Pleidooi voor krachtig ouderschap: 'Waar heeft een kind baat bij? Dat ouders goed in hun vel zitten'
21 augustus 2015
'We moeten ons meer richten op het welzijn van de ouders – grote kans dat het dan met de kinderen ook wel goed komt', aldus lector ouderschap en ouderbegeleiding Carolien Gravesteijn. Volgens haar werken opvoedtips vaak averechts en maken we ouders veel te bezorgd.' Saskia Heusèrr was geïntrigeerd door haar uitspraken, dook in het gedachtegoed van krachtig ouderschap en zette daar haar eigen ervaringen naast. 'Mijn voorstellingsvermogen hield halt bij een duidelijk afgebakend eindpunt: de geboorte van onze dochter.''Waar heeft een kind baat bij? Dat ouders goed in hun vel zitten', zegt Carolien Gravesteijn, lector ouderschap en ouderbegeleiding, in een interview in de Volkskrant. 'We moeten ons meer richten op het welzijn van de ouders – grote kans dat het dan met de kinderen ook wel goed komt.' Geïnspireerd door dit artikel woon ik haar lectorale rede ‘Ouderschap in Ontwikkeling’ bij. Hierin pleit zij voor investeren in ouderlijk welzijn en levensvaardigheden in plaats van opvoedtips en opvoedstrategieën. Het perspectief en de beleving van de ouders staat hierbij centraal.
Er is in de media, politiek en wetenschap regelmatig aandacht voor opvoeden en opvoedprogramma’s. Denk aan Triple P, geweldloos opvoeden, Gordon, Supernanny. Dit is slechts een greep uit invloedrijke opvoedkaders met daaruit voortvloeiende opvoedtips. Volgens Gravesteijn werken opvoedtips vaak averechts en maken we ouders veel te bezorgd. Bovendien is ouderschap meer dan alleen opvoeden; het is een complex proces van continue interactie tussen ouder, kind en omgeving. Ouders zijn meer dan alleen opvoeders en ontwikkelen zich niet alleen als opvoeder maar ook als mens.
Ouderschap: een proces
Het krijgen van een kind behoort tot de grootste transities in het leven. Je zou de overgang naar het ouderschap zelfs als een ontwikkelingsfase kunnen zien, volgend op de adolescentie. Zo ontpopt ouderschap zich als een proces dat in de loop van de tijd verandert en onder te verdelen is in verschillende fasen en taken.Wie iets te weten wil komen over de ontwikkeling van kinderen, komt tijd tekort. Maar over onderzoek naar ouderschap is nauwelijks iets te vinden. Ik ben verbaasd te ontdekken dat deze procesmatige blik op ouderschap zo lang buiten het blikveld van onderzoekers is gebleven. Positieve uitzondering hierop vormt het boek The Six Stages of Parenthood van Galinsky (1987) en het werk van de Nederlandse Alice van der Pas. Gravesteijn heeft dit terrein met haar lectoraat verder ontgonnen en zich gericht op factoren die van invloed zijn op positief ouderschap en de manier waarop ouders hun ouderschap (in de verschillende fasen) beleven. Goed nieuws: het betreft een longitudinaal onderzoek dat de komende jaren nog verder zal worden voortgezet (zie onder andere www.leukervoorlater.nl).
Ouderlijk welzijn
Eén van de conclusies van het recente onderzoek van Gravesteijn is, dat ouderlijk welzijn voorafgaat aan de ontwikkeling van en positieve aandacht voor kinderen. In het boek Meer dan opvoeden – Perspectieven op het werken met ouders (onder redactie van Gravesteijn en Aartsma) komt deze centrale notie dan ook meerdere keren naar voren. Wat doet ouders goed? Hyperparenting in ieder geval niet. Zo beschrijft Micha de Winter dit fenomeen als de twintigste-eeuwse suggestie dat elke ouder de mogelijkheid maar ook de plicht heeft om het perfecte kind te construeren. Het maakt van opvoeden een prestatie. Als ouder ben je verantwoordelijk voor het geluk van je kinderen. Immers, als ouder kun je opvoedingstips volgen en het gedrag van je kroost sturen. Deze ‘maakbaarheid’ speelt in op onzekerheid van ouders en maakt ze inderdaad veel te bezorgd. Gravesteijn voegt met haar rede een prikkelende term aan mijn vocabulaire toe: krampachtig ouderschap. Haar betoog is helder: we moeten toe naar krachtig ouderschap.
