Column van leraar Martin: Bundeling van krachten
10 januari 2012
Martin Dogger is leraar op de Schatkamer in Zwolle. Regelmatig schrijft hij columns voor hetkind, waarin hij subtiel schetst hoezeer leraren en kinderen elkaar nodig hebben. Dit is het praktijkverhaal n.a.v. een schoppartij: Bundeling van krachten.Het was echt lastig. Passend reageren, terwijl er net een leerling een schop heeft uitgedeeld aan een ander. De dader staat, het slachtoffer ligt en rondom hen staan andere leerlingen uitgebreid te discussiëren. Woorden liggen op mijn lippen, een bestraffende preek vormt zich in mijn hoofd, maar ik besluit vooralsnog om niks te doen.
Het slachtoffer krabbelt overeind, en loopt weg. ´Ik ga naar huis, ik loop gewoon weg hoor´. Met zachte hand neem ik hem mee naar school. ´Laat me los, je mag niet naast me, ik wil Niek hier´. ´Is goed´ zeg ik, en Niek gaat naast hem lopen. De discussie tussen alle andere leerlingen blijft doorgaan. De dader loopt op vrije voeten vooruit. Elke leerling vindt er iets van. Er wordt partij gekozen, van partij gewisseld en vooral veel geschreeuwd. Richting dader, slachtoffer en niet in de laatste plaats naar mij. Ik moet nu een voorbeeld stellen, zo is de mening van de leerlingen. Ondertussen lopen dader en slachtoffer nog steeds meters uit elkaar, met ferme tred richting school. En ik? Ik weet het niet. Ik besluit om maar met de groep mee te lopen.
Zelfs als we terug zijn op school, blijft de discussie doorgaan. Dader en slachtoffer lopen met boze gezichten langs elkaar. De andere kinderen van groep 6 zijn heel druk aan het praten. Ik hoor een aantal meiden de wederzijdse standpunten verwoorden. Ze vragen door, hoe het nu gekomen is. Ze vatten samen, geven hun mening en vragen of de jongens al een wapenstilstand willen sluiten. Ze komen naar me toe, of ik het nu eindelijk eens wil oplossen. Want zo kan het niet verder, de pauze komt immers langzaam in zicht, nog vijf minuten te gaan. En ik? Ik heb nog steeds geen flauw idee hoe ik dit op moet gaan lossen.
Voordat we naar buiten gaan, neem ik eerst de dader even bij me apart. In de ochtendkring bleek het al niet helemaal lekker te gaan. Door het slachtoffer werd hij geregeld geduwd, buiten het zicht van mij. Deze irritatie had hij meegenomen naar de gymles. Ook tijdens de gymles bleven de plagerijen doorgaan. En op de terugweg kwam dit allemaal in die ene trap eruit.
Daarna praat ik even met het slachtoffer. Hij voelt zich onheus bejegend. Hij had niet zo veel fout gedaan in zijn ogen.'Mag ik nu dan naar buiten meester? Je hebt ook niet zo lang met Wessel gepraat en zoveel deed ik ook niet. Dat kan toch best, dat ik nu ga?"
Ik besluit mee te gaan naar het plein. Even een potje basketballen met het slachtoffer. Zijn blik wordt geleidelijk anders, en hij gaat op in het spel. Ik zoek nu de dader op op het plein. Die zit bij de klimmuur, samen met een paar andere kinderen. Daar wordt nog steeds druk gepraat. De dader lijkt rustiger, en wil ook de strijdbijl begraven. ‘Ik wil best normaal doen, maar dan moet Ahmet me verder ook met rust laten. Ik wil nu pauze houden’. Het is echter een stap te ver, om dit zelf te vertellen. Gelukkig verklaart een delegatie meiden zich bereid om de boodschap over te brengen. Dat scheelt, met al mijn twijfels en redeneringen over hoe ik dit aan zou moeten pakken, lost mijn groep het op.
Wessel springt van de klimmuur af, als een van de meiden hem wenkt. Ahmet probeert met de basketbal te scoren. De bal stuitert op de ring, en valt voor de voeten van Wessel. Deze gooit gelijk, en scoort. Ahmet geeft een high five. ‘Je mag wel meedoen als je wilt, maar dan moeten we wel om en om gooien’. Zij hebben de vrede getekend.
En ik? Ik heb meer partners in mijn klas dan ik gedacht had.
Martin Dogger
Foto: Rikie van Blijswijk
Reacties