NIVOZ-lezing Hans Adriaansens in 2008: 'Excellente studenten zijn er niet, ze worden gemaakt’
Onconventionele perspectieven op onderwijs – uitgesproken door mensen die hun sporen hebben verdiend in hun eigen werkveld – kunnen van grote waarde kunnen zijn voor de ontwikkeling van de samenleving, en voor het onderwijs in het bijzonder. Vanuit dat gegeven is gedurende een aantal jaren de NIVOZ-lezing georganiseerd. In 2008 was Hans Adriaansens aan de beurt. Je kunt hier zijn volledige voordracht teruglezen.
De NIVOZ-lezing: op uitnodiging laten aansprekende en succesvolle mensen hun licht schijnen op het huidige onderwijs, tegen het licht van de maatschappelijke ontwikkelingen. Deze lezingen beroering en de nodige impact, op alle lagen van het Nederlandse onderwijsveld en daarbuiten.
Na een korte, maar vormende periode op Harvard, promoveerde Hans Adriaansens (1946) cum laude als socioloog aan de Universiteit
van Tilburg. Zijn Amerikaanse ervaringen – als student en later docent – maakten dat hij anders ging kijken naar ons hoger onderwijs, dat volgens hem te grootschalig en te weinig uitdagend ingericht is. Als lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (1988-1998), schreef hij er een prikkelend rapport over dat niet de beweging veroorzaakte waarop hij gehoopt had. Vandaar dat hij in 1997,
destijds decaan van de faculteit sociale wetenschappen in Utrecht, zelf de gelegenheid te baat nam om een brede liberal arts and science-opleiding op te zetten, naar Angelsaksisch voorbeeld.
Dit University College Utrecht startte in1998. In 2004 stond hij aan de wieg van de Roosevelt Academy (nu: University College Roosevelt) in zijn geboortestad Middelburg, in een provincie die tot dan toe geen academisch onderwijs had.
Intro op Hans Adriaansens’ lezing (uit 2008)
Hans Adriaansens meent dat de Nederlandse onderwijs discussie voorbij gaat aan een belangrijke maatstaf voor succesvol onderwijs: de context. Hij stelt dat de ontwikkeling en het studiesucces van een student grotendeels bepaald worden door hoe ondersteunend en stimulerend zijn of haar leeromgeving is: ‘Als ik iemand met een 6,5 gemiddeld op het vwo naar Oxford kan krijgen, dán heb ik toegevoegde waarde.’
In het opzetten van zijn university colleges maakte Adriaansens wezenlijk andere organisatorische keuzes dan gebruikelijk in de Nederlandse academische wereld. Hij bouwt actief aan motivatie, zelfkennis en verantwoordelijkheid bij zijn staf en studenten. Daarbij staan kleinschaligheid, intensief en internationaal onderwijs, selectie op motivatie en wonen en werken op het college centraal. Waar in Nederland gemiddeld 18% van de eerste generatie bachelorstudenten haar studie met succes – binnen de tijd – volbracht, kwamen zijn colleges uit op een rendement van 90%.
In deze tweede NIVOZ-lezing maakt Adriaansens aan de hand van sociologische analyses en praktijkvoorbeelden duidelijk hoe belangrijk een ondersteunende organisatiestructuur is voor het academische succes van zijn studenten. ‘Tijdens toelatingsgesprekken heb ik eigenlijk maar één vraag aan aspirant-studenten: wil je even hard werken als ik?’
Lees hieronder de gehele lezing integraal terug van Hans Adriaansens
De NIVOZ-lezing
Freek de Jonge nam als laatste – op 8 december 2015 – de NIVOZ-lezing voor zijn rekening. Herman Wijffels, Hans Adriaanssens, Tex Gunning en Mart de Kruif gingen hem de voorbije jaren voor. Een integrale weergave van hun bijdragen vindt u terug in het jubileumboek ‘NIVOZ en de urgentie van goed onderwijs‘. U kunt dit boek voor 10 euro aanschaffen bij Educatheek.
Delen: