De leraar die ik ben: 'Tegen de stroom in, met de wind in de rug'
10 september 2012
De authenticiteit van Mr. Kanamori, zijn oprechtheid en zijn visie op onderwijs, is een voorbeeld voor veel leraren. Hans Brandwacht werd geprikkeld door vragen die over zijn kern als leraar gaan. Waarom ben jij de leraar die je bent? Wat zijn sleutelervaringen in jouw biografie en waar haal jij inspiratie vandaan? Zijn bijdrage. 'Tegen de stroom in, met de wind in de rug'.Het is 15 juli 2009 Kigali, Rwanda. Ik wandel met William in de buurt van de school. De afgelopen dagen heeft hij mij stukje bij beetje zijn levensverhaal verteld. Als 8-jarig jongetje werd hij nadat zijn vader werd vermoord, hoofd van het gezin en zorgde hij er voor dat al zijn broertjes en zusjes te eten hadden en allemaal een plek kregen op een lagere school. Als 14-jarige klopte hij aan bij de King David Academy en vroeg Annet - de directrice - of zij hem aan wilde nemen op school. Hij had geen geld maar zou in de vakantie geld gaan verdienen om het schoolgeld te betalen….
Tijdens de wandeling vroeg ik hem wat zijn grootste droom was. “Ik wil de volgende president van Rwanda worden”, zei hij zonder enige aarzeling. “En mijn eerste zorg zal zijn aandacht voor de weeskinderen en de moeders die weduwe zijn geworden tijdens de genocide in 1994.” Inmiddels hebben we William opgenomen in ons schoolfonds waarmee hij verzekerd is van financiële ondersteuning van zijn opleidingen, zich gezien voelt in al zijn talenten en weet dat hij er mag zijn.
Afgelopen april was ik weer in Rwanda en natuurlijk raakte ik weer in gesprek met William. Ik vroeg hem hoe het stond met zijn droom. “Hans”, zei William, “een aantal jaren geleden toen je het me voor het eerst vroeg, was het nog een droom. Door de kans die me geboden wordt om te mogen studeren, is het niet langer meer een droom…”
Wat heeft dat antwoord me geraakt, ontroerd, me vertrouwen gegeven. William staat voor mij symbool voor wat onderwijs teweeg kan brengen. In al die jaren dat ik in het onderwijs werk, is het steeds weer het mooiste om voorwaarden te creëren, te voeden, om jongen mensen aan het woord te laten en ze hun talenten te laten ontdekken.
Op de eerste plaats moet je zelf geloven in wat je van ze vraagt, waar je hen toe uitnodigt. Met die overtuigingskracht geef je leerlingen een veilig thuishonk van waaruit ze vertrekken. Ze leren erop te vertrouwen dat ze de ruimte kunnen nemen. Voortdurend in gesprek met ze, leren ze die ruimte te vullen, wordt het gaandeweg een gesprek waarbij ze meer en meer zelf de richting aangeven, wordt het een gesprek waarin door iedereen geleerd wordt.
Wanneer je als volwassene in die gesprekken maar geduld hebt om ze echt aan het woord te laten komen, levert het altijd nieuwe inzichten op en heel veel energie. In het delen, vermenigvuldigt de energie zich vele malen. En vooral in het delen van leerlingen onderling, ervaren ze hoeveel gelukkiger je wordt van het samen iets bereiken. Dat druist misschien in tegen de steeds meer op het individu gerichte samenleving, maar leerlingen voelen zich sterker, meer zichzelf, wanneer ze zich gezien en gehoord weten, die wind van elkaar in de rug voelen.
In mijn wiskundelessen voel ik lang niet altijd de ruimte om alle leerlingen aan het woord te laten. Groepen zijn vaak te groot, de eindtermen te veelvuldig, de leerlingen verschillen onderling (te) veel. Ik ben er van overtuigd dat leerlingen gebaat zijn bij een heldere uitleg, bij klassikale besprekingen in een stevig tempo en discipline van leerlingen om het zelf te doen. Mijn meesterschap schiet echter vaak te kort om iedereen bij de les te houden en vooral lukt het me onvoldoende om iedereen verwonderd te laten zijn over de wiskunde. Dat is een worsteling die telkens weer vraagt om een kritisch beschouwing hoe het anders zou kunnen.
Het is heerlijk om deel uit te maken van een sectie die dat, in de traditie van de Wageningse Methode die op de werkvloer van onze school is geschreven, als een uitdaging ziet. Kortom, het is elke dag weer genieten op een school waar leerlingen en leraren kritisch zijn over de leeromgeving waarin we allemaal (en met zijn allen) het beste tot ons recht komen.
We krijgen het niet op een presenteerblaadje aangereikt en dat is precies wat goed onderwijs nodig heeft: tegen de stroom in, met de wind in de rug.
Hans Brandwacht,
wiskundeleraar RSG Pantarijn in Wageningen
Heb je zelf een bijdrage als leraar voor hetkind?
Stuur je tekst naar [email protected]
Meester Kanamori, de bekendste leerkracht van Japan, is in Nederland en geeft het antwoord op de vraag wat de opdracht van het onderwijs moet zijn: Leerlingen voorbereiden op het leven, met aandacht voor het individu, de ander én het collectief. Duizenden leraren en schoolleiders in Nederland omarmen deze opdracht. Zij ontmoeten Mr. Kanamori en elkaar tijdens diens bezoek aan Nederland, tussen 3 en 12 september 2012. In deze tijden van grootste plannen en structuurwijzigingen in de politiek, laten zij zien dat het de mens zelf is die het verschil kan maken.
Reacties