Autopoiesis: perspectief op duurzaam, betekenisvol onderwijs van de 21ste eeuw
21 augustus 2013
Tijdens de zevende conferentie Duurzaam Leren – op 1 en 2 oktober in Utrecht - zal Guus Geisen, een van de organisatoren, uitvoerig uitwijden over het begrip Autopoiesis. In het gelijknamige boek beschrijft hij de context en het perspectief voor duurzaam, betekenisvol onderwijs, waarom het belangrijk is en hoe je het kunt realiseren. In deze bijdrage biedt Geisen alvast een voorproefje. 'Deze publicatie is vooral bedoeld als impuls om vanuit cocreatie lokaal, regionaal en landelijk te werken aan onderwijsinnovatie.’Dit artikel is bedoeld als impuls om samen na te denken over het onderwijs van de toekomst, om deze zelf en samen - op basis van gedeelde uitgangspunten - vorm te geven en op die manier aan de (noodzakelijke) vernieuwing van het onderwijs te werken.
Het begrip autopoiesis betekent letterlijk ‘zelfcreatie, zelfproductie’ en is door de biologen Maturana en Varela in 1972 geïntroduceerd. Ze geven met dit begrip hun kijk op het biologische fundament van cognitie en kennis. Volgens Maturana en Varela kan cognitie gekarakteriseerd worden als ‘een effectieve actie die een levend systeem in staat stelt om in een bepaalde omgeving te kunnen bestaan, daarmee de eigen wereld creërend’
Deze formulering betekent een bevestiging van de noodzakelijk geachte kanteling van het onderwijs. We zullen kinderen meer in staat moeten stellen om handelend om te gaan in een bepaalde omgeving en daarmee de gelegenheid geven de eigen wereld te creëren.
Maar wat betekent deze zin per onderdeel, en als geheel?
‘We’
Het is onze opdracht als volwassenen om ervoor te zorgen dat kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen als mens, als professional en als bewoner van deze planeet. In alle volwassenen herkennen we deze intentie, maar zijn we ons ook bewust van de effecten van ons handelen? Kan het beter, anders? Het is goed je af en toe de vraag te stellen of je ambitie middel of doel is geworden.
‘Kinderen in staat stellen’
Hoe stellen we in ons huidige educatieve systeem kinderen in staat om lerend om te gaan met een bepaalde omgeving?
In het traditionele onderwijs staat het curriculum centraal en volgen de kinderen het voorgeschreven programma. Het is gebaseerd op uitgangspunten van de 19e en 20ste eeuw die in groeiende mate een kloof veroorzaken met de ontwikkelingen in de 21ste eeuw. Hoe kunnen we aansluiten bij de behoeften van de kinderen gericht op hun toekomst? Is het mogelijk dat het een levend systeem aan motivatie ontbreekt om lerend om te gaan met de omgeving?
In het huidige systeem gaan we er van uit dat we rationele ontwikkeling bij kinderen realiseren door ze op een rationele manier te leren werken met de inhoud van het curriculum. Dit vraagt om een herbezinning op de visie op en inrichting van ons educatieve systeem. Daarnaast zien we steeds meer initiatieven waarin mensen laten zien dat het anders kan. HetKind – het platform en deze online website - is een plek waar veel van deze ontwikkelingen bij elkaar komen.
‘Handelend omgaan met’
Uit onderzoek blijkt dat het rationele brein pas volledig ontwikkeld is tussen 20 en 25 jaar. Tot dan mist het brein de ervaringen en de uitgebreide neurale verbindingen. Deze verbindingen ontstaan door ervaring, door te handelen en te leren van de handelingen.
Kinderen hebben een veilige omgeving nodig, waarin ze vanuit zoveel mogelijk verschillende perspectieven handelend kunnen omgaan met een bepaalde omgeving en daarvan te leren. De variatie aan ervaringen is de basis voor het uiteindelijk verinnerlijken van de leerstof in het rationele brein.
‘Bepaalde omgeving’
Om uiteindelijk de leerstof te kunnen verinnerlijken is het noodzakelijk dat in de context handelend omgegaan wordt met een betekenisvol probleem. Kinderen hebben een betekenisvol probleem nodig waar ze zelf en samen vanuit verschillende perspectieven mee kunnen worstelen.
Elk leerstofonderdeel kan verbonden worden met een betekenisvolle context. Door meerdere activiteiten als keuzemogelijkheid aan te bieden kunnen kinderen zelf bepalen vanuit welk perspectief ze ermee aan de slag willen. Door uitwisseling komen ze in aanraking met andere ervaringen, manieren van werken en soorten opdrachten. In de reflectie leren ze van de ervaring en van de gemaakte keuze.
‘Creëren eigen wereld’
Door van jongs af aan handelend te leren omgaan met complexe problemen leren kinderen wat ze kunnen doen, als ze niet weten wat ze moeten doen. Ze verinnerlijken leerstof, ervaringen, tools, perspectieven en competenties en zetten deze in bij het aanpakken van een volgend complex probleem of bij het inrichten van hun leven.
Door bewust met de kinderen in een betekenisvolle context te werken aan bijvoorbeeld waarden, watergebruik, dierenverhuur, maar ook spellingsregels en rekensommen, gaan kinderen meer bewust gebruik maken van de verinnerlijkte kennis en ervaringen. Uiteindelijk leidt dit tot meer duurzaam gedrag.
Het boek…..
- beschrijft de context voor duurzaam, betekenisvol onderwijs, waarom het belangrijk is en hoe je het kunt realiseren, maar is geen pasklaar antwoord. Het is bedoeld als impuls om vanuit cocreatie lokaal, regionaal en landelijk te werken aan de innovatie van het onderwijs.
- legt verbindingen met nieuwe concepten en kaders zoals het nieuwe boek van Andy Hagraeves ‘Professioneel Kapitaal’ en de ‘Five Minds of the Future’ van Howard Gardner.
- geeft een aantal aanbevelingen om het innovatieproces te versnellen:
- overheid, faciliteer een nationale dialoog over de toekomst van het onderwijs in de 21ste eeuw;
- start pilotgroepen in het land waar scholen samenwerken in het realiseren van deze vernieuwing. Er zijn al legio voorbeelden waarin scholen de verantwoordelijkheid nemen om hun perspectief op de toekomst concreet te maken;
- ontwikkel in de PABO een alternatieve route als opleiding voor de leerkracht duurzaam, betekenisvol onderwijs van de 21ste eeuw;
- SLO ontwikkelt een digitale versie van alle instructie van het volledige curriculum.
Deze aanbevelingen worden omgezet in actie. De start van de pilotgroepen wil ik iets meer aandacht geven. In het nieuwe schooljaar starten in de regio’s Den Helder, Den Haag, Utrecht, Groningen en Limburg pilotgroepen van scholen die zelf en samen vorm en inhoud willen geven aan de eigen verantwoordelijkheid om het onderwijs van de toekomst concreet te maken en te leren van de worsteling.
Het is de bedoeling dat in schooljaar 2014-‐2015 in alle provincies pilotscholen lokaal, regionaal en landelijk samenwerken aan de innovatie van het educatieve systeem van de 21ste eeuw.
Deze pilotscholen bieden de PABO de mogelijkheid om docenten en studenten stage te laten lopen in samenhang met de route die samen met de PABO’s uitgewerkt wordt. De scholen werken zelf en samen aan de thema’s en onderwerpen die ze belangrijk vinden in het kader van duurzaam, betekenisvol onderwijs.
Gedurende het proces wordt steeds meer duidelijk wat we kunnen verstaan onder duurzaam, betekenisvol onderwijs. Het ontwikkelingsproces past bij wetenschappelijke kaders als de Theorie U van Otto Scharmer. Het is een opbrengst van een intense persoonlijke en gezamenlijke zoektocht.
De opbrengsten van elke pilotgroep worden gedeeld op de landelijke bijeenkomst van alle pilotscholen. De eerste gezamenlijke dag gaat plaatsvinden op 14 mei 2014.
Guus Geisen www.irisz.me 06-51055776
Het boek ‘Autopoiesis, perspectief op duurzaam, betekenisvol onderwijs’ kan vanaf half September worden besteld. Achter deze link vindt u al een Samenvatting van Autopoiesis
Wilt u meer weten over de conferentie van de Stichting Duurzaam Leren op 1 en 2 oktober. Het thema luidt: ‘Waar sta je voor, als je voor de klas staat?’ Zie voor meer informatie www.duurzaamleren.org Daar vindt u ook de gehele brochure.
Reacties