Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Schoolreportage IJburg College: 'Waagstuk pakt goed uit'

2 december 2011

“Wij hebben kritische ouders veel extra’s te bieden,” zegt Lou Brouwers, directeur van het IJburg College. Vijf jaar terug startte hij met een brede, heterogene onderbouw op het Amsterdamse eiland. Een waagstuk? Gaby van der Mee van het Onderwijsblad van AOB maakte onlangs een reportage.

Op het Amsterdamse eiland IJburg is vijf jaar geleden een vernieuwingsschool met een brede, heterogene onderbouw gestart. Is dat geen waagstuk in deze tijd van strenge selectie? De directeur Lou Brouwers is zeker van zijn zaak. “Wij hebben juist kritische ouders veel extra’s te bieden.”

Het is 08.30 uur. Lou Brouwers, directeur van het IJburg College, staat op het winderige bordes van zijn spiksplinternieuwe school de leerlingen op te wachten. Hij kent ze allemaal en roept degenen die nu nog arriveren toe dat ze te laat zijn. “We zijn heel strikt, dit moeten ze op het eind van de dag inhalen.” Binnen is het stil, vanuit de centrale hal zie je groepjes leerlingen achter glas zitten. Ze beginnen hun dag allemaal bij hun eigen stamgroep met hun mentor, dat duurt tien minuten, daarna start het lesprogramma. Bij de mentor sluiten ze de dag ook weer af. Zo is er controle op de ontwikkeling en kan er ook even bijgepraat worden.

Het IJburg College is een vernieuwingsschool in ontwikkeling. In 2006 werd er gestart met 68 leerlingen, nu zijn het er 540. “De bedoeling is dat we doorgroeien naar 1300”, vertelt Brouwers terwijl we de witte trappen in de hal beklimmen. Sinds september is iedereen aan het wennen in het nieuwe gebouw, dat genomineerd is voor een architectuurprijs. Bovenin zit een enorme sporthal die ook door andere IJburgers gebruikt kan worden. Opzij van de school zijn woningen gebouwd (met balkons). Veel ontbreekt er nog. Zoals de meubelen van het grand café, waar de leerlingen geen frisdrankautomaten zullen aantreffen, maar waar wel gezond eten te krijgen is. Brouwers kijkt bezorgd naar de houten vloer van de kantine, daar is van alles mis mee. “Maar als je dit vergelijkt met ons noodgebouw dan zijn we in de hemel beland.”

Het gebeurt maar zelden (Brouwers: “once in a lifetime”) dat een nieuwe school geheel ingericht kan worden volgens het eigen leerconcept. De 540 leerlingen voelen zich niet verloren in het grote gebouw, omdat ze in hun eigen leerschool werken. Geen geren en gesjouw met tassen van het ene naar het andere lokaal. Alles speelt zich af op hun eigen verdieping, de thuisbasis, waar zowel aparte klaslokalen zijn als een centraal leerplein. Voor kunst & cultuur zijn wel aparte ruimtes, dat geldt ook voor het talen expertisecentrum en voor andere leergebieden met praktijkruimtes, zoals science en humanity. Brouwers kijkt uit het raam van zijn kamer naar de nieuwbouw van IJburg. “Het aparte van deze wijk is natuurlijk dat het overal omgeven is door water, anders zou het een gewone Vinex-wijk zijn.” Aan de wand hangt een kaart van Amsterdam, met stippen waar de leerlingen allemaal vandaan komen. “Steeds meer van IJburg.”

Drie jaar geleden was Brouwers nog directeur van een scholengemeenschap in Amersfoort. “Daar was ik ook wel met vernieuwing bezig, maar hier gaat het echt om een heel andere visie op het leren.” Als leraar Duits stond hij jarenlang voor de klas. “Ik vind het cruciaal voor onderwijskundig leiderschap dat je het primaire proces van binnenuit kent. De lessen moeten altijd doorgaan. Wij kennen hier ook geen lesuitval, als er iemand ziek is kan hij altijd vervangen worden, dat geeft een enorme rust.”

