Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Leren voor het leven: 'Bildung zou gezien kunnen worden als indoctrinatie, wat het vrijheidsdenken van leerlingen in de weg zou staan'

26 april 2015

'Het is zover, de praktijk begint te stromen,' zo schrijft Riaan Lous. Met zes leerkrachten van drie Zeeuwse scholen is hij de leergemeenschap Leren voor het leven gestart. De reden, ze zitten zélf met vragen en ervaren handelingsverlegenheid bij maatschappelijke gebeurtenissen en kwesties.  De groep zet de eerste stappen naar een open dialoog en naar (eigen) onderzoek. Aflevering 4: ’Deze leraren nemen echt de rust om datgene bij de kinderen boven te halen, wat voor hen van belang is.'
cover-max-208x300–> Dit is de vierde  aflevering van de serie: Leren voor het leven: Over de onderzoekende houding van leerkrachten. Lees hier de eerste bijdrage en tweede bijdrage.  en derde bijdrage



Dat stromen van die praktijk, waar komt dat dan door? Terwijl de leerkrachten om beurten vertellen wat ze de afgelopen weken hebben uitgevoerd, probeer ik zo letterlijk mogelijk mee te typen wat ze zeggen. Later probeer ik te analyseren wat hun overeenkomsten zijn. De leerkrachten lijken allemaal hetzelfde te zeggen:


  1. Bronnen en tradities in combinatie met onderwerpen die raken:  Alle leerkrachten starten met onderwerpen en situaties die op dit moment leven in de hoofden van de kinderen. Het gaat om situaties in de schoolomgeving, of in de maatschappij, situaties die worden belicht door de media. Aan die situaties worden verschillende bronnen gekoppeld: tradities of muziek, kunst of bijbelverhalen. Het zijn allemaal middelen die helpen een verbinding te leggen tussen een wereld die al veel ouder is dan de kinderen kennen en het hier en nu (Van Manen, 2014). Doordat de eigen ervaringen van kinderen worden geïnterpreteerd vanuit die bronnen, leren ze de wereld nog beter begrijpen (Parlevliet, Van den Berg en Zondervan, 2013).

  2. Rust en onbevangenheid: Ik besteed uitgebreid tijd aan de levensbeschouwelijke activiteiten die ik heb voorbereid, is een veelgehoorde zin. De leerkrachten nemen de tijd, kijken niet op hun horloge of ze nog binnen het vaste half uurtje, of uurtje zitten dat eigenlijk gepland is voor deze activiteit. Ze nemen echt de rust om datgene bij de kinderen boven te halen, wat voor hen van belang is.

  3. Koesteren van verschillen. Het stellen van vragen lijkt steeds meer de boventoon te gaan voeren, ten opzichte van het geven van antwoorden. Waar sommige leerkrachten eerst probeerden om vanuit bepaalde tradities (bijvoorbeeld geloof) antwoorden te geven op vragen van kinderen (“dan hebben we een oplossing”), is nu het stellen van de vragen van belang. Hiermee komt het ‘iets meegeven’ uit mijn vorige blogpost meer op de achtergrond, het doet er minder toe. Dat iedere leerling zijn eigen invulling geeft aan de onderwerpen, leidt niet tot relativisme of onverschilligheid (“ieder heeft zijn eigen idee, dus hoef ik me er niet mee te bemoeien”), maar juist veel meer tot betrokkenheid onderling (Pollefeyt, 2004), de verschillen worden gekoesterd.

  4. Kleur bekennen, zonder wenselijk gedrag te stimuleren. Dit raakt erg aan het koesteren van de verschillen. Leerkrachten geven aan open te zijn, sommigen geven zelf ook duidelijk aan hoe hun eigen overtuigingen ten aanzien van onderwerpen zijn. Desondanks willen ze voorkomen dat kinderen wenselijk gedrag, wenselijke antwoorden geven, maar juist zelf hun kritische houding ontwikkelen. In ‘En denken…..Bildung voor leraren, noemen Van Stralen en Gude (2012) dit door tegenstanders van Bildung in het onderwijs als één van de mogelijke argumenten wordt genoemd, om niet met Bildung aan de slag te gaan in het basisonderwijs: 'Het zou gezien kunnen worden als indoctrinatie, wat het vrijheidsdenken van leerlingen in de weg zou staan.'


De praktijk stroomt, omdat de leerkrachten kunnen doen waar ze goed in zijn: in gesprek gaan met kinderen, ze uitlokken tot nadenken. En, zoals de leerkrachten zelf zeggen: 'Ze laten genieten en opbloeien.'
bildung05[e662bbcee32ca645af8dea6c5628a55b]De invloed van aanstormend talent

Dat stromen van die praktijk komt niet in de laatste plaats, doordat er ook drie Pabo-studenten in het traject meedoen. Zij voeren enerzijds hun eigen afstudeeronderzoek uit met als thema ‘levensbeschouwing’. Anderzijds observeren zij ook de activiteiten die de leerkrachten uitvoeren, ze zitten in de lessen. Misschien willen sommige leerkrachten het om die reden wel extra goed doen? Ze ervaren het in ieder geval allemaal als waardevol: met mede-geïnteresseerden in het onderwerp vanuit meerdere invalshoeken verder praten over het verbeteren van de dagelijkse praktijk. De studenten geven aan van deze voorbeelden juist veel te leren. 'We zien dit verder heel weinig op scholen gebeuren, maar ook dat het veel doet met kinderen.' Mooie les!


Verschillende rollen

Blijft voor mij op dit moment een vraagteken hoe de leerkrachten de verschillende rollen invullen, behorend bij levensbeschouwelijk onderwijs (Het kind en de grote verhalen, Parlevliet, Van den Berg en Zondervan, 2013). Ze noemen er drie, die allemaal van belang zijn, wanneer wordt gesproken over levensbeschouwelijk onderwijs, waarbij de verschillen van de leerlingen worden gekoesterd:



  1. Getuige, waarbij de leerkracht zelf als rolmodel fungeert en kan laten zien waar hij op levensbeschouwelijk terrein staat en hoe hij put uit levensbeschouwelijke tradities

  2. Specialist, waarbij de leerkracht deskundig is in verantwoorde gespreksachtergrond over verschillende levensbeschouwingen.

  3. Moderator, waarbij de leerkracht als taak heeft om leerlingen met elkaar in dialoog te brengen en de verschillen in gedachten en overtuigingen tussen leerlingen, bloot legt. De leerkracht zorgt voor impulsen vanuit bronnen, cultuur e.d.



Tijd om de leerkrachten hierop te bevragen, ze te interviewen en erachter te komen op welke wijze ze die drie rollen invullen. Weer een stap verder in mijn eigen onderzoek voor de masteropleiding.


Riaan Lous is docent en opleidingscoördinator verbonden aan de Pabo van de HZ University of applied sciences, pedagoog in opleiding en vader van twee kinderen. Op zijn blog Riaan kijkt naar de wereld deelt hij ervaringen, impressies en gedachten.


Gebruikte literatuur


  • Biesta, G. (2012). Goed onderwijs en de cultuur van het meten . Den Haag: Boom | Lemma.

  • Manen, M. v. (2014). Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen. Driebergen: Nivoz.

  • Parlevliet, L.-J., Berg, B. v., & Zondervan, T. (2013). Het kind en de grote verhalen. Amersfoort: Kwintessens.

  • Pollefeyt, D. (2004). Het leven doorgeven – Religieuze traditie in de katholieke godsdienstpedagogiek – Ontwikkelingen en toekomstperspectieven. In H. v. Crombrugge, Pedagogiek en traditie, opvoeding en religie (pp. 133-148). Tielt: Lannoo NV.

  • Van Stralen, G., & Gude, R. (2012). …En denken! Leusden: ISVW Uittgevers.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief