Veerkracht van Niels: 'Een hulpkreet op een respectvolle manier leren verpakken'
6 oktober 2014
'De veerkracht van kinderen' is de naam van een nieuwe serie verhalen van lerares Tineke Spruytenburg. Ze volgt de ontwikkeling van één specifiek kind. In deze aflevering is dat Niels, een explosieve en kwetsbare jongen die onmachtig is om hulp te vragen als hij denkt een opdracht niet aan te kunnen. In de loop der tijd leert hij het toch, zonder meteen de klas uit te lopen. En vervolgens ontwikkelt hij zich tot een vlotte, enthousiaste pre-puber. Haar verhaal: 'Een hulpkreet op een respectvolle manier leren verpakken'.Mijn eerste kennismaking met Niels riep gemengde gevoelens op. Zijn stevige bouw, norse uitdrukking en voorkeur voor negatieve, ‘grappige’ opmerkingen stonden in schril contrast met de angst die hij verspreidde, vooral als er teveel prikkels om hem heen waren. Of wanneer hij dacht een opdracht niet aan te kunnen.
Niels stond te boek als explosief en kwetsbaar en had ondanks zijn leeftijd nog weinig ervaring met onderwijs, omdat hij langdurig in dagbehandeling was geweest. Als emoties hem overspoelden, rende hij als een dolle stier de klas uit. Daarbij bezeerde hij zich niet zelden aan objecten op zijn pad, omdat hij verblind werd door woede en angst. Ik verbaas me er nog wel eens over dat het glas in de deur nooit uit de sponningen is gevlogen!
Af en toe eindigde dit tafereel in een huilbui en milde vormen van zelfmutilatie, waarbij Niels zichzelf uitschold voor 'minkukel' en 'absolute nul', omdat het hem 'weer niet' was gelukt om rustig te blijven.
Toen hij op zeker moment zijn eigen brooddoosje aan gruzelementen had gesmeten, raakte hij zo overstuur dat hij zijn duim probeerde te breken. 'Ik moet kapot', schreeuwde hij en drukte zijn duim in onmogelijke bochten. Goddank was hij nog niet in staat om zijn fysieke kracht gericht te gebruiken!
Hij kalmeerde die dag pas nadat ik, in zijn nabijheid, met thuis had gebeld om te vertellen dat hij zo’n spijt had dat hij iets van zichzelf kapot had gemaakt. Moeder reageerde laconiek, want ze had wel iets ter vervanging. Voor Niels zelf was een grens overschreden, zo bleek uit de nabespreking van het incident. 'Ik ben erg zuinig op mijn spullen en voel me heel erg slecht als ik iets expres kapot maak dat ook nog eens een keer mijn eigendom is!'
Elke keer dat hij het lokaal verliet, herhaalde ik de regel dat we alle problemen binnen het lokaal oplossen en dat je om hulp kunt vragen als dat nodig is. Een paar keer was ik eerder bij de deur naar de gang dan hij en kon ik hem ervan weerhouden de klas uit te lopen.
Na een week of twee stak hij voor het eerst zijn vinger op, terwijl hij zijn hulpvraag er luid schreeuwend aan toevoegde en zijn spellingschrift door de klas zwierde: 'Ik kan dit niet!' Ik sprak waardering uit voor zijn gedrag en liep naar hem toe om het probleem te bespreken. Hij legde uit wat de trigger was. Nadat hij extra uitleg had gekregen, maakte hij rustig zijn werk af. Ik straalde en beet bijna mijn tong af, want complimenten kon Niels nog lang niet ontvangen.
In de loop van de maanden erna leerde hij stralend van trots de waardering van andere leerlingen en van volwassenen incasseren, maar zover was het nog lang niet. En gelijk had hij, want het level van woedend de klas uit benen was nog niet overstegen. Wel liep hij steeds vaker terug, in reactie op het herhalen van de regel.
Niels bleek een erg snelle leerling, met name waar het zijn eigen gevoelens en behoeften aangaat. In een paar weken tijd lukte het hem om tijdig aan te geven dat het niet goed ging en vervolgens om oplossingen te bedenken, zodat hij kon kalmeren.
Een doodenkele keer was de emotionele vloedgolf hem te snel af. En één keer schreef hij een dramatisch hulpbriefje dat hij me in mijn handen drukte met 'Hier lees dit maar', voordat hij de klas uit stoof.
'Ik kan niet meer en ik weet NU ECHT HELEMAAL GEEN OPLOSSING!'
Het was alsof de letters zijn onmacht en verdriet in mijn gezicht slingerden. Tegelijkertijd was ik zo geraakt door het feit dat hij zijn hulpkreet op deze respectvolle manier had kunnen verpakken, dat ik zonder blik op de rest van de groep, achter hem aan de gang op liep.
Hij begon zich onmiddellijk te verontschuldigen om te voorkomen dat ik hem zou aanspreken op het overtreden van de regel. Toen ik hem complimenteerde vanwege de duidelijke vraag om hulp, keek hij me met verbaasde blik aan en viel stil. Ik legde uit dat de inzet die hij had getoond om voor zichzelf te zorgen in een moeilijke situatie, zoals dat in onze klas afgesproken was, fantastisch was en van zelfbeheersing getuigde. Hij zeeg op een stoel neer en zweeg. Toen liepen we samen de klas weer in en ging hij terug aan het werk.
Daarna ontwikkelde hij zich in een razend tempo; zijn zelfkennis nam zodanig toe dat hij tijdig en rustig om hulp leerde vragen. Daardoor groeide zijn zelfvertrouwen en ging hij cognitief ook beter presteren. Hij ontdekte zijn kwaliteiten en talenten en deelde die soms met de groep.
Aan het einde van het schooljaar kwamen zijn ouders om de resultaten te bespreken. Stralend zaten ze aan tafel, trots op hun zoon en zijn vorderingen op vrijwel elk gebied. De veerkracht van dit kind had hem omgevormd van een angstig ontwijkend jongetje in een enthousiaste pre-puber. Zijn depressiviteit was als sneeuw voor de zon verdwenen. Hij had een hobby opgepakt en haalde met een vriendje uit de buurt ‘gewone’ jongenstreken uit. De toekomst had er voor dit echtpaar in geen jaren zo hoopvol uitgezien.
Tineke Spruytenburg
Reacties