'De brug tussen Theo Thijssen en Toshiro Kanamori'
6 september 2012
Toshiro Kanamori is de achterneef van Theo Thijssen, betoogt Ton Notten in een artikel dat hij al eens eerder publiceerde op de website Husserl. Via de (recente) ontwikkelingen en beleidsnota's in zijn eigen stad Rotterdam komt Notten uit bij kernbegrippen en kernwaarden en betekenissen voor de toekomst. Veiligheid, talent, geluk, de life-span van 5 tot 12 jaar; van 'Het kind dat wij waren' naar de grotemensenwereld. Een transitie waar we de schoolmeesters en -juffen voor hebben. Met onderwijzers die het spel meespelen, en die werkelijk het allerbeste met je voor hebben. En de brug van Thijssen en Kanamori is dan gemakkelijk te slaan.Twee boek van Theo Thijssen - Schoolland en De gelukkige klas - blijven actueel, ook als eigenlijk verplichte leerstof voor hedendaagse pabostudenten. Vooral om de liefde en de binnensmondse pret die de boeken nog altijd uitstralen. De school en de klas waren meester Thijssen/Staal soms letterlijk te klein. Hij wilde dan graag een dagje uit naar Artis, of op een platte wagen naar de Watergraafsmeer, zeker als hij weer eens onzichtbaar ontroerd was over zijn klas.
Zo was 'Artis' de prijs die de klas kreeg nadat de kinderen hadden uitgevonden waarom de mededeling van de meester dat hij altijd op Hemelvaartsdag jarig was, niet kon kloppen. Graag citeer ik de slotzinnen van De gelukkige klas: "M'n heerlijke, lieve, lastige stel, ik weet eigenlijk maar een ding: de jaar of wat dat ik jullie heb en dat jullie mij hebben, behoren wij enkel maar een gelukkige klas te zijn. En de rest is nonsens, hoor, al zal ik dat jullie nooit zeggen."
Een onderwijsvernieuwer was Thijssen niet, althans zeker niet expliciet en/of onderwijskundig, wèl bezorgden zijn aanhoudende pleidooien voor de verbetering van de positie van het kind hem grote faam. Hij werd lid van de Amsterdamse Gemeenteraad en van de Tweede Kamer, waar hij zijn standpunten in andere bewoordingen naar voren bracht.
U kunt hetzelfde gedachtegoed nog actueler terugvinden in de prachtige Japanse documentaire Children Full of Life uit 2003. Een schoolklas, zevende groep, in Kanazawa – een stad aan de Westkust van Japan, bijna even groot als Rotterdam, niettemin voorzien van zes particuliere en openbare universiteiten – een schoolklas die geprikkeld wordt door haar leraar om kranten mee te brengen naar school, en die daar luidop te lezen en de leeservaringen met elkaar te delen, ook wanneer de emoties té erg worden. De kinderen leren naar elkaar te luisteren, met elkaar te onderhandelen om meester Toshiro Kanamori – in de film is hij 57 jaar – tegenargumenten voor te leggen wanneer hij een beslissing neemt die zij niet redelijk vinden.
Vijf, min of meer van elkaar onderscheiden thema's komen in de film aan de orde. Naast de onderhandelingen in de klas is er de beleving van het overlijden van de oma van een van de leerlingen. En later van de vader van Tsubasa: it must be so hard for him, w'll do whatever we can to help, zo luidt de Engelse onderteling, we gaan ons klasgenootje een troostbrief schrijven! Maar ook de reflectie op onderlinge treiterpartijen passeert de camera, het samen vlotten maken met de subtiele tegenwerking van een saboteurtje, en het tekenen van het menselijk lichaam (met stilletjes een kunstig Japans symbooltje dat een
goedgevuld baarmoedertje voorstelt). I'm going to say something highly important: there is no certainty in life, legt ook meester Kanamori nog uit. Net als meester Staal/Thijssen.
Wat een prachtklas! De onderwijzer, hij verdient dat ouderwetse woord, brengt zijn kinderen bij dat hun voornaamste doel is gelukkig te worden, en dat het (leren) delen van de bijbehorende gevoelens er de weg toe is. Wat een lucide invulling van veiligheid en talent! Kanamori citeert zijn ongelijktijdige collega uit Amsterdam nagenoeg letterlijk.
Kanamori is wijsgerig pedagoog, aanhanger van Rousseau en Pestalozzi, én schoolmeester. Hij verdient met zijn happiness sensitivity training de eretitel van 'achterneef van Theo Thijssen'.
Het prachtbeeldje van meester Theo Thijssen, van de hand van Hans Bayens, zou zó in de film van Toshiro Kanamori kunnen voorkomen. Talentontwikkeling in de veilige school. Dat brengt me al rap bij de vraag naar de schaal van de school, of heel plastisch: hoe hoog of laag mogen vandaag de muren rond de brede school zijn? Respectievelijk: hoezeer mag/moet de school zich vrijwaren van de omgeving, zeker van de ruige omgeving die andere
ideeën heeft over veiligheid, talent en geluk?
Het volledige artikel staat achter deze link
Ton Notten (1946), studeerde van 1969-1975 andragologie aan het IWA. Hij promoveerde in 1988 bij prof. dr Wilfried Gottschalch op het proefschrift Rationaliteit en het schone streven, aan de Universiteit van Amsterdam. Notten heeft altijd het hbo en de universiteit tegelijk gediend. Naast zijn professoraat, sinds 1998, bij de Vrije Universiteit Brussel (Vakgroep Sociale en Culturele Agogiek) werd hij in 2002 benoemd als lector bij de Hogeschool Rotterdam met de leeropdracht “Opgroeien in de Stad” .Voordien was hij verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, Vakgroep Andragologie (1974-1993), en tevens als studieleider en docent Sociale Pedagogiek van het Nutsseminarium voor Pedagogiek (tegenwoordig opgenomen in de Hogeschool van Amsterdam) (1975-2002). Sinds 1993 is hij voorzitter van de Vereniging tot Bevordering van de Studie der Pedagogiek (VBSP).
Zijn huidige specialismen zijn: onderwijs- en jeugdbeleid en grote steden problematiek
Reacties