Waagstuk
Een school die in de huidige tijd start met een brede, heterogene onderbouw, dat lijkt een waagstuk. Vooral in Amsterdam, waar ieder jaar wel weer een nieuw apart gymnasium wordt opgericht, maar waar vernieuwingsscholen in het voortgezet onderwijs op drie vingers te tellen zijn. Brouwers, zelf Amsterdammer, kent de hoofdstedelijke situatie als geen ander. “De meeste steden hebben twee of drie schoolbesturen, hier zijn er 23, er wordt nergens zo voorgesorteerd en geïsoleerd als in deze stad. Terwijl de talenten van een twaalfjarige nog lang niet uitgekristalliseerd zijn en hij daarom de gelegenheid moet krijgen om zich te ontwikkelen en op te stromen. Wij willen al onze leerlingen zoveel mogelijk laten leren, over zichzelf en de wereld om hen heen. In een leergemeenschap hebben ze ook wat aan elkaar.”

Gaat u het redden op deze Amsterdamse scholenmarkt?
“Wij hebben veel extra’s te bieden, juist ook voor kritische ouders. Het rare is namelijk dat heel veel van diezelfde ouders hun kinderen wel op een vernieuwende basisschool doen. Ook op IJburg is de helft van de basisscholen vernieuwend bezig. Ouders vinden het pedagogische klimaat heel belangrijk. Dat moet prettig, veilig en kleinschalig zijn, zoals bij ons. Tegelijkertijd geven we met een andere aanpak van het onderwijs de leerlingen heel veel extra’s mee. Voor ouders zijn we een laagdrempelige school. We gaan op huisbezoek om kennis te maken, daarna nodigen we ze zes keer per jaar uit om het werk van hun kind te bewonderen of te beoordelen en ze kunnen hier altijd binnenlopen als er iets is. We werken vanuit de driehoek leerling-ouder-mentor, twee keer per jaar hebben ze een diepgaand gesprek over het kind.”

Voor het IJburg College moet je kiezen, dat geldt voor de docenten, maar net zo goed voor de leerlingen. Die krijgen dan ook allemaal een intakegesprek. “Wij hadden dit jaar 280 aanmeldingen en er zijn 200 leerlingen toegelaten. Voor ieder niveau - dus vmbo, havo en vwo - een gelijk aantal. Wij vragen van ouders ook een commitment. Soms gaat het fout, dan willen ze weten waarom hun kind dit of dat nog niet heeft gehad. Ook de leerlingen moeten zich in het begin voegen. Soms zijn we dan streng, want ze moeten leren om zelf alles bij te houden, om eigenaar van hun eigen leerproces te worden. Daar helpen wij natuurlijk bij. Ze hebben een volgboekje waarin alles wat ze doen staat en ze hebben hun digitale trotsmap - een soort digitaal portfolio – waarin ze alles verzamelen wat ze gemaakt hebben waar ze trots op zijn.”

Schoolleider van de onderbouw, Freek Wevers, schuift aan. Hij is docent economie, werkte op een reguliere school, maar wilde graag iets anders. “Toen ik hier voor het eerst kwam waren leerlingen bezig met een balspel waarbij kracht en macht werden uitgebeeld. De één speelde en de ander observeerde. Ik dacht direct ‘zo kan het ook!’. Er wordt geleerd met opdrachten die iets met de werkelijkheid te maken hebben. Daarom wilde ik hier werken.”

Sommige vernieuwingsscholen moesten stoppen, zoals Slash 21 in Lichtenvoorde. Daar vond een grote groep docenten de nieuwe aanpak te zwaar en te moeilijk. Wevers: “Ja, die moesten vanuit een traditionele lessituatie opeens heel anders gaan werken. Bij ons kiezen docenten zelf voor de nieuwe aanpak. Wij zijn natuurlijk voor deze groeiende school steeds op zoek naar nieuwe docenten, dit jaar alleen al zijn er 25 aangenomen. Als ze beginnen krijgen ze een pittige training en worden ze in het eerste jaar uitgebreid gecoacht. Probleem is dat ze onze manier van werken in de opleiding niet leren. We krijgen hier studenten die heel conservatief zijn en zich afvragen of je dit leerlingen wel kunt aandoen. Daarom leiden we jonge mensen, maar ook ervaren zij-instromers, zoveel mogelijk zelf op.”

Het IJburg College is met veertien andere scholen aangesloten bij de landelijke organisatie voor vernieuwingsscholen Pleion. Volgens Wevers is niet elke school hetzelfde. “Iedereen denkt altijd dat er bij ons veel vrijheid is, dat leerlingen zelf mogen weten wat ze doen. Terwijl er juist een vast ritme is en veel structuur, maar leerlingen kunnen wel voor een deel zelf bepalen hoe ze iets aanpakken.”