Op weg naar Krachtig Ouderschap
Maar wat draagt bij aan het welbevinden van ouders, wat maakt ouders tevreden? En hoe creëer je krachtig ouderschap? Gravesteijn heeft in haar onderzoek gekeken naar beschermende factoren, die belangrijker blijken te zijn dan risicofactoren. Ze maakt hierbij een onderverdeling in individuele factoren en factoren in het thuisklimaat. Onder de individuele factoren vallen ‘je voorbereid voelen’ (door erover te praten en te lezen voelen ouders zich zekerder en ervaren ze hun ouderschap als effectiever), kennis (bijvoorbeeld over de ontwikkeling van kinderen) en levensvaardigheden (denk aan kunnen plannen, het uiten van emoties of andere 21st century skills). Bij de beschermende factoren in het thuisklimaat draait het om de partnerrelatie (zien partners zichzelf als een team, hoe wordt er samengewerkt), de taakverdeling (hoe worden de taken op de ouderlijke werkvloer verdeeld) en het netwerkklimaat (hoe is bijvoorbeeld de relatie tussen ouder, school, kind).
Kortom: of ouders problemen ervaren, kwetsbaar zijn of zich juist vaardig en positief voelen in het ouderschap, hangt dus samen met (levens)vaardigheden, kennis, verwachtingen van de ouders en een steunende sociale omgeving. Ook materiële en financiële middelen, persoonlijkheid en lichamelijke gesteldheid dragen bij aan de beleving van ouderlijk welzijn.
Voorstellingsfase
Gravesteijn gaat in haar onderzoek uit van de fasen die Galinsky in het ouderschap onderscheidt. Galinsky (1987) beschrijft het ‘je voorbereid voelen' als de eerste van de zes fasen in het ouderschap, de fase van zwangerschap tot de geboorte van het kind. Ze noemt dit de voorstellingsfase. Tijdens deze fase sta je als ouders voor een aantal taken zoals het evalueren van bestaande relaties en je een voorstelling maken van toekomstig ouderschap en je hierop voorbereiden.
Tijdens mijn eerste zwangerschap was er binnen mijn voorstellingsvermogen nog geen ruimte voor mijn of ons toekomstig ouderschap. Mijn voorstellingsvermogen hield halt bij een duidelijk afgebakend eindpunt: de geboorte van onze dochter. Of zoon, want dat wisten we nog niet. In de beide zwangerschappen die volgden, ging deze taak me trouwens een heel stuk beter af. Gelukkig maar want inmiddels kleurden de voedings- en autoriteitsfase (met hun bijbehorende taken) ons ouderschap ook al verder in.
Leefwerelden en het brede veld
En verder? Ik prijs me gelukkig met de nagenoeg perfecte taakverdeling op onze ouderlijke werkvloer. Deze factor is een veelbesproken item, niet alleen wanneer ik afga op gesprekken met vriendinnen, ook in politiek en media springt deze makkelijk in het oog. Waar sta ik wat betreft de andere beschermende factoren voor krachtig ouderschap, zoals bijvoorbeeld de levensvaardigheden? Interessant om me daar als ouder verder aan te spiegelen en om überhaupt stil te staan bij wat (krachtig) ouderschap voor mij betekent. En dan niet alleen als ouder. Ook als professional.
Terecht plaatst Gravesteijn in haar lectoraat en in het boek Meer dan opvoeden. Perspectieven op het werken met ouders (2015) de vraag naar de leefwerelden van ouders en het beleven van ouderschap in het brede veld van zorg en welzijn en haar sociale professionals. Dat roept ook direct de vraag op welke sociale en maatschappelijke doelen we verbinden aan ouderschap en opvoeding.
Gravesteijn eindigt haar krachtige pleidooi voor een mindshift van opvoeden naar ouderschap met de wens voor 'een Jo Frost waarbij successen worden getoond en gevierd en gevraagd wordt aan ouders wat zíj willen'. Daar hebben ouders én kinderen baat bij!
Saskia Heusèrr is onderwijskundig medewerker en trainer bij Centrum Humanistische Vorming en heeft zelf drie kinderen. Zij geeft trainingen op het gebied van spel, kunst en groepsdynamica.
Reacties