Confused-OK-question: ‘Prachtig materiaal waar wij in groep 7 nog veel plezier aan gaan beleven’
17 december 2015
‘Scholen die je leren wie je bent’ is de ondertitel van een boek, geschreven door Rikie van Blijswijk, over The Essential Schools in de VS. Een ondertitel die het anker werd van meester Jan tijdens de reis naar de verschillende scholen in Boston en het Fall Forum in Portland. Als leraar van groep 7 op een basisschool in Dordrecht was het voor meester Jan van belang hoe hij zijn kinderen nog beter kon leren wie ze nu eigenlijk zijn. Tegelijk was hij nieuwsgierig naar zijn positie binnen een groep enthousiaste en betrokken collega’s uit zijn organisatie (Stichting H3O) en andere scholen uit Nederland. En natuurlijk hielpen ook de leerlingen en leerkrachten van de Essential Schools hem bij het bevredigen van zijn nieuwsgierigheid. ‘De praktische en direct toepasbare handelingen verdwenen direct in mijn aantekeningenboekje.’Inhoudelijk gaf het boek van Rikie (tevens reisleidster) mij vooraf al de nodige handvatten. The Ten Common Principles , The Habits of Mind en The Habits of Work zijn, kort samengevat, de rode draad door het onderwijs van The Essential Schools. Voor mij waren de Principles een set regels of voorwaarden waaraan voldaan moest worden alvorens men de leerlingen aldaar gaat leren wie ze nu eigenlijk zijn. De invulling door de schoolomgeving kreeg vorm door gebruik te maken van de leerstrategieën: de zogenaamde Habits.
En dan sta je opeens in een klas.
Drie dagen lang bezochten wij scholen in Boston. Vroeg in de morgen aan het ontbijt en aan het begin van de avond weer gezamenlijk aanschuiven voor het diner. Vervolgens gaat het gesprek over belevenissen in de groepen, kruisverbanden met de thuissituatie, het al dan niet volgen van de Common Principles en soms ook nog even over het hardlopen van een reisgenoot. Intensief, maar tegelijk gaf het mij telkens ook weer energie voor de volgende dag. De passie die ik overdag zag bij leerkrachten, begeleiders en ouders zag ik ook terug aan de eettafel. Iedereen had een doel of subdoelen en men gedroeg zich als een spons. Dagelijks zogen wij ons vol met indrukken en informatie. Soms vonden wij informatie op schoolniveau: kleine groepen, grote gebouwen en lokalen en verhoudingsgewijs met Nederland heel veel leerkrachten/begeleiders per groep.
Vaak ook vonden wij informatie op individueel niveau. Zo sprak ik een leerling die mij vertelde dat hij zonder hoge verwachtingen naar zijn nieuwe school was vertrokken, maar dat hij zeer positief was verrast. Hij wist ook goed het gevoel van saamhorigheid te verwoorden, waarbij hij het niet alleen had over de leerlingen onderling, maar zeker ook over de relatie tussen de leerkrachten en leerlingen. De praktische en direct toepasbare handelingen verdwenen direct in mijn aantekeningenboekje. Te lezen valt daar bijvoorbeeld over de ‘vuistregel’: een systeem van handopsteken bij discussiepunten.
Zo was je met vijf vingers helemaal voor het voorstel. Met vier vingers kon je er mee leven maar met één vinger in de lucht had je argumenten waarmee je een andere richting op wilde. Ook het ‘confused-OK-question’-systeem staat beschreven, nadat een willekeurige leerling zachtjes ‘confused’ riep na een uitleg voor het bord door een leerkracht tijdens een natuurkundeles. De leerling wilde in dit geval meer verheldering over wat er op het bord kwam te staan. Bij een ‘OK’ had men het begrepen en als men een vraag wilde stellen riep men ‘question’. De leerkracht gaf dan zelf aan of de vraag gelegen kwam. Prachtig materiaal waar wij in groep 7 nog veel plezier aan gaan beleven.
Mijn belangrijkste les lag hem echter in het stellen van vragen. Met name het deel waarin de leerkrachten/begeleiders constant vragen stellen aan de leerlingen. De open vragen die opvolging kregen met een vervolgvraag en eventueel een controlevraag zorgden er vaak voor dat een leerling zelf tot inzicht kwam. Ook merkte ik door de gesprekken met leerlingen dat de vragen zeker niet alleen betrekking hadden op de inhoud van de lessen. Het stellen van vragen om de leerling beter te leren kennen of de vragen die ervoor zorgden dat een leerling over zichzelf en zijn eigen handelen ging nadenken waren voor mij van grote waarde. Hierin vond ik uiteindelijk ook antwoorden op mijn eigen vragen die ik voorafgaand aan de reis aan mijzelf had gesteld: door het stellen van vragen leren leerkrachten en leerlingen wie ze zijn. Het luisteren naar de antwoorden lijkt evident, maar is mijns inziens toch noemenswaardig.
Na het bezoeken van verschillende scholen uit de omgeving van Boston vertrokken wij naar het Fall Forum in Portland, een jaarlijks terugkerende conferentie voor betrokkenen van de Essential Schools. Natuurlijk waren wij hier als nieuwsgierige Nederlanders meer dan welkom om de workshops bij te wonen en ervaringen te delen.
Een leerzame reis met voldoende voeding voor de benodigde vragen.
Meester Jan is leerkracht van groep 7 op CBS Het Kristal in Dordrecht.
Reacties