Als een kippenhok toereikend is: 'Ons huis dwingt ons om keuzes te maken'
29 maart 2016
Twee jaar geleden schreef Anne van Hees de column ‘ADHD in een kippenhok’. De titel was een passende beschrijving van haar leefsituatie: een woonoppervlak van zeventig vierkante meter voor twee volwassenen, twee jonge kinderen en een hond. Elke vierkante centimeter leek te worden gebruikt: stonden er geen meubels, dan trof je er wel rondslingerende (kinder)spullen aan. Het kippenhok is hetzelfde gebleven, en toch beleeft Anne het nu heel anders...
Ook paste de titel bij een regelmatig opdoemende emotie van mij: dat het huis ook in figuurlijke zin te klein was voor de heftige ADHD-gedragingen van Arno en daarmee samenhangende botsingen tussen hem en mij. Arno had en heeft een totaal andere beleving: hij vindt ons huis lekker overzichtelijk en hij geniet ervan dat hij zijn spullen – die hij niet veel heeft - steeds weer binnen een mum van tijd gevonden heeft.
Ik deed diverse pogingen om weg te komen uit ons huis. Ik spendeerde uren op Funda, torste Arno mee naar een tiental bezichtigingen en we brachten op drie huizen een bod uit. En nu – anderhalf jaar later en nog steeds woonachtig in hetzelfde ‘kippenhok’ – moet ik erkennen dat dit huis mij ook heel veel wél brengt.
Ogenschijnlijk is ons huis een standaard, uit de grond gestampt huurhuisje uit de jaren zestig, maar het biedt mij gelegenheid om regelmatig met mijn geliefde en kinderen te knuffelen wanneer we elkaar proberen te passeren in de smalle keuken. Mijn ‘werkhoek’ in onze slaapkamer, zorgt ervoor dat ik me zowel kan terugtrekken, als dat ik niet vaak en ver bij mijn naasten vandaan hoef te zijn.
Ons huis verplicht me om steeds weer de keuze te maken welke spullen werkelijk belangrijk voor me zijn. Sinds de kinderen er zijn, hebben er niet alleen veel spullen, maar zelfs ook enkele meubels – waaronder de salontafel – een ander thuis gekregen.
Waaraan dit huis ook bijdraagt is zorgenloosheid, niet alleen door de lage maandlasten. Gemiddeld twee keer per jaar open ik de voordeur en tref daar dan een man die de schuurdeur komt schilderen, sloten komt vervangen, de ketel een onderhoudsbeurt komt geven, of iets anders komt opknappen dat ikzelf niet in de gaten heb hoeven houden of heb hoeven regelen. Laat staan dat ikzelf de verfkwast ter hand heb moeten nemen.
Dit huis geeft mij de vrijheid om veel aandacht te geven aan Arno en de kinderen. Soms baal ik dat het contact met Arno zoveel aandacht vraagt. Meestal voel ik me dankbaar, omdat ik er zoveel van geleerd heb en mijn leven veel levendiger, dynamischer, vrolijker en rijker is, dan wanneer ik alleen zou zijn.
Een laatste pluspunt van ons huis is dat lang boos en verbolgen zijn haast onmogelijk is. Ik ben gedwongen om mezelf onder ogen te komen, want de omvang van het huis maakt de mensen waarmee ik leef tot onontwijkbare spiegels. Ons huis hielp me ontdekken dat hoe beter ik mezelf ken en hoe meer ik oké ben met mezelf, hoe kleiner de ruimte is die ik nodig heb. Zelfs een kippenhok blijkt dan toereikend.
Anne van Hees is onderwijskundige op haar eigen site blogt Anne regelmatig over onderwijs, opvoeding en ouderschap.
Reacties