'Welke boodschap geef je als opleider als je een stagiair die voor de klas staat verbetert?'
1 juni 2016
Jasja van den Brink bekeek 2Doc Maatschappijleer. Gelet op haar eigen achtergrond trok vooral de dynamiek tussen Riël van Gastel – de praktijkbegeleider - en zijn student-docent Daan Faasen haar aandacht. In het bijzonder het moment waarop ze Riël ziet twijfelen als zijn stagiair Daan – ten overstaan van de klas – een fout maakt. Hij grijpt in en neemt de les vervolgens volledig over. ‘Logisch, wellicht, vanuit het gezichtspunt van de praktijkopleider bezien. Dodelijk voor het zelfvertrouwen van de student.’ Het brengt haar terug bij haar eigen start als leraar. Hoe zou dit anders kunnen?In communicatietrainingen voor school- en praktijkopleiders die ik nu enkele jaren geef, komt dit dilemma geregeld aan de orde:
Wat als een student zich niet goed voorbereidt?
Wat als een student de kinderen iets verkeerd aanleert?
Hoe brei ik dat dan weer recht?
De reactie van Riël in de documentaire Maatschappijleer riep bij mij de volgende vraag op:
Welke boodschap geef je als opleider als je een student die voor de klas staat verbetert zodra hij een fout maakt? Sterker nog, als je de les gewoon overneemt. Het lijkt mij dat je dan de boodschap geeft: ‘Docenten maken geen fouten. Of mogen geen fouten maken.’ En impliciet maak je ook aan de leerlingen duidelijk dat fouten maken niet gewenst is.
Mijn vraag: Is dat de boodschap die je mee wilt geven? En zou dit ook anders kunnen?
Mij deed het denken aan een voorval van een aantal jaren geleden. Ik was vers afgestudeerd van de Pabo, studeerde Pedagogiek en viel daarnaast in op verschillende scholen. Een van mijn eerste invalbaantjes was een opdracht voor twee dagen in de week,zes weken lang, in groep 7/8. Meester Anne, de directeur, was mijn duo. Het was de tweede dag en ik had geruime tijd besteed aan de voorbereiding van de lessen. Groep 7 was al lekker aan het werk. Nu alleen het rekenen van groep 8 nog uitleggen, dan konden ook zíj aan de slag.
Ik begon mijn uitleg – het onderwerp weet ik echt niet meer – en zag vage blikken op gezichten van mijn leerlingen. Ik begon dus opnieuw, stelde wat meer vragen om te begrijpen waar de leerlingen me wel konden volgen en waar niet. Ondertussen probeerde ik de draad weer met ze op te pakken. Maar tot mijn starre verbazing en groeiende ongemak nam met elke zin, elk woord dat ik zei het onbegrip wederzijds alleen maar toe. Groep 7 was inmiddels allang niet meer aan het werk. Geïnteresseerd bestudeerden zij de juf, die zichzelf steeds verder vast kletste en uiteindelijk zélf ook niet meer wist wat voor en wat achter was.
En de kinderen waren echt van goede wil.
En ’de juf’ ook.
En toen wisten we het niet meer. Ik hield mijn mond eindelijk eens om diep adem te halen, na te denken. Daardoor viel er een stilte die even duurde.
Na ettelijke seconden werd de stilte verbroken door Jeffrey.
Jeffrey, degene die met extra nadruk in de overdracht besproken was. Die lastig stil kon zitten. Die zich moeilijk kon concentreren. Díe Jeffrey.
‘Ehm, juf,’ zei hij behulpzaam, ‘waarom vraagt u niet of de meester het even uit komt leggen, die begrijpt het wél.’
Kratsj! Au: Een dikke kras op mijn mooie, hagelnieuwe, pas-afgestudeerde juffenblazoen. Dat deed pijn. Dat was slikken.
Verwachtingsvol en enigszins gespannen keken dertig paar ogen mij aan. Hoe zou ze hierop reageren? ‘Dat is misschien wel een goed idee Jeffrey’, zei ik na enig nadenken. ‘Laat ik hem maar meteen gaan halen.’
De afstand, door de gang, naar het kamertje van ‘De Directeur’, leek langer dan ze werkelijk was. Ik klopte aan, en Anne keek – enigszins verbaasd – op. ‘Anne,’ zei ik, ‘zou je me misschien kunnen helpen? Ik probeer een rekenles uit te leggen aan groep 8, en met ieder woord dat ik zeg, wordt de verwarring alleen maar groter.’ Anne kreeg een brede grijns op zijn gezicht, en ging meteen mee naar de klas om orde in de vakkundig door mij gecreëerde chaos te scheppen. Daar had hij ongeveer één minuut voor nodig. Hij herinnerde hen aan een vorige les waarin ze dit al behandeld hadden. Wees nog even op de aandachtspunten en tadaa… klaar!
Oh, bedoelde ze dat, verzuchtten de kinderen, en gingen tevreden aan de slag. ‘Lukt het zo weer?’, vroeg Anne. ‘Ja hoor,’ zei ik enigszins gegeneerd en opgelucht, ‘ik denk het wel….’
Ik ging er maar even rustig bij zitten om het allemaal te laten bezinken. Ik stak mijn duim maar eens op naar Jeffrey. Wat een briljant idee.
Jasja van den Brink is pedagoog, onderwijstrainer en –coach en moeder van drie kinderen in de basisschoolleeftijd. Meer op de website van Raafels.
Trailer Maatschappijleer
Scholentour en slotdebat
Op 16 mei – 20.55 uur op NPO2 – werd de documentaire Maatschappijleer uitgezonden door de VPRO. Vanaf 10 mei is 2Doc: Maatschappijleer al op tour langs middelbare scholen door het hele land waarbij docenten, schoolleiding en leerlingen naar aanleiding van de film met elkaar in debat gaan. Op woensdag 15 juni om 20.00 uur volgt het slotdebat in De Balie in Amsterdam waarbij afgevaardigden van de scholen, de politiek, beleidsmakers, docenten, leerlingen en de hoofdrolspelers uit de documentaire met elkaar in gesprek gaan over het begrip burgerschapsvorming en de vertaling daarvan naar de praktijk. Dit debat is bij te wonen in De Balie en live te volgen op deze pagina.
Wat is jouw verhaal bij burgerschapsvorming?
Via de politiek en via andere kanalen wordt het begrip Burgerschapsvorming en de urgentie ervan – ook voor onderwijs – steeds nadrukkelijker onder de aandacht gebracht. Maar waarover hebben we het dan? En waarover heb jij het dan? De documentaire biedt misschien enige input. Maar waarschijnlijk heb jij – als docent, leraar, schoolleider – je eigen beelden en verhalen erbij. We zijn vooral benieuwd naar die praktijkverhalen, dus van de mensen in het onderwijs of anderszins waarin ((goed) burgerschap of burgerschapsvorming zichtbaar wordt. Of misschien het begin ervan. Onze vraag is dus: in welke ervaring van jou, in welke lespraktijk, opvoedingssituatie zit de waarde van burgerschapsvorming opgesloten? En wat zie je jezelf dan doen? Heb je zo’n verhaal/moment, dan lezen we er graag over.
Deze blogs/verhalen (klein/groot) publiceren we vanaf de verschijning van de documentaire (16 mei) en gedurende de tien schooldebatten die worden gehouden.
Daan in het magazine #4 van hetkind
In het volgende magazine van hetkind over Grenzen in onderwijs en opvoeding – dat te bestellen is achter deze link - vindt u een vraaggesprek met Daan Faasen en zijn Schoolpraktijkdocent Riël van Gastel van het Theresialyceum in Tilburg. Het is een dialoog over de grenzen die mogelijk aan een opdracht tot burgerschapsvorming worden ervaren. Het magazine is een halfjaarlijkse uitgave, de verhalen en artikelen zijn bedoeld om het gesprek over goed onderwijs in scholen te stimuleren en te voeden.
Reacties