Benjamin Zanders idee: 'Geef iedereen een tien'
12 mei 2014
Benjamin Zander is dirigent van het Boston Filharmonisch Orkest en geeft les aan het conservatorium. Als docent zag hij dagelijks het schadelijke effect van de hiërarchisch ingedeelde wereld van cijfers, meten en vergelijken. Een uitvoering van een opera van Puccini stond nooit op zichzelf, maar werd meteen afgezet tegen de uitvoering van Pavarotti. Zander zag maar een oplossing: iedereen een tien. Dit artikel verscheen eerder in The Optimist.Op de University of Southern California werd ieder jaar een cursus leidinggeven aangeboden aan de vijftig meest getalenteerde studenten, door elke studierichting met grote zorg gekozen uit de 27.000 campusbewoners. De docent die de cursus moest beoordelen, had instructies om aan het eind van elk semester eenderde van de studenten een tien te geven, eenderde zeven, en eenderde een vier - ook al stond het werk van ieder lid van deze groep hoogstwaarschijnlijk boven dat van welke andere student aan de universiteit ook. Stel je de deuk in het ego eens voor van de gretige en hardwerkende student die de voorgeschreven vier in ontvangst neemt.
Dit is niet het enige voorbeeld waarbij punten weinig zeggen over de kwaliteit van het werk dat is verzet. Als je een student duidelijk maakt, dat hij een concept verkeerd heeft opgesteld, of een verkeerde stap heeft gezet binnen een wiskundige opgave, dan verwijs je naar iets echts omtrent zijn prestatie. Maar geef je hem een zeventje, dan zeg je niets over zijn beheersing van de stof, je zet hem alleen maar af tegen de andere studenten.
De meeste mensen zullen het beginsel erkennen dat punten voornamelijk zijn bedoeld om de ene student met de andere te vergelijken. Veel mensen zien ook in dat wedijver een vriendschap onder druk kan zetten, en studenten te vaak een eenzame weg doet inslaan.Je hoort vaak het citaat van Michelangelo, dat er in elk blok steen of marmer een prachtig standbeeld schuilgaat. Je hoeft alleen maar het overtollige materiaal te verwijderen om het kunstwerk erbinnen bloot te leggen. Als we dit vérreikende denkbeeld op het onderwijs toepassen, wordt het zinloos om het ene kind met het andere te vergelijken. Alle energie zou zich daarentegen moeten richten op het weghakken van voldoende steen, om elk obstakel te verwijderen dat bij het individuele kind het aanleren van vaardigheden, van vakmanschap en van het vermogen om jezelf uit te drukken, blokkeert.
Deze aanpak noemen we 'Geef een tien'. Het is een inspirerende manier om mensen te benaderen, waardoor jij net zo goed zal veranderen als zij. Het komt neer op een andere benadering die je in staat stelt om vrijuit over je eigen gedachten en gevoelens te spreken, terwijl je tegelijk anderen helpt om alles te worden waarvan ze al zo lang dromen. Het toepassen van 'Geef een tien' brengt de menselijke relaties over van de wereld van de metingen naar het universum van het mogelijke. Je kunt aan iedereen - van hoog tot laag - een tien geven; aan een serveerster, aan je baas, aan je schoonmoeder, aan je tegenstanders in de wedstrijd en aan de andere automobilisten op de weg.
Als je een tien geeft, merk je dat je niet tegen mensen spreekt vanuit een positie die afmeet hoe ze de confrontatie met jouw normen doorstaan, maar vanuit een houding van respect die hen de ruimte gunt om zichzelf te manifesteren. Je oog beziet het standbeeld binnen het ruwe oppervlak van het onbewerkte rotsblok. Deze tien is geen verwachting die vervuld dient te worden, maar een mogelijkheid die vervulling biedt.
Na 25 jaar lesgeven aan het conservatorium loop ik nog steeds tegen dezelfde obstakels aan. In de ene klas na de andere lijden de studenten onder zo'n chronische zorg over de beoordeling van hun optreden, dat ze ervoor terugschrikken om bij het musiceren risico's te nemen. Op een avond ging ik met mijn vrouw Ross zitten praten om te zien of we iets konden verzinnen om hun faalangst te verminderen. Wat zou er gebeuren als je vooraf al iedereen een tien gaf?
We voorzagen dat het totaal afschaffen van becijfering de zaak alleen nog maar erger zou maken, zelfs al konden we het conservatorium overhalen om zo'n plan te steunen. De studenten zouden het gevoel krijgen dat hen de kans op sterrendom werd ontfutseld en zouden zich blijven blindstaren op hun plek in de rangorde. Dus kwamen we op de gedachte om hen allemaal het enige cijfer te geven dat hen rust zou brengen - niet als een meetinstrument - maar als een middel om hen open te laten staan voor alle mogelijkheden.
'In deze klas krijgt elke student voor dit onderdeel een tien', vertel ik vervolgens aan mijn studenten. 'Jullie moeten echter aan één voorwaarde voldoen om dit cijfer te verdienen: binnen twee weken schrijf je me een brief met als datum 'volgend jaar mei', die begint met de woorden 'Beste meneer Zander, ik heb een tien gekregen omdat....' En in die brief vertel je zo gedetailleerd mogelijk wat er volgend jaar mei allemaal met je is gebeurd dat dit uitzonderlijk hoge cijfer rechtvaardigt. 'Ik leg uit, dat ze zich bij het schrijven van hun brief in de toekomst moeten verplaatsen, dan moeten terugkijken en verslag doen van alle inzichten die ze hebben verworven en mijlpalen die ze hebben bereikt - alsof ze die successen al achter zich hebben liggen. Alles dient in de verleden tijd te worden geformuleerd. Uitdrukkingen als 'ik hoop', 'ik ben van plan' of 'ik zal' mogen er niet in voorkomen.
