De klas is een plek voor vriendschap, werk, hoffelijkheid en leven
19 juli 2013
De onderwijsfilm Monsieur Lazhar raakte Rikie van Blijswijk door de beklemmende angst van de hoofdrolspelers en het lang uitblijven van een vertrouwensband, waarin ze elkaar echt leren kennen en met elkaar gaan praten. De directeur van de school blijft de regels volgen, maar als iedereen wordt gevraagd een eigen fabel te vertellen, wordt ongezegd duidelijk waar het echt om gaat: de klas is een plek voor vriendschap, werk, hoffelijkheid en leven.‘Moet jij vandaag niet de melk uitdelen Simon?’, vraagt Alice in de vroege ochtend op het schoolplein aan haar klasgenoot. Simon, net op tijd gewaarschuwd, rent door de school om in elke klas de melk te zetten. Dan ziet hij dat in zijn klas iets afschuwelijks is gebeurd. Net op tijd kunnen de leraren van de school alle kinderen tegenhouden. Dit hoeven zij niet te zien. Alleen Alice ontsnapt aan hun aandacht.
Een paar weken later stapt Monsieur Lazhar de school binnen.
Zijn eerste dag is niet echt succesvol: onder protest van zijn leerlingen zet hij alle tafels in een rechte lijn.; hij geeft Simon een tik en Boris krijgt ondanks zijn hoofdpijn geen aspirine. Zijn dictee, een verhaal van Balzac, wordt door de kinderen niet gewaardeerd. Ze vinden het echt moeilijk!
Zijn klas ‘ziet eruit als een ziekenhuis’ zal een collega opmerken: geen versieringen, werk van de kinderen of een plantje vrolijkt het lokaal op. Hij staat letterlijk voor de klas en kijkt bij zijn collega’s af hoe zij de klas aankleden en met hun kinderen samen een onderwerp bespreken.
Monsieur Lazhar is een emigrant uit Algerije en heeft veel meegemaakt in zijn leven. De kijker wordt in de film deelgenoot van zijn verdriet; zijn leerlingen blijven onwetend daarover. Hij wil en kan er niet over praten.
Zowel de leerlingen als Monsieur Lazhar zelf worstelen ieder met hun eigen problemen; ze ontmoeten elkaar niet; ze praten er niet over met elkaar. Totdat Alice een gedicht voorleest over juf Martine. Monsieur Lazhar gaat begrijpen dat de kinderen willen praten over hun verdriet en dat het schuldgevoel van één van zijn leerlingen té groot is om te dragen. Als ouders en leraren Simon van school willen verwijderen grijpt hij in. ‘Het gedrag van Simon verwijst naar een groter probleem van hem’, zegt hij, waarmee hij de ogen opent van zijn collega’s.
Hij zoekt persoonlijk contact met zijn collega’s, die hem uitnodigen voor het schoolfeest en ook voor een diner thuis. ‘Het is goed om uw leerlingen te vertellen over uzelf en over uw leven in Algerije’, zegt één van hen.
De doorbraak komt als zowel de leraar als de kinderen een eigen fabel schrijven.
De scenes worden rustig opgebouwd en raken actuele thema’s aan:
Over emoties bij kinderen en volwassenen: ‘ Volwassen denken dat wij getraumatiseerd zijn, maar ze zijn het zelf’.
Over bureaucratie in de scholen en de maatschappij: ‘Ik ben bevoegd; ik kan nu beginnen, maar eerst moet de procedure worden doorlopen’.
Over de relatie met kinderen: ‘Het is beter om psychotherapie en pedagogiek te scheiden’.
Over tederheid in de school:’ We gaan met kinderen alsof het om atoomafval gaat’.
De film raakte mij door de voelbare, beklemmende angst van de hoofdrolspelers en het uitblijven van een vertrouwensband, waarin ze elkaar echt leren kennen en met elkaar gaan praten. De directeur van de school blijft de regels volgen, maar de fabel maakt ongezegd duidelijk waar het echt om gaat.
Reacties