'Ik ben hier niet de leerkracht, maar de vader en dat is andere koek'
6 oktober 2015
Frank Kuhlmann zet gedachten en gebeurtenissen op papier, hij observeert vanuit zijn rol als vader met als hobby onderwijs en pedagogiek. Deze keer wordt hij uitgedaagd door een vraag van zijn 12-jarige dochter. 'Papa, wat is Takens?' Door het noemen van de naam van de puberdiscotheek in Zwolle slaat het hoofd van Kuhlmann op hol. Zijn eigen verleden, zijn zorg en zijn angst komen voorbij. Hoe pak je dit aan?Nadat mijn dochter van 12 jaar met enkele oudere meiden van de volleybal heeft gechilld komt ze lachend thuis. Ik zit aan tafel iets te lezen en ze schuift enigszins ‘geforceerd’ aan en vraagt:
‘Papa, wat is Takens?’
Door de manier van aanschuiven waren mijn antennes reeds uitgestoken en ga ik in op de vraag. Het eerste wat in mij opkomt is de naam van onze huisarts. Ze kijkt me verwonderd aan als ik zeg: ‘Dat is onze dokter.’ Ik zie dat ze dit antwoord niet verwachtte en dat verbaast mij weer. Mijn antwoord is dus niet goed en ik probeer in enkele seconden te bedenken wat ze bedoelt. En dan ineens schiet ik van mijn eigen verleden naar de toekomst van mijn dochter. Ze bedoelt de andere Takens! Takens is namelijk ook een puberdisco in de omgeving van Zwolle.
Ik merk dat ik overvallen wordt door mijn nieuwe gedachte en probeer mij voor te bereiden op een antwoord. Vele statische antwoorden schieten door mijn hoofd en ik weet dat ik daar niet mee wegkom, het is tenslotte mijn dochter. Rationeel ga ik mij richten op een goede onderbouwing van de vraag en ik heb ik hem vast al ergens voorbereid, maar ik kan het antwoord nog niet vinden! Ik probeer een logische redenering in gang te zetten en doe tevens een beroep op mijn vadergevoelens. Ik vraag mezelf af wat ik niet leuk vind van deze 'discovraag', ik heb er immers zelf vroeger van genoten en wil mijn oudste dochter dit niet ontnemen. Voor mij ontstaat een spel van: ruimte geven en tijd rekken, en ik probeer een voor haar en mij logische redenatie te maken. Eén die ik, maar ook zij kan accepteren, het moet logisch zijn; een samenspel van ratio en gevoel.
Ik begin bij mezelf en houd het klein. Wat is mijn grootste zorg? Ik vind het moeilijk dat ze zonder ons dààr is. Ik weet dat ik haar uiteindelijk niet tegen kan houden en probeer dus tijd te rekken. Tevens wil ik dat ze dit nieuwe terrein veilig kan betreden, ruimte en tijd winnen. De gedachte ‘om mee te gaan’ lijkt mij voor haar, maar ook voor mijn ontwikkeling niet verstandig, dus graaf ik verder naar een oplossing. Hierbij maak ik gebruik van mijn ervaringen als bovenbouwleerkracht, hetgeen mijn vaderschap en leerkrachtzijn onder spanning zet.
Als leerkracht van de bovenbouw vertelde ik aan ouders dat de basis tot 12 jaar door hen gegeven is. En dat de kinderen daarna klaar zijn om de verkenningstocht te gaan starten. Als ouders heb je je best gedaan en krijg jij ‘je (Cito)toets’ van bekwaamheid: de puberteit. Het lijkt voor mij een spel,waarbij de begrippen ruimte en tijd onder spanning komen te staan. Mijn eerste stap lijkt dit gesprek.
En nu ga ik de onderwijstheorie toepassen in mijn eigen praktijk. Ook voor mij is dit natuurlijk spannend, want ik ben hier niet meer leerkracht, maar de vader en dat is andere koek. Gelukkig ben ik niet alleen en zit mijn vrouw aan tafel om mijn blinde vlekken zichtbaar te maken en samen smeden we al pratende een plan. We willen haar vertrouwen geven, maar wel door zelf ook tijd en ruimte te maken om te wennen aan deze gedachte. Ik start het gesprek en zeg:
‘Ik begrijp je vraag, maar wij zijn nog niet zover, (mijn vrouw knikt bevestigend mee), volgend jaar ga je naar het voortgezet onderwijs en als je daar een ‘nieuw nest’ hebt gemaakt met allemaal vriendinnen, dan gaan we er nog een keer over praten. Eerst wennen aan de nieuwe school en dan hebben we het er weer over, oke?’
Dit antwoord lijkt ze niet te hebben verwacht en ik zie dat het haar even aan het denken zet. Vervolgens hoor ik haar er niet meer over en lijkt ze het losgelaten te hebben. Wij hebben echter huiswerk gekregen om ons voor te bereiden op ‘de Cito toets’. En nu weet ik weer waarom ik tegen de huidige Cito ben. Hij komt altijd te vroeg.
‘Mijn doel is om het kleine de aandacht geven’, vertelt Frank Kuhlmann over de intentie van zijn bijdrage. Als vader, met als hobby onderwijs en de pedagogiek, liet hij zich insprireren door een vraaggesprek van Marcel van Herpen met Theo Maassen. Theo citeerde een regisseur die zei: ‘als je een film over een postkantoor wilt maken, dan moet je een film over een brief maken.’
Reacties