Als ze willen, mogen de studenten specifieke doelen vermelden die ze hebben bereikt, of een concours dat ze hebben gewonnen. 'Maar ik ben vooral geïnteresseerd', zeg ik tegen ze, 'in de persoon die je volgend jaar mei bent geworden. Ik ben benieuwd naar de levensinstelling, de gevoelens en het wereldbeeld van die persoon, die dan alles heeft gedaan dat ze wilde doen, of alles is geworden wat hij wilde zijn.'
Ik zeg ook dat ik wil dat ze hevig verliefd worden op de persoon die ze in hun brief beschrijven. Deze brief kreeg ik van een jonge Koreaanse fluitiste, die helemaal meeging in mijn opzet en het speelse element ervan precies te pakken had en tegelijk enkele loodzware kwesties aansneed waarvoor uitvoerende musici komen te staan in een cultuur van waardeoordelen en wedijver.
Volgend jaar mei:
Beste meneer Zander, mijn leraar. Ik heb mijn tien gekregen omdat ik hard heb gewerkt en diep heb nagedacht over mijzelf als leerling in uw klas, en het resultaat was werkelijk schitterend. Ik ben een heel nieuw mens geworden. Ik was vroeger zo'n negatief mens over bijna alles, voor het zelfs maar te proberen. Nu vind ik mezelf veel gelukkiger dan vroeger. Ik kon ongeveer een jaar geleden mijn fouten niet accepteren, en na elke fout was ik kwaad op mezelf. Maar nu vind ik fouten maken leuk, en ik leer echt veel van die fouten. In mijn spel zit nu meer diepte dan vroeger. Eerst speelde ik alleen maar de nootjes, maar nu heb ik iets ontdekt over de echte betekenis van al die stukken, en ik speel nu met meer fantasie. Ook heb ik mijn eigen waarde leren kennen. Ik heb ontdekt dat ik een bijzonder mens ben, omdat ik inzag dat ik alles kan doen, als ik in mezelf geloof. Dank u voor al uw lessen en hoorcolleges, omdat ik daardoor begreep hoe belangrijk ik ben, en wat de zuivere reden is waarom ik muziek maak.
Dank u wel. Hartelijke groeten, Esther Lee.
In deze brief richt de jonge muzikante haar blik op de persoon die ze wil worden, en legt tijdelijk het zwijgen op aan de stem in haar achterhoofd die zegt dat ze zal mislukken. Ze komt tevoorschijn als het sierlijke standbeeld uit het blok marmer van Michelangelo. Degene die ik elke vrijdagmiddag lesgeef, is de persoon die in de brief wordt beschreven. De studente onthult haar ware ik, en vindt ook woorden voor veel van de steen die haar expressie in de weg staat.
Onze opdracht tijdens de cursus wordt het weghakken van de steen die haar benauwt. Het is onze taak om het overtollige puin te verwijderen dat haar van haar manifestatie in deze wereld afhoudt.
Beste meneer Zander,
Ik heb een tien gekregen omdat ik de moed heb opgebracht om mijn angst onder ogen te zien. Toen besefte ik dat die geen plaats heeft in mijn leven. Ik veranderde van iemand die bang was om een fout te maken die zou kunnen opvallen, in iemand die weet dat ze iets kan betekenen voor andere mensen, muzikaal en ook persoonlijk. Daarom zijn nu alle innerlijke twijfel en gebrek aan zelfvertrouwen verdwenen. Ook weg is het gevoel dat ik alleen maar besta als een spiegelbeeld in de ogen van anderen, met als gevolg het verlangen om iedereen ter wille te zijn. Ik begrijp nu dat proberen en slagen hetzelfde zijn als je meester van jezelf bent - en dat ben ik nu.
Giselle Hillyer
Toen het eerste experiment met geef een tien een paar weken draaide, vroeg ik aan mijn klas hoe ze het hadden ervaren om het semester met een tien te beginnen, voor ze zichzelf hoe dan ook hadden hoeven te bewijzen. Tot mijn verrassing stak een student uit Taiwan zijn hand op.
'In Taiwan,' zo legde hij uit, was ik nummer 68 van de 70 studenten. Ik kom naar Boston, en meneer Zander geeft me een tien. Erg verwarrend. Ik loop maar rond, drie weken, erg in de war. Ik ben nummer 68, maar meneer Zander vindt mij een tien waard. Op een dag merk ik dat ik veel gelukkiger met een tien ben dan met 68. Dus besluit ik dat ik tien ben.'
Deze student had in een briljant moment van inzicht het 'geheim van het leven' te pakken gekregen. Hij had beseft dat het allemaal bedacht is, het is allemaal een spelletje. Nummer 68 is bedacht en de tien is bedacht, dus kunnen we net zo goed iets bedenken dat ons leven en het bestaan van de mensen om ons heen opvrolijkt.
Met toestemming bewerkt en overgenomen van Rosamund Stone Zander en Benjamin Zander: The Art of Possibility (Harvard Business School Press 2000). Bron: http://nl.odemagazine.com/doc/0039/iedereen-een-tien/
Waardevolle verhalen voor goed onderwijs
Iedereen maakt verschil, samen hebben we impact
Als donateur (50 euro) ontvang je ‘het Jaarboek 2014‘
en de jubileumuitgave ‘NIVOZ & de urgentie van goed onderwijs‘
Reacties