'Met Hatim gaat het nu goed. Dat is, al vele honderden meters voor de finishlijn, goud'
17 juli 2014
Hatim is voor Rob Bekker - leraar Nederlands - en meerdere collega's op de ISK (Internationale Schakelklassen) een succesleerling. Ze hebben hem 'van de straat gehouden' door hem toestemming te geven het lokaal veel uit te gaan. Met school had Hatim namelijk bijzonder weinig. En toch bereikte ook Hatim wel degelijk het MBO, om ook daar weer veel docenten te testen. Aan het eind van een schooljaar kijkt Bekker constructief om. Hij deelt een gedachtenwisseling met een collega, van twee jaar geleden. Het gaat over grote en kleine inspiratie. Over taal, vertrouwen en over een stap in het onbekende. 'Met Hatim gaat het nu goed en beter. Dat is, al vele honderden meters voor de finishlijn: goud.'Brief 1 Antwoord 1
Beste Rob, Goede Walter,
Het magazine LES wil een artikel over inspiratie, en ik denk er nu al twee maanden over na, maar elke keer als ik wil beginnen, ben ik bang dat het een zoetsappig zeurig stuk wordt. Maar ze willen een artikel, en omdat ik elke dag weer geïnspireerd word (vooral door leerlingen en taal) moet het toch mogelijk zijn om dit zodanig onder woorden te brengen dat ook collega’s er nog wat aan hebben.
Wat ik nu in de vakantie meemaak, is een aardige illustratie: per dag word ik minder beweeglijk, omdat er om me heen weinig beweegt. Blijkbaar haal ik mijn energie voor een deel uit mezelf en voor een ander deel uit het jonge volk dat ik elke werkdag in ons lokaal tref (dat mij elke werkdag in ons lokaal raakt).
Het leek erop dat de redactrice van LES juist nu een artikelenserie over inspiratie wil, omdat dit zo’n moeilijke tijd is: de politieke en financiële tijdgeest bedrukt de inspiratie van leraren in het NT2- en inburgeringscircuit zodanig, dat ze wel een extra duwtje in de rug verdienen.
De tijdziel die je schets ken ik van de teveelzie en uit de dagbladen; het is een kunstmatige wereld die in ons lokaal niet bestaat.
Ik zie op de ISK weinig sombere docenten rondlopen, jij?
Wanneer ik een zwaar gezicht zie, kies ik mijn moment om eens een vraag aan de ander te geven. Als het een goede vraag is, zijn de collega en ik binnen een paar tellen in een goed gesprek en zie ik de lach doorbreken. Niet omdat het moet, maar het lag blijkbaar dicht onder het oppervlak.
Als ik over mezelf spreek, dan is inspiratie de motor die me in beweging zet. Inspiratie en motivatie liggen dicht bij elkaar. Eerst de inspiratie (de vonk, de geest) en dan de komt de trein in beweging.
Ik vernader mijn houding van zittend naar staand, naar lopend en dan stroomt de boel; is ‘vernader’ een grappige vertyping?
Laat ik, om aan dit artikel enige methodische verantwoording te geven, een onderscheid maken tussen kleine en grote inspiratie. Het is maar een experiment, hoor. Kleine inspiratie is de klas binnenkomen en een leerling vraagt wat hij tegen een meisje moet zeggen dat hij leuk vindt, en je merkt meteen dat alle oren wijd open gaan en voordat je het weet besteed je twee kostbare lesuren aan de taal der verliefden.
Dat zou een tekst in ons lokaal aan de muur zijn: “Hoeveel vragen heb ik vandaag gesteld?”
‘Is het verliefd aan, of op, of in? Wat bedoelt het meisje in haar sms als ze ‘rot op’ zegt, en wat met ‘laat me met rust’? Kan je zeggen ‘ik vin je lief’’? En voordat ik het weet staat een van de mooiste sensitivistische gedichten van Herman Gorter op het smartboard. Het spreek ze niet alleen aan, maar ze raken in vervoering. Het vers raakt een universele poëtische ader.
‘Zie je ik wou graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je,
je bent nu toch wat je eenmaal bent.’
Is het Arabisch, Somalisch, Latino? Nee het zijn de woorden van een dode Nederlandse dichter die geboren werd in Wormerveer.
Heb ik je verteld (want ik zag het gedicht in leerlinghandschrift ook al in de gang bij ons lokaal opgehangen) dat ik met Zimihc dit gedicht onder de titel Kraagje, helemaal heb opgenomen?
Ze gaan schrijven, en lezen en verbeteren elkaars woorden. Er komt een gemeenschappelijke tekst over liefde en vriendschap op het bord te staan.
Is een zin als: ‘ik zwaai je een hartelijk goedendag’ fout Nederlands?
Ik zeg dat het prachtige taal is, en dat ze spreken als in een gedicht, maar ze willen natuurlijk gewoon normaal Nederlands spreken, en ik vraag of iemand weet hoe het wel goed geschreven wordt.
Waar gaat dit artikel heen? Loopt het - net als de les - uit de hand en zie ik terwijl ik bezig ben de formele lesdoelen en methodes me toeroepen dat ik door moet gaan met de voorbereiding van de toets? Waar leidt deze kleine inspiratie tot? Kan jij me verder helpen om het groot te maken en didactisch verantwoord?
Ik was op de conferentie Elk kind is een belofte. Dus was ik vier dagen niet bij mijn leerlingen die mij inspireren. Ook zonder hen, nu zelf leerling, kregen mijn benen vleugels. Het is niet uit inspiratie dat ik ervoor heb gezorgd dat er geen les uitviel, dat was discipline, en ook eigenaarschap of ondernemerschap, it’s all in the game; al spreek ik liever over verantwoordelijkheid. Ik doe wat ik doe met de middelen die er zijn op de plaats waar ik ben. (Zo simpel zegt Bob Dylan het, op pagina 270 van Kronieken, deel 1).
Wie geen inspiratie heeft, zeikt; en wie zeikt is het probleem. Wat inspiratie eigenlijk is? Dat je de geest krijgt! Zo was het eeuwen, ik denk dat we inmiddels voor onze eigen toko zorgen en dat we de geest dienen te kiezen, te nemen, te kweken. Ja, hoe doe ik dat? Jij geeft een voorbeeld uit je eigen praktijk: open zijn voor wat er kan komen. Op de conferentie heette dat: leren van de toekomst. Is dat groot?
Brief 2 Antwoord 2
Ja, dat is wat ik groot noem, Rob, maar het onderscheid tussen groot en klein is in feite niet belangrijk. Met groot bedoel ik de ‘grote, abstracte’ ideeën die ons voeden, en met klein de dagelijkse voorvallen die me inspireren om ze op te rapen en te laten groeien.
Ja, ze gaan hand in hand; en anders gaat het niet. Wie enkel in grote ideeën woont, is een luchtfietser; wie enkel in kleine ideeën woelt, is een modderkruiper.
Jij kent het verhaal van Hatim, een van mijn leerlingen vorig jaar, en nu de jouwe. Hij verstoorde de les en haatte de schoolboeken. In feite was er geen land met hem te bezeilen.
Jullie waren op zee, en hoe hij toen zeilde, daar kon jij niks mee? Je noteert hem achteraf als een last, als iemand die ongeschikt was om binnen de lijntjes te kleuren. Waarvandaan komen toch in overvloed die lijntjes van ons?
Toen ik ontdekte dat hij veel van auto’s wist, moedigde ik hem aan om een stage in een garage te zoeken.
Ontdekken en zoeken; hoe noemen wij dat ook weer bij ons in de taalschool? We stimuleren een onderzoekende houding; en die heb jij blijkbaar zelf, waardoor er voor jouw leerling ruimte ontstaat.
Hij vond het eerst wat vreemd. “Hoe bedoelt U? Dat ik dan niet naar school ga en niet uit boeken leer?”
Leerlingen zijn zelfs als ze de kans krijgen, soms de klas niet uit te branden. Het duurde nog zes weken voordat het tot hem doordrong dat ik het werkelijk meende, maar toen ging hij zoeken en vond een stage bij Kwik-Fit. In de klas presenteerde hij wat hij daar leerde. Nu willen ze hem in vaste dienst, maar hij kiest er zelf voor om verder te gaan studeren. Hij is compleet veranderd, de taalarbeider in mij haakt aan het woord “is”; wat wil die zin zeggen “Hij is compleet veranderd”?
Deze passiefconstructie laat mij de ruimte om te vragen: door wie / door zichzelf / door jou / wie heeft wat gedaan in dat proces? en gemotiveerd om door te gaan. Zijn onschoolse gedrag en liefde voor auto’s inspireerde mij om het over een andere boeg - Heerlijk, al die scheepvaartmetaforiek die zijn bron heeft in de Eeuw dat Nederland Goud was - te gooien, en nu inspireert hij mij en andere leerlingen, en hopelijk ook docenten.
In februari was ik naar een vierdaagse conferentie en Hatim vier dagen aansluitend op maatschappelijke stage. Ons contact ging zo:
“Goede vriend, hoe gaat je stage? mRob”
Heel goed vriend, hoe gaat met u ik heb veel geleerd, groetjes van Hatim ik zie u morgen
“Ik ben zoveel aan het leren dat ik morgen nog meer weet dan jij, groet, Rob”
Ik heb veel dan u geleerd, kijk morgen”
Soms twijfelde ik, want hij bleef achter in zijn boek. Maar wat leert een ongemotiveerde leerling uit een boek? Nu zie ik dat ook zijn taal er met sprongen op vooruit is gegaan. Als docent ben ik er op gaan vertrouwen dat een stap in het onbekende veel resultaat kan opleveren.
Toen ik op een ochtend ruim op tijd van huis fietste (is er een inspirerender manier van reizen?) besloot ik een andere route te nemen en ik zag vanaf een brug over de Vecht een oude schuit liggen, in de mist en in het licht van een bleke zon. Ik weet niet of je de naam van het schip kunt lezen op de bijgelaagde foto [zo niet dan geef ik de naam hier prijs: Vertrouwen]. Het is een oude boot en een verdomd stevige.
Kan ik het onderwijs vergelijken met een tuin?
Toen ik vandaag in de tuin werkte, herinnerde ik mij een tuinarchitect die adviseerde om planten die het goed doen en dus willen groeien, alleen maar ruimte te geven en alle andere planten eromheen weg te halen. Is het een goede metafoor? Ik vind het een inspirerend beeld. Is het soms zo makkelijk?
Als de school een tuin is, dan denk ik dat een van onze uitdagingen is om niet in het wilde weg te wieden. Onkruid – hoorde ik van Bas Haring - betekent niet veel meer dan dat iets geen kruid dat wij kennen is. Daarmee is het niet iets om weg te werken. Maar misschien bedoelde je dat niet en wijs je op: stop met vertroetelen. Ik denk dat ik in en buiten mijn klas een coach-met-de-hamer ben. Geen getrut in ons lokaal, we willen verder komen.
Met Hatim gaat het goed en beter. Toen hij laatst bij jullie in de instroomafdeling over zijn loopbaanoriëntatieweek zou presenteren, bleek een ouder en dwingend familielid zijn usb-stick met bewijzen te hebben geruïneerd en toen is hij een dag lang alles opnieuw gaan verzamelen zonder dat iemand hem daartoe de opdracht had gegeven. Is dat motivatie? Is dat eigenaarschap? Is dat aandacht? Is dat inspiratie? Dat is, al vele honderden meters voor de finishlijn: goud. En de glans van dat goud dat hij wint in een autonoom gekozen wedstrijd met zichzelf, die straalt ook af op jou die hem vorig jaar in de goede stand kreeg, en op mij in wiens gezelschap hij zijn houding heeft kunnen polijsten tot een kracht van blijvende waarde. We doen goed werk goed,
groet, Rob
PS. Kan het jou wat schelen dat ze onze briefwisseling bij Les niet willen hebben?
Reacties