Up-to-date


Vooral in dit pioniersstadium is het hard werken. Maar dan heb je ook wat, want in vijf jaar is er al veel opgezet. De twaalf thema’s in het onderbouw curriculum, zoals ‘geschiedenis van Europa’, ‘arm en rijk’ en ‘de stad en het land’ liggen vast. Experts van de Stichting Leerplanontwikkeling Nederland hebben getoetst of de eindtermen van de basisvorming er allemaal in verwerkt zijn. Ook in de bovenbouw zijn er veel realistische opdrachten ontwikkeld. Martine Braaksma, onderzoeker bij het ILO van de Universiteit van Amsterdam, helpt docenten met het maken van realistische opdrachten in de bovenbouw. “Ik kijk of de leerdoelen er duidelijk in terugkomen.”

Een project van de VO-raad maakt dit mogelijk. “Voor het natuurwetenschappelijk profiel zijn we vorig jaar bezig geweest met de gevolgen van energieverspilling. De docenten van het natuurteam moeten het zelf ontwikkelen, dat is heel veel werk. Dit jaar richt ik me op de taalvaardigheid. In vwo-6 zitten nu nog maar tien leerlingen, het is zeker pionieren, maar ook heel leuk. Het team is behoorlijk gemengd, jong en oud, onlangs is er een nieuwe eerstegraads docent natuurkunde bij gekomen.”

Om alle onderwerpen up-to-date te houden en de vakken op elkaar af te stemmen moeten docenten veel met elkaar overleggen. Vanaf het derde jaar wordt er per niveau gewerkt. Brouwers: “In de derde hebben we nog wel een havo/vwo-groep, maar daarna moeten we de knoop doorhakken. In de bovenbouw worden de opdrachten steeds realistischer of zijn ze steeds meer op een beroep gericht.”

Inspectierapport


Het eerste inspectierapport uit 2009 is lovend. Wel staat er dat leerlingen die meer willen, in de heterogene groepen niet erg aan hun trekken komen. Brouwers: “Docenten geven vooral in de onderbouw gedifferentieerd les aan heterogene groepen, maar daarnaast zijn er ook elke dag lessen op het eigen niveau van de leerling. Misschien zat die inspecteur alleen bij een heterogene groep.” Onderbouwleider Wevers vindt dat er juist heel veel met verschillende niveaus gewerkt wordt. Leerlingen werken bijvoorbeeld met rubrics, een beoordelingsinstrument voor vaardigheden op verschillende niveaus. Daarin staat precies beschreven wat je moet doen om een bepaald niveau te halen. “Bij een presentatie kun je bijvoorbeeld alles van je blaadje aflezen, je kunt ook af en toe de zaal inkijken of je kunt op het eind een samenvatting geven en vragen stellen aan het publiek. Dat wordt dan beoordeeld als een ‘academisch’ niveau. Voor ieder niveau is een eigen rubric. Ze zien dus steeds zelf hoe het gaat. Er worden ook regelmatig toetsen gegeven waarbij ze zelf kunnen zien of ze bijvoorbeeld bij wiskunde of Spaans nog wat extra’s moeten doen.”

MacBook


Iedere leerling op het IJburg krijgt een MacBook. Natuurlijk wordt er nog wel met papier gewerkt, maar het meeste lesmateriaal wordt toch digitaal aangereikt of leerlingen moeten het zelf opzoeken. Onvoorziene bijkomstigheid is dat MacBooks een aantrekkelijk object zijn voor rovers en dat er al een paar leerlingen onder bedreiging van een mes hun geliefde laptop moesten afgeven. Heel vervelend, directeur Brouwers was hier niet op bedacht. “Ze kunnen hem ook op school laten, in de kluisjes.” Er zijn ook MacBook-regels, leerlingen die in schooltijd betrapt worden op oneigenlijk gebruik, zoals het kijken naar een Youtube-filmpje, krijgen de hele dag hun laptop niet terug en moeten de uren later inhalen.

Gaby van der Mee werd in 2008 genomineerd voor de Nationale Prijs voor de Onderwijsjournalistiek voor haar publicatie in het Onderwijsblad: Koninginnen en krengen  Een verhaal over pesterijen tussen meisjes. 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief