'Als kinderen iets aan het ontdekken zijn, is het niet goed of fout. Het ís gewoon'
21 november 2014
Volwassenen willen kinderen met woord en daad helpen. Als het gaat om creatieve bezigheden zie je daarom thuis, in de kinderopvang en op scholen dat mensen zich suf piekeren over hoe ze voor de dag kunnen komen met een origineel idee, zodat het kind dat na kan maken. Goed bedoeld, maar vaak verspilde moeite. Kinderen hebben genoeg beelden in zich. Het enige dat volwassenen hoeven te doen is ze rust, ruimte en eenvoudige materialen te geven. Hulp bij het tekenen is niet nodig, een voorbeeld om na te knutselen ook niet. Een pleidooi van Annet Weterings en cultuurpedagoge Sabine Plamper voor zelfwerkzaamheid van kinderen. (Uit: ‘Begrijpen met je handen. Een andere kijk op kind en creativiteit’).Volwassenen vragen zich soms af of kinderen wel leren als ze altijd maar hun eigen gang mogen gaan. Wees gerust: ze leren veel meer van hun eigen vallen en opstaan dan wanneer je ze be-lerend tegemoet treedt. Kinderen leren het beste en het meeste als ze vanuit zichzelf willen leren, niet omdat ze moeten leren.
Waarom maken kinderen iets?
Elk kind wil onderzoeken en ontdekken. Daar leert het van. De basis van leren is ervaren; éérst de zintuiglijke ervaring, dán de leerervaring. Schijnbaar achteloos begint een kind met het maken van ‘sporen’: krassen, strepen, stippen of cirkels in de modder of in de sneeuw, in het zand of in de yoghurt. Zonder vooropgezet plan, ze zien wel wat er van komt en vallen van de ene ontdekking in de andere.
Toeval?
Al experimenterend ontdekken en herkennen kinderen dingen in hun zelfgemaakte sporen. Een boog wordt zo een brug, een zigzaglijn een krokodil. Het kind beseft dat het zelf de veroorzaker is van dat spoor:’Kijk, dat heb IK gemaakt!’. Doordat het toeval een grote rol speelt zijn kinderen tegelijkertijd bewust en onbewust bezig. Van dit soort eigen ontdekkingen - ‘wow-momenten’- leren ze het meest.
De volwassene als getuige
Kinderen hebben behoefte aan dingen die verrassen of uitdagen. Ze stellen vragen en plaatsen opmerkingen waarmee ze je vertellen wat ze denken, voelen of willen. Daardoor ontdekken volwassenen waar kinderen naar op zoek zijn, wat hen verwondert en verbaast. Het zijn aanwijzingen om kinderen goed te kunnen begeleiden bij de volgende stap. Die stap kan bestaan uit het aanbieden van meer of ander eenvoudig materiaal.
Leg een kilo bloem neer en een taartvorm, en kinderen gaan ermee scheppen, schuiven en voelen. Of geef ze een doos kroonkurken en kijk wat er gebeurt: gaan ze tellen, geluid maken met de kurken in het doosje?
Geen commentaar, geen goed of fout?
Terughoudend opstellen moeten de meeste volwassenen leren. Het is nodig om kinderen zich te laten concentreren. Stel bijvoorbeeld geen vragen als kinderen geconcentreerd bezig zijn. Denk je dat het niet anders kan, vraag dan: wat heb je nodig? Kun je plakband gebruiken, of een schaar?
Als kinderen iets aan het ontdekken zijn is het niet goed of fout wat ze doen. Het is gewoon: glad, glibberig, stroef, nat,droog, lekker of akelig, spannend of saai. Daarom heeft het geen zin kinderen bij hun ontdekproces te corrigeren. Laat ze zelf waarnemen, op hun eigen, unieke manier. Leg ze door sjablonen, kleurplaten of één voorbeeld jouw beeld van de werkelijkheid niet op. Maak de omstandigheden zo dat ze hun eigen beelden creëren. Wil je ze toch een idee geven van waar het over gaat? Geef dan niet één, maar verschillende voorbeelden.
Fragment uit: ‘Begrijpen met je handen. Een andere kijk op kind en creativiteit’. van Annet Weterings en Sabine Plamper (fotografie). Achter de link is het boek te bestellen.
Reacties