'Niet elk getal dat je meet, heeft de waarde die er aan toegekend wordt'
3 mei 2015
Niet elk getal dat je meet heeft de waarde die er aan toegekend wordt, zo weet edublogger Frans Droog, tevens docent op het Wolfert Lyceum in Bergschenhoek. Terwijl de druk vanuit de overheid op testen en toetsen alleen maar toeneemt. Droog denkt dat het heel goed mogelijk is om minder of zelfs helemaal niet te toetsen. Een anekdotisch voorbeeld uit de eigen omgeving, zoals hier, overtuigt hem niet dat zonder toetsing leerlingen niet zouden leren. 'Toetsen is niet leren. Toetsen is ook zeker niet leren leren. Toetsen is (één van de manieren om te) meten wat iemand weet.' Zijn blog dat eerder verscheen op het blogcollectief Onderzoek Onderwijs.Natuurlijk, toetsen kunnen worden gebruikt om slecht lesgeven te maskeren, ‘leren voor de toets.’ Maar of het daarmee het probleem werkelijk oplost is niet eens de vraag. Natuurlijk niet.
Het is wel een tijdelijke oplossing. Helaas een noodzakelijke in een deel van het onderwijs. Via de toetsen leren de leerlingen wat zij moeten doen om ook op het examen een voldoende te kunnen scoren. Zij leren het trucje maar het zou zoveel waardevoller zijn als zij het trucje ook leren snappen.
Om op het anekdotisch voorbeeld terug te komen. Op welk moment werd er nu door de leerlingen geleerd? Op het moment dat er getoetst werd of op het moment dat ze les kregen van anderen dan hun originele docent? Op het moment dat er getoetst werd of op het moment dat zij feedback kregen van betrokken ouders en docenten?
Vergelijk de onderzochte impact uit bijna 900 meta-analyseys van het aantal of het effect van toetsen met dat van feedback
Toetsen: 0,34
Feedback: 0,73
Ofwel, feedback is gemiddeld meer dan twee keer zo effectief als toetsen.
Op een startbijeenkomst voor een toets-training waar ik onlangs was stond 90% van de docenten op toen werd gevraagd of zij in staat zijn het niveau van hun leerlingen te bepalen zonder toetsen. Op de vervolgvraag of zij ook zonder toetsen zouden willen gaan les geven bleef slechts 30% staan.
Toen een deelnemer werd gevraagd waarom hij was gaan zitten antwoordde hij: “Ik kan wel prima het niveau bepalen, dus een 7 of een 8, maar ik weet dan niet zeker of het een 7,2 of een 7,3 is.”.
Ik vind het heel knap dat er mensen zijn die dit wel kunnen.
Dit lukt zelfs de almachtige toetsenmakers van het CITO niet. Pas na afloop van het centraal schriftelijk examen wordt de norm bepaald, aan de hand van de ingevulde antwoorden: “We gaan nu meten wat jij weet, maar als blijkt dat ons apparaat niet de uitkomst geeft die wij willen dan draaien wij aan wat knopjes.”
Ik vind het nog knapper dat er mensen zijn die het verschil tussen een 7,2 en een 7,3 snappen.
Niet elk getal dat je meet heeft de waarde die er aan toegekend wordt.
“Niet alles wat gemeten wordt is waardevol
en niet alles wat waardevol is kan gemeten worden.”
Albert Einstein.
Deze blogpost is een onderdeel van en sluit aan bij een blogpost over het gebruiken van minder toetsen in de klas op Blogcollectief Onderzoek Onderwijs.
Bronnen:
- Hattie J, 2009, Visible Learning. London. Routhlegde
- Dick van Wateren: Wat gaat er mis met onze kleuterwetenschappers op school
- Marijke Kaatee. Reactie op ‘Wat gaat er mis met onze kleuterwetenschappers op school
- Het kind: meten we wat we waardevol vinden of vinden we waardevol wat we meten?
Reacties