Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Column: 'De gymleraar wordt getest'

8 november 2012

Hans Roeland, leraar lichamelijke opvoeding en mentor op het Carmel College te Raalte, wordt 'getest' door zijn leerlingen. Deze column maakt de lezer deelgenoot van zijn gevoelens. Een proef op de som en de strijd tussen hoop en wanhoop. Zijn bijdrage.

Het schooljaar is vijf weken aan de gang. Het is vrijdagmiddag  en ik loop goed gemutst na een fijne dag werken naar mijn auto.

Ook vandaag staan er leerlingen te wachten bij de parkeerplaatsen van de auto’s. Op een of andere manier is het sfeertje toch anders . Ik zie een aantal bekende gezichten waaronder Nadia, waarmee ik het wel eens in het wier heb omtrent haar motivatie om te bewegen. Nadia kijkt mij triomfantelijk aan.  De rest van de leerlingen heeft zijn blik afgewend. De lichaamstaal straalt vijandigheid uit.

Ook zie ik een aantal onbekende jongens en meiden die mij op een bedreigende manier aankijken. Een aantal van deze jongens en meiden hebben zelfs grote keien in hun handen die ze telkens omhoog gooien en gelukkig ook weer vangen. Mijn haren gaan rechtop staan en er bekruipt me een vreemd gevoel.

Razendsnel vliegen er allerlei gedachten door mijn hoofd. Van de bekende gezichten haal ik snel de laatste lessen weer naar boven. Ik kom in een split second tot de conclusie dat er niet iets noemenswaardig is gebeurd in die lessen. Wel  de gebruikelijke motivatieprobleempjes met Nadia, maar een echt incident? Ik kan het mij niet herinneren.

Ze weten dat ik de laatste ben, op de conciërges na, die de school verlaat. Waarom staat deze groep  mij op te wachten?

Enigszins zenuwachtig loop ik  naar mijn auto. De leerlingen met hun vrienden maken grapjes en lachen op een intimiderende manier.

Ik laat me niet kennen en stop om even een praatje te maken. De leerlingen babbelen leuk  mee, maar de niet-leerlingen blijven op een vijandelijke manier naar mij kijken. Nadia zegt niets en blijft mij aankijken.

Na het praatje loop ik enigszins op mijn gemak door, naar mijn auto om naar huis te gaan. In mijn ooghoeken zie ik de niet-leerlingen met de stenen omhoog gooien en vangen. Nu bekruipt me weer dat gevoel van onbehagen. Ze zullen toch niet op mij of op elkaar gooien?

Ik ga weer terug en vraag de jongens en meiden wat ze toch met die stenen gaan doen. Het antwoord: ''Dat zou  ik wel merken.''  Nadia lacht en laat ook een grote steen van de ene  naar de andere hand gaan. Ik vertelt ze dat ze de stenen toch beter in de bosjes kunnen gooien, omdat ze zichzelf daar behoorlijk mee kunnen bezeren.

Ik denk dat ik ze heb overtuigd. Iedereen (denk ik) gooit de stenen in de bosjes.

Ik wens ieder een fijn weekend en ga naar mijn auto, doe mijn deur open en steek mijn sleutel in het contact. Mijn gevoel zegt nog steeds dat ik moet oppassen. Ik draai de sleutel om en rij weg. Plotseling hoor ik een keiharde knal. Mijn eerste gedachte: ze zullen toch niet…

Ik kijk in de spiegel, constateer dat niemand achter mij zit. Maar ik zie de groep schaterend van het lachen over het stuur van fietsen hangen. Ik stop, bedenk me geen moment en stap uit.  Ik loop driftig om mijn auto om te kijken of er geen deuk in zit. Ik zie eigenlijk niets, want ik ben tegelijkertijd bezig om mijn gedachten te ordenen.

Nu word ik rustiger.  Mijn boosheid maakt plaats voor nieuwsgierigheid en ik loop rustig  naar de groep toe, vraag of iemand de steen die ze in de bosjes wilden gooien toch verkeerd heeft gemikt? Ze beginnen keihard te lachen en vragen hoezo? Ik vertel dat ik net een keiharde knal hoorde en dat ik bang was dat iemand verkeerd had gemikt.  Dat hadden ze niet gedaan.

Ik draai mij om en kijk nog eens goed naar mijn auto. Er valt mij iets op aan de knalpijp en loop daar naar toe.  Om de knalpijp hangen restanten van een condoom en direct valt bij mij het kwartje.

Ik kom niet meer bij van het lachen en loop schaterlachend naar de groep toe.  Ik pak mijn portemonnee en haal daar een condoom uit. Die geef ik aan Nadia. Zij kijkt mij indringend aan, zegt niets.

Ik verbreek de stilte en zeg dat het wel een leuke manier was om ook een condoom te gebruiken. Nadia haar antwoord was:  Een condoom op deze manier gebruiken is wel de verkeerde manier, maar dat mijn manier van reageren wel de juiste was.

Ik ben geslaagd voor het examen.

 Hans Roeland, docent Carmel College Salland te Raalte.

 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief