogische Tact' over het belang van vroege relaties en de hechting. 'Bij totaal gebrek aan contact weigert iedere cel van het organisme zich letterlijk te ontwikkelen.'



Uit: Hoofdstuk 2 - Een basis voor pedagogische tact? Van de hand van prof. dr. Luc Stevens en Kris Verbeeck

2.2 Het belang van veilige gehechtheid

'Teaching is a relationship, a way of being with and relating to others, and not merely an expression of having mastered a set of delivery skills' (Bullough & Gitlin, 1994, p. 72).

De pedagogische relatie tussen leerkracht en leerling wordt sterk bepaald door de ervaringen met relaties in de biografie van beiden. Van de leerkracht mag echter verwacht worden dat hij als volwassene beter uitgerust is om te reflecteren op en bewust om te gaan met zijn ervarin- gen. Ook mag verwacht worden dat hij zijn ervaringen ontwikkelt in de zin van pedagogische tact; dat hij jonge mensen die aan zijn zorg zijn toevertrouwd ondersteunt in hun zelfwaardering en motivatie en dat hij voldoet aan hun behoefte aan verbondenheid.

Zo kunnen leraren een belangrijke constructieve bijdrage leveren aan de vroege ervaringen van hun leerlingen, waarvan we weten dat deze een diepe en blijvende invloed kunnen hebben op hun persoonlijke ontwik- keling (Riksen-Walraven, 2002). Lees het verhaal van ‘Miss A’ .





Casus


Na de oorlog werkte ‘Miss A’ als groep-drie-leerkracht in een achterstands- wijk in een van de grote steden van Noordoost-Amerika. De school scoorde in de regio steevast het slechtst op de intelligentietesten van groep 5 en 8.

Fysieke straffen waren er aan de orde van de dag en de schoolloopbaanprognose van de leerlingen was niet bemoedigend. Minder dan 10 procent van de leerlingen maakte de high school af.

Miss A en haar school zouden nooit in de belangstelling zijn geraakt indien een van haar vroegere leerlingen hierover later niet gerapporteerd zou hebben. Professor Eigil Pedersen – hoogleraar onderwijssociologie en vice president van McGill University, zelf high school drop-out, maar later leraar op zijn eigen basisschool en ten slotte wetenschapper – constateerde iets opmerkelijks. Zijn artikel verscheen in februari 1978 in de gerenommeerde Harvard Educational Review.



Pedersen was als onderzoeker geïnteresseerd in de ervaringen van de leerlingen van de school als jongvolwassenen om te zien of hij vanuit deze informatieve aanbevelingen zou kunnen formuleren ten dienste van de onderwijskwaliteit. Hij gebruikte de bewaard gebleven statuskaarten om de adressen van voormalige leerlingen te vinden. Op deze kaarten trof hij ook de IQ scores uit de groepen 3 en 6. Hem vielen de grote fluctuaties op tussen het derde en het zesde jaar.

Nadere analyses hiervan en een poging om vanuit de onderwijsresultaten in de eerste klassen van de school latere IQ-winst of -verlies te voorspellen brachten hem bij miss A. Haar leerlingen – in alle opzichten vergelijkbaar met andere leerlingen – bleken opvallende winnaars, anders dan de leerlingen uit andere eerste klassen met vaste leraren. Ook later als dertigers.

Een kruistabel van adult status – een samengestelde score van indicato- ren voor ‘geslaagdheid’ enerzijds en de eerste klas leraar anderzijds – laat opnieuw een zeer opvallende voorsprong van de leerlingen van miss A zien. 64% van haar leerlingen bereikt een high adult status. Van alle leerlingen bereikte slecht 29% deze status.

In de interviews bleken ook alle leerlingen van miss A zich haar te herinneren en te waarderen om haar inspanningen. De andere leerlingen uit het onderzoek herinnerden zich hun juf in minder dan de helft van de gevallen.

Wat maakte miss A bijzonder? De interviews met haar oud-leerlingen leren:

• miss A verloor nooit haar geduld

• toonde een opvallende toewijding aan haar kinderen (obvious affection)

• praatte veel over de betekenis van onderwijs voor haar leerlingen

• geloofde vooral dat iedere leerling leren kon

‘It did not matter what background or abilities the beginning pupil had; there was no way that the pupil was not going to read by the end of grade one’ (één van de geïnterviewden, geciteerd in Fallen, 2002 waaraan wij het verhaal van miss A ontlenen). Grote genegenheid, vastberadenheid en vakkennis, zo kunnen we samenvatten. Ongelukkigerwijs was miss A zelf ten tijde van het onderzoek te ziek om te worden gehoord (Stevens, 2010).




Met de subtitel ‘Liefde is een biologische behoefte’ beschrijft de klinisch psychiater en neurobioloog Servan Schreiber in zijn boek Guérir (Nederlandse titel ‘Uw brein als medicijn’) de volgende observatie:




In de jaren tachtig werden veel premature baby’s in de Verenigde Staten in hermetisch afgesloten couveuses geplaatst. In die couveuses werden kunstmatige levensomstandigheden gecreëerd met een voor het overleven noodzakelijke precisie: ultraviolet licht, ideale temperatuur, perfecte zuurstofregeling, op de milliliter afgemeten voeding. De zusters werd opgedragen de baby’s te verzorgen zonder enig lichamelijk contact, omdat de baby’s de verzorgingshandelingen niet verdroegen.

De baby’s die overleefden, ontwikkelden zich zeer langzaam. Behalve op één afdeling waar sommige baby’s normaal groeiden. Deze kinderen, zo bleek uit onderzoek, werden in het oog gehouden door één en dezelfde nachtzuster. Ze vertelde dat ze het huilen van de patiëntjes niet kon aanhoren en dat ze, ondanks het verbod de kinderen aan te raken, een paar weken geleden begonnen was de kinderen over hun rug te strelen.

Dit resultaat werd bevestigd door een reeks proeven op dieren die vanaf hun geboorte geïsoleerd werden. Ze bewezen dat bij totaal gebrek aan lichamelijk contact iedere cel van het organisme letterlijk weigert zich te ontwikkelen (Servan-Schreiber, 2006, p. 187-188).



Het boek Pedagogische Tact is te bestellen via Educatheek.

Referenties:

Bullough, R.V., & Gitlin, A.D. (1994). Challenging teacher education as training: four propositions. Journal of Education for teaching, 20, 67-81.

Riksen-Walraven, J.M.A. (2002). Wie het kleine niet eert... Over de grote invloed van vroege sociale ervaringen. Inaugu- rale rede. Katholieke Universiteit Nijmegen.

Servan-Schreiber, D. (2006). Uw brein als medicijn: zelf stress, angst en depressie overwinnen. Utrecht/Antwerpen: Kosmos z&k Uitgevers.

Stevens, L.M. (2002). Zin in Leren. Antwerpen/Apel- doorn: Garant